Ze houdt zich het liefst precies aan de feiten, ook al verzint ze veel zelf in haar romans. Hanna Bervoets vertelt over hoe zij wetenschap gebruikt in haar boeken.
Stel je voor dat je een aap en een mens met elkaar kruist. Wat krijg je dan voor kind? En moeten we zo’n aapmens überhaupt wel willen? Dit klinkt als een bizar gedachte-experiment en sciencefiction. Maar de omstreden Russische wetenschapper Ilja Ivanov maakte er de vorige eeuw zijn levenswerk van. Hij vertrok naar de Afrikaanse jungle en experimenteerde met echte apen en mensen om een gemeenschappelijke nazaat te verwekken.
Het is een van de opmerkelijke verhaallijnen waar het boek 'Ivanov' van Hanna Bervoets om draait. De auteur voegt er nog een andere verhaallijn aan toe over een Amerikaanse wetenschapper die in de jaren negentig met een soortgelijk experiment de verschrikkelijke ziekte aids wil genezen.
'Ivanov' is een van de negen romans die Bervoets schreef. Veel van haar boeken bevatten wetenschap. Ze schrijft fictie, maar baseert zich op feiten. Hoe doet ze dat? Een gesprek over de temperatuur van sperma in vrieskistjes, geiten in Afrika en het onverwachte belang van voetnoten.
Hoe kwam je op het idee om 'Ivanov' te schrijven?
“Ik lees heel graag de wetenschapsbijlage van kranten. In de Volkskrant stond een artikel over de Russische wetenschapper Ilja Ivanov en hoe hij experimenten deed om mensen en apen te kruisen. Dat vond ik fascinerend. Waarom werd dat een eeuw geleden toegejuicht en moeten we er nu helemaal niet meer aan denken om zoiets te doen? Die vragen hielden mij bezig, maar werden niet beantwoord in dat stuk, want dat ging meer over zijn onderzoek.”
Als ik een inval krijg, bijvoorbeeld tijdens het lezen, dan schrijf ik het op
Las je de krant specifiek op zoek naar een nieuw idee voor een roman?
“Nee, ik las het gewoon voor mijn plezier. Ik heb twee krantenabonnementen. Maar ik heb wel al vaker ideeën opgedaan uit wetenschapsbijlages. Dus het was ook niet helemaal toeval dat ik daar inspiratie opdeed voor een nieuw boek. Als ik een inval krijg, bijvoorbeeld tijdens het lezen, dan schrijf ik het op. Ik heb altijd een schrijfboekje bij me en daarin noteer ik dan allerlei ideeën. Er staan misschien wel tien of twintig ideeën in voor verhalen.”
Suggestieve voetnoot
Hoe ontwikkelde 'Ivanov' zich van een idee in een schrijfboekje naar een roman?
“Als een boek af is, dan is er een periode van een paar maanden voordat het uitkomt. Ik ben dan in wezen werkloos. Dan pak ik dat schrijfboekje erbij en lees ik door wat ik eerder voor ideeën op heb geschreven. Zo las ik de aantekening over Ivanov weer. Ik ben daarna onderzoek gaan doen en vond al vrij snel een proefschrift over hem. Het ging vooral over wetenschapsethiek. Wat vonden we destijds toelaatbaar en hoe hebben de politiek en cultuur daar invloed op? Er zat een voetnoot in het proefschrift, die me het meest fascineerde.”
Wat stond daarin?
“Het was een heel suggestieve voetnoot, die helemaal niet wetenschappelijk onderbouwd was. Er stond dat toen Ivanov in Afrika was om apen met menselijk sperma te insemineren het hiv-virus waarschijnlijk van apen op mensen is overgegaan.”
Waarom sprak jou dat zo aan?
