Online discussies zijn vaak grof en gemeen, vinden veel mensen, waardoor ze niet willen bijdragen maar alleen ‘gluren’. Zonde, want een net iets andere formulering kan veel leed voorkomen.
Geregeld krijgt NU.nl wel een miljoen reacties per maand binnen, die onder de nieuwsberichten verschijnen. Lezers verkondigen daarin hun mening over het artikel dat ze gelezen hebben. In 2019 verscheen het bericht “Helft Nederlanders wil dat rokers hogere zorgpremie betalen.” Daar kwamen vijfhonderd reacties op. “Waardeloos onderzoek” en “Roken is nog altijd een keuze, een ziekte als kanker niet”, schrijven mensen onder andere.
Uit onderzoek blijkt dat mensen vinden dat onze samenleving meer gepolariseerd is, terwijl dat niet feitelijk is vastgesteld. Zij wijten die toename aan de felle debatten die online plaatsvinden, vooral op nieuwssites. De toon is er vaak vijandig en aanvallend. Zou dat ook anders kunnen?
Minder gepolariseerd
Dat onderzocht Carla Roos met twee collega’s in een recent experiment. Roos is universitair docent op het gebied van online communicatie aan Tilburg University, en doet onderzoek naar dit soort commentaar, en waarom online discussies zo vaak lijken te ontsporen. De onderzoekers verzamelden vier NU.nl-artikelen en acht commentaren per artikel. Die schotelden ze in twee varianten voor aan een groep deelnemers.
Zij kregen de originele commentaren te lezen, maar ook aangepaste commentaren, die subjectiever waren geformuleerd. Daarin zijn woorden zoals ‘ik vind’, ‘volgens mij’ of ‘ik zou willen’ toegevoegd. Daardoor werd het “Ik vind het waardeloos onderzoek” en “Naar mijn mening is roken nog altijd een keuze”. Roos: “De deelnemers die deze subjectieve discussie lazen, vonden de schrijvers van de commentaren minder gepolariseerd. Ze vonden ook dat deze mensen minder agressief waren. En de deelnemers denken dat deze reageerders zich meer gehoord voelen en meer solidariteit ervaren.”
Gluurders
Subjectieve formuleringen zouden kunnen helpen om meer mensen over de streep te trekken om online mee te praten. Uit een Amerikaans onderzoek blijkt namelijk dat van alle lezers van reacties, slechts 10 procent zelf ook reageert. 90 procent is gluurder. Tilburgse collega’s van Carla Roos zijn dieper in deze twee groepen in Nederland gedoken (maar hun resultaten zijn nog niet gepubliceerd). Deze studie laat zien dat er geen groot verschil is tussen reageerders en gluurders. Hoewel reageerders iets vaker man van middelbare leeftijd zijn, zijn ze qua opleidingsniveau en politieke voorkeuren wel heel verschillend. Veel van de gluurders geven aan dat ze hun mening liever ergens anders verkondigen, of dat ze het zinloos vinden om online te reageren. Toch zijn er ook best veel gluurders, zo’n 22 procent, die niet reageren omdat ze de reacties grof of gemeen vinden.
— Carla Roos
Daar ligt een kans, denkt Roos. En formuleringen zoals ‘ik vind’ of ‘wat mij betreft’ kunnen daarbij helpen. Maar hoe je mensen zo ver krijgt om zulke subjectieve formuleringen te gaan gebruiken, is alleen nog niet zo makkelijk. “Je moet het mensen laten doorvoelen. Mensen moeten ervaren dat een andere formulering veel prettiger is. Ze leren daarmee misschien wat over iemand en voelen zich daarna beter. Het is net als wanneer je iemand een complimentje geeft, dat kan je een goed gevoel geven. Maar dat moet je eerst ervaren voordat je dat ook gaat doen.”
Zo’n intrinsieke motivatie zou in ieder geval beter moeten werken dan van bovenaf huisregels opstellen, denkt Roos, want in de praktijk blijken mensen zich daar niet aan te houden. “Uit mijn onderzoek blijkt dat mensen die subjectieve reacties lezen, zelf ook meer subjectief gaan reageren. Als je maar een paar mensen kunt bereiken, dan kunnen zij uiteindelijk grote effecten teweegbrengen, als een soort rolmodel. Steeds meer mensen gaan dat gedrag dan overnemen, zo blijkt ook uit onderzoek. Daarvoor is het nodig dat je van tevoren nadenkt over je reactie. Voordat je op enter drukt misschien even de check doen: gebruik ik de ik-vorm? En hoe komt dit over op anderen?”

Nadenken over je formulering vóórdat je op de enter-knop drukt, kan helpen om de sfeer in een online debat te verbeteren.
FreepikOnline versus offline
Roos onderzocht al eerder waarom online communicatie zo anders verloopt dan offline communicatie. Het heeft al lang haar persoonlijke interesse, vertelt ze. “Ik ben gefascineerd door online gedrag, want dat geeft ons veel inzichten in menselijke communicatie. Hoe beïnvloeden de beperkingen van een online medium ons gedrag en welke psychologische processen gaan daarachter schuil? Dat vind ik fascinerend.”
Binnenkort gaat Roos bij het online evenement ‘Wie is de trol’ in gesprek met NEMO Kennislink-lezers over online discussies. “Ik zou dan heel graag van de deelnemers horen hoe zij online discussies ervaren en hoe zij denken dat het beter kan. En van de mensen die niet mee willen doen zou ik willen weten: wat heb je nodig om wel het gesprek aan te gaan?”
Wie is de trol
Ze jennen, klieren en zuigen. Online trollen zijn een doorn in het oog. In deze serie onderzoeken we hoe we beter met trollen om kunnen gaan, wat online scrollen met jongeren doet en hoe tieners en ouderen kijken naar telefoongebruik.