Het boek ‘Voorbij de dijken’ geeft een overzicht van dertig ingrepen langs de rivieren en de kust die Nederland veiliger, maar ook aantrekkelijker maken. Dit gebeurt met behulp van spectaculaire foto’s en gedetailleerde beschrijvingen.
Voorbij de dijken begint meteen met een aantal indrukwekkende afbeeldingen en landkaartjes. Die maken onmiddellijk duidelijk hoeveel maatregelen er in heel Nederland worden uitgevoerd om het land te beschermen tegen water. Dit zijn er honderden, maar veel vallen onder de noemer Ruimte voor de Rivier en het Deltaplan Grote Rivieren. Dit zijn programma’s waarin Rijksoverheid, waterschappen, provincies en gemeenten samenwerken om de waterveiligheid te vergroten. De projecten die in dit boek aan bod komen variëren van de aanleg van hoogwatergeulen, tot het verplaatsen van dijken.
De auteurs hebben goed nagedacht over de vormgeving. Voorin leggen ze met heldere illustraties uiteenlopende ingrepen uit, zoals dijkverbreding, uiterwaardvergraving en buitendijkse duinaanlegging. De illustraties zijn genummerd, en bij elk van de dertig projecten die het boek vervolgens bespreekt, zit een staalkaart. Dit vergemakkelijkt het terugbladeren naar de illustraties voor extra uitleg.
Technische details
Het boek gaat uitgebreid in op alle projecten en maakt duidelijk dat de projectontwikkelaars niet alleen rekening houden met veiligheid, maar ook met cultuurhistorie en natuur. Elk project is geïllustreerd met een aantal verbluffende foto’s en wordt tot in detail beschreven: van de hoeveelheid opgespoten zand bij Scheveningen tot de afmetingen van de regelwerken bij Pannerden. Dit regelwerk is een grote betonnen muur waar Rijkswaterstaat extra balken op kan plaatsen. Zo kan men bij hoogwater de verdeling van het water tussen de Waal en het Pannerdensch Kanaal regelen.
De auteurs staan ook uitgebreid stil bij de totstandkoming van elk project. Soms kan deze informatie wat droog worden, maar voor de geïnteresseerde lezer is het juist leuk om te weten dat een natuurbeheerder en een campingeigenaar samen een plan bedachten om de kust bij de Waterdunen in Zeeland te versterken. Andere onderwerpen missen soms juist wat extra uitleg. Zo zeggen de auteurs dat de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld in gebruik wordt genomen bij een waterstand van 5,65 meter boven NAP. Waarom bij deze waterstand en wat de normale waterstand is, laten ze achterwegen. Dit is jammer, omdat de lezer zich hier nu een minder goed beeld bij kan vormen.
Verbazingwekkende maatregelen
Naast de dertig projecten bevat het boek ook een essay over het veranderende waterbeleid, en thema-artikelen over onder andere innovatie en cultuurhistorie. Soms is de informatiedichtheid wat te hoog, maar het illustreert goed hoe Nederland al eeuwen bezig is met het land beschermen tegen water. Daarnaast geeft het interessant weer hoe het beleid is veranderd van spectaculaire en grootse, naar discrete en in het landschap passende oplossingen. Een mooi voorbeeld hiervan is de ondergrondse parkeergarage in het duin bij Katwijk.
Vergeleken met grote bouwwerken als de Afsluitdijk en de Deltawerken, lijken deze discrete oplossingen in het niet te vallen. Maar niets is minder waar, zo lezen we. Ze vallen minder op, maar zijn vaak even verbazingwekkend. Zo is bij Spakenburg een zelfopdrijvende waterkering gebouwd, kunnen speciale schuiven de A2 ten westen van Culemborg tijdens hoogwater afsluiten, en staan er bij Kinderdijk opvijzelbare woningen. Bij het ophogen van de dijk is het nu mogelijk deze woningen op te krikken en te verplaatsen, in plaats van ze te slopen.
Voorbij de dijken laat goed zien wat er allemaal komt kijken bij het beveiligen van Nederland tegen water. Hierbij gaan de auteurs vooral in op de technische kant van de projecten, wat de tekst soms wat droog maakt. Toch is dit boek zeer de moeite waard, alleen al vanwege de afbeeldingen. Het klopt wat er in de introductie staat: door alle indrukwekkende foto’s verleidt het boek om zelf op expeditie te gaan.