“Ik ben al heel lang gefascineerd door aids, al is fascinatie misschien een raar woord. Het is voor mij ook heel persoonlijk. Ik ben een queer vrouw en ik ben me er altijd bewust van geweest dat een derde van mijn vriendenkring was overleden wanneer ik twintig jaar eerder geboren was. Toen ik die voetnoot las, viel voor mij alles samen en wilde ik die twee fascinaties met elkaar verbinden. Zo kwam ik op het idee om een tweede verhaallijn te schrijven, die zich begin jaren negentig afspeelt in New York tijdens de aidsepidemie. Daarin grijpt een professor dit aan om de experimenten van Ivanov te herhalen.”
Controlfreak
Op welk moment ging je schrijven?
“Na het lezen van het proefschrift vond ik dat ik genoeg wist en ben ik gaan schrijven. Ik denk dan wel eerst het verhaal helemaal uit. Ik wist op dat moment al veel over aids, omdat ik me daar al eerder in had verdiept. Tijdens het schrijven doe ik natuurlijk nog wel onderzoek naar van alles en nog wat. Maar dit verwerk ik dan later in de tekst. Dus ik schrijf bijvoorbeeld een alinea en dan zet ik bij een wetenschappelijk feit dat ik het later nog uit moet zoeken.”
Verzin je dan dingen of moet het kloppen?
“Ik ben best een controlfreak, dus het moet echt kloppen. Ik schrijf overdag als ik op mijn scherpst ben en in de avond doe ik research. Ik laat bijvoorbeeld een van mijn personages iets met een reageerbuisje of een pipet doen en dan zoek ik ’s avonds uit hoe een wetenschapper dat gebruikt. Heel soms neem ik ook contact op met een expert om vragen aan te stellen of vraag ik of een deskundige om mee te lezen. Bij mijn laatste boek ‘Leer me alles wat je weet’ heb ik bijvoorbeeld een paar feiten laten checken door een arts.”
Kan je een voorbeeld uit 'Ivanov' geven van een detail dat echt moest kloppen?
“Ik beschrijf op een gegeven moment dat Ivanov in een land in Afrika is. Dan loopt er ook een geit. Maar had je op die plek wel geiten honderd jaar geleden? Dat ga ik dan uitzoeken. Zo vond ik een boek over dat land en die periode en de dieren die er leefden. Daar zat ook een geit bij. Ik was dolblij dat ik het had gevonden. Het was echt een groot eurekamoment. Terwijl die geit in het boek een heel kleine rol heeft. Toch wil ik dat het dan klopt wat ik schrijf.”
“Dat had ik ook met een beschrijving over inseminatie verderop in het boek. Er wordt dan sperma in een vrieskistje gedaan. Dan vraag ik me af of iemand dat thuis kan bewaren, hoelang het goed blijft en welke temperatuur het moet hebben. Kortom: of alles wel echt klopt wat ik schrijf. Dit check ik vervolgens uitvoerig. Soms vind ik zoiets direct, maar het gebeurt ook dat ik er een hele dag of dagen mee bezig ben. Het probleem is vooral dat ik vooraf vaak niet weet of ik het antwoord op mijn vragen ga vinden. Als ik die geit bedenk, dan weet ik natuurlijk nog niet of ik het boek daarover daadwerkelijk ga vinden.”
Daarmee leg je jezelf wel beperkingen op. Is dat niet lastig?
“Nee, ik leg mezelf graag beperkingen op. In de wereld die ik in mijn roman heb geschapen bijvoorbeeld, door toch bij de feiten te blijven. Maar het zit ook in mijn schrijfomgeving en hoe ik mijn dag indeel. Want die zien er allemaal hetzelfde uit. Ik sta elke dag op dezelfde tijd op en ga ook op dezelfde tijd weer naar bed. Ik lunch bijna altijd hetzelfde. Dat klinkt misschien raar bij een creatief proces zoals het schrijven van een roman. Veel mensen vinden dat die beperkingen die ik mijzelf opleg, haaks staan op creativiteit. Maar voor mij werkt het.”