De bankencrisis, de eurocrisis, de vluchtelingencrisis, Brexit… De Europese Unie heeft de afgelopen jaren heel wat complexe crises meegemaakt waar de Brusselse politiek en experts geen pasklaar antwoord op konden geven. Die onverwachte momenten zorgen ervoor dat Europese politiek leiders samen verantwoordelijkheid dragen voor het oplossen van een crisis en daarmee de toekomst van de EU verder uitstippelen. Maar welke ideeën houden deze politieke leiders er eigenlijk op na als ze onder druk moeten handelen in een crisis? Daar probeer ik achter te komen met mijn onderzoek.
Het was donderdagavond 4 mei. Samen met een vriend uit Duitsland woonde ik de dodenherdenking bij op het Domplein in Utrecht. Zoals altijd vind ik dit een indrukwekkende gebeurtenis: de klokken die ruim een halfuur luiden, de stoet met nabestaanden door de stad, het taptoe