Weet jij van alle knopjes in de auto waar ze voor zijn? Hoe zien we het interieur van onze auto? Dat onderzoekt Amko Leenarts. En hij ontwerpt ook nog eens de binnenkant van nieuwe modellen. NEMO Kennislink interviewde Leenarts, directeur interieurontwerp van Ford, over de zelfrijdende auto, de toepassing van technologie tijdens experimenten en waarom je ongedeerd neuspeutert onderweg.
Het is een van de meest opmerkelijke auto’s die je ooit heb gezien. De comfortabele passagiersstoel ziet er uit als een relaxfauteuil die veel mensen in de woonkamer hebben staan. Je kun deze ook nog draaien, zodat je gezellig met de andere inzittenden kan kletsen. Zij zitten trouwens op een hoekbank, vlakbij een koelkast en oventje. En dat dus allemaal in een en dezelfde auto. En de kinderen? Die stappen in via de achterklep. Doe je die open, dan verschijnt een klein trapje. Ze kijken door de achterruit naar buiten. Is dit de auto van de toekomst? Welnee, het is de Ford Aurora uit 1964.
Het is een van de lievelingsontwerpen van Amko Leenarts. Wanneer hij inspiratie nodig heeft, gaat hij graag naar het Ford Museum, niet ver van zijn kantoor in Detroit vandaan. Daar kijkt hij naar dit soort ontwerpen. Leenarts is de directeur interieurontwerp van autofabrikant Ford. Hij bepaalt daarmee voor een groot deel hoe de auto’s van de toekomst eruit zien.
Tafel in een auto
De Ford Aurora fascineert hem vooral zo, vanwege de grote vernieuwingen in het interieur. “Als ik dit ontwerp zie, vraag ik me af waar we de afgelopen decennia mee bezig zijn geweest. Toen werd al zoveel nieuws bedacht”, zegt hij. Maar de Aurora bleef bij een concept, zoveel veranderde het auto-interieur uiteindelijk niet. Zo’n opmerking zorgt overigens niet voor een desillusie bij Leenarts. Integendeel. Het laat hem vooral zien hoe belangrijk het interieurdesign is en hoe het voor een volstrekt andere beleving van een auto zorgt. De Aurora onderscheidde zich duidelijk van andere wagens, juist door de binnenkant.
En dat gaan we de komende jaren meer zien, zegt hij. Leenarts wijst op de ontwikkeling van de zelfrijdende auto. Ford zet hier vol op in en wil in 2021 autonome voertuigen in massaproductie hebben. “Hierdoor verandert het interieur ingrijpend. Hebben we nog een stuur nodig? Hoe plaatsen we de stoelen. En neem het dashboard. Nu nog heeft dat ronde vormen. Straks maken we daar waarschijnlijk een tafeltje van. Dat is veel beter om aan te zitten, je kunt er wat op neerzetten. we hebben niet voor niets tafels in de woon- en eetkamer, een bureau op werk en een horizontaal aanrechtblad in de keuken.”
Het zijn dus spannende tijden voor ontwerpers, wil Leenarts maar aangeven. Lange tijd draaide het in de auto-industrie vooral om de ingenieurs die nieuwe motorblokken ontwikkelden of de ontwerpers die een strakke, aerodynamische buitenkant bedachten. Dat verandert nu, vindt Leenarts. Onder meer door de zelfrijdende auto worden interieurontwerpers als veel belangrijker gezien, stelt de Groninger. “Nu nog is de blik naar buiten gericht, omdat je op de weg moet letten. Maar als we straks niet meer achter het stuur zitten, zijn we naar binnen gekeerd.”
Hersenactiviteit meten
Bovendien is er nog een ontwikkeling, waar Leenarts enthousiast over is. Hij vindt dat diepgaand onderzoek in zijn vakgebied een grotere rol speelt dan ooit tevoren. “We weten steeds meer over gebruikers. Een heel belangrijk onderdeel van ons werk is het testen van nieuwe interieurs.” Voor nieuwe bolides maken Leenarts en collega’s altijd meerdere ontwerpen. Proefpersonen testen ze vervolgens op het uiterlijk, comfort en gebruiksvriendelijkheid. “Maar helaas zeggen mensen tijdens onderzoek niet altijd wat ze daadwerkelijk vinden”, zegt Leenarts.
Nu ziet hij echter dankzij nieuwe technologie, hoe proefpersonen een test ervaren. Leenarts houdt tijdens tests met speciale camera’s bij waar mensen naar kijken en hoe lang. “Kijkt iemand lang naar een bepaald knopje omdat het mooi is of omdat diegene de werking niet begrijpt? Om dat na te gaan meten we ook de hersenactiviteit. Ik zie dan live wat oplicht in het brein en ga zo na of mensen het verwarrend vinden of gelukkig zijn. Soms kunnen ze zelf niet eens goed onder woorden brengen waarom dit zo is en dat hoeft ook niet altijd. Door te meten hebben we veel meer informatie. We verzamelen veel data, die we inzetten voor ons onderzoek.”
Wat betekent dit in de praktijk? Bij sommige auto’s weten bestuurders van zo’n zeventig procent van de functies niet dat ze bestaan, stelt Leenarts. De nieuwe Ford Fiesta heeft mede daardoor veertig procent minder knoppen dan de vorige versie, zegt de Groninger. Hij benadrukt ook dat bij iedere wagen een eigen interieur hoort. “Ik ben faliekant tegen eenheidsworst. Een auto met een grote laadbak heeft een ander interieur nodig dan een sportwagen.”
CD likken
Naast nieuwe technologie, gebruikt Leenarts ook veel inzichten uit de wetenschap. “Uit onderzoek blijkt dat mensen denken dat iets duurder is wanneer het glimt. Psychologie speelt een grote rol. Autostoelen kunnen we veel dunner maken, zodat meer ruimte ontstaat. Maar dat geeft mensen een onveilig gevoel. Ze vinden het er gevaarlijk uitzien. Dat is perceptie en het is lastig om dan veranderingen geaccepteerd te krijgen.”
Leenarts wijst op wetenschappelijke inzichten van de relaties tussen mensen, omgeving en objecten. “De afstand is daarbij heel belangrijk. Als jij thuis bent, draag je graag sloffen of loop je op sokken. Wat in een huiselijke omgeving is, waar iemand zich op zijn gemak voelt, heeft vaak een zachte vorm. Daarbuiten staat het verder van ons af en is bescherming belangrijk. Buiten draag je die sloffen niet, maar schoenen met stevige zolen. Iets dat dichtbij is benader en zie je dus anders, dan wanneer het ver weg is.”
Dit speelt ook in de auto, volgens Leenarts. “Je wilt omringd worden door zachte vormen. Mede daardoor zijn de stoelen zacht, maar is het dashboard hard. Ik vind het nog altijd bijzonder om te zien hoezeer mensen zich thuis voelen in een auto. Ik zie onderweg veel mensen neuspeuteren. Laatst maakte ik nog iets veel vreemder mee. Ik stond te wachten voor een stoplicht. Ik keek opzij en zag een man die een CD pakte, zijn tong uitstak en het ding helemaal schoon likte. Daarna veegde hij hem af en stak de disc in de CD-speler. Zoiets doe je normaal niet op straat, maar in een auto gelden andere regels. Dat maakt mijn vak zo interessant.”