Al bijna twintig jaar woon ik in hetzelfde dorp, maar nog steeds ontdek ik soms nieuwe plekjes. Door het stoepplantjesproject ga ik op zoek naar hoekjes waar stoepplantjes ongestoord kunnen groeien.
In een wijk die gesloopt gaat worden loop ik een steeg in, die langzaam vol groeit met planten. Door een vervallen schutting loop ik zo een verlaten tuin in. In een paar huizen wonen nog mensen. Het is spannend omdat het voelt als een plek waar ik niet zou mogen komen. Wat als ik straks ‘betrapt’ wordt? ‘Uhh ja, ik ben op zoek naar stoepplantjes.’ Een half uur lang neem ik foto’s van planten en schrijf ik op welke soorten ik kan vinden.
Biologen komen vaker op rare plekken, waar mensen vragen wat je aan het doen bent. Vroeger waren die biologen misschien nog wel herkenbaar: wandelschoenen, hoed, volle rugtas, een vlindernetje en een natuurgids in de hand. Ik heb alleen soms een plantengids bij me als bewijs van mijn intenties. Vaak leiden vragen van mensen op straat tot gekke blikken, maar gelukkig ook af en toe tot leuke praatjes. “Wat groeit hier dan?” Als ik antwoord, knikken mensen geïnteresseerd en soms komt er nog een vervolgvraag: “Bestaat er dan meer dan één soort gras?”
Juist op plekken waar weinig mensen komen, hebben planten de ruimte om te groeien. Op de plekken waar niemand kijkt, hoeft het ook niet ‘netjes’ te blijven en worden de planten met rust gelaten. Op de muren langs de grachten en in de putten van centrum Utrecht staat het bijvoorbeeld vol met verschillende soorten varens zoals tongvaren, muurvaren en mannetjesvaren. Sommige van die varens zijn zo bijzonder dat ze nu worden beschermd en elk jaar worden geteld.
In Amsterdam rond NEMO groeit ook muurvaren, bezemkruiskruid en akkerkers langs de kade. Tijdens onze stoepplantjesexpedities bij het Weekend van de Wetenschap hebben we daar wel drieëndertig verschillende soorten stoepplantjes gevonden. Veel groeide er langs de muren en waterkant. Wilde muurplanten worden zo populair dat ze er in Amsterdam-Zuid langs de Amstelveenseweg nu speciale muurtjes voor hebben gebouwd; dan hoef je niet ver te zoeken.
Lopend door de verlaten steeg kom ik vandaag weer tientallen verschillende planten tegen. Ga ook maar eens gluren over randjes, in steegjes en achter hoekjes waar je anders nooit zou komen. Kijk eens wat je vindt. Op zonnige plekken, bijvoorbeeld tegen de rand van muren, kun je nu klein kruiskruid zien bloeien. De gele bloemetjes lijken op kleine paardenbloemen net voordat ze opengaan. De bloemen van klein kruiskruid blijven dicht zodat je alleen puntjes van de gele bloemblaadjes kan zien. Als ze zijn uitgebloeid worden de bloemen net als bij paardenbloemen van die leuke pluizenbollen. De zaadjes waaien weer naar alle uithoeken van de straat.
Een plantje als Slaapkamergeluk en verschillende soorten varens groeien vaak in de schaduw tussen huizen. Slaapkamergeluk is klein maar kan grote stukken grond bedekken als een zachte groene deken. Ik vraag me af welke beestjes onder die deken wel eens een dutje doen. Muisjes, egels, kikkers, lieveheersbeestjes en andere kevertjes misschien? Vroeger hadden mensen deze plant in hun slaapkamer staan als kamerplant, dus als je hem vindt geeft hij jou vast mooie dromen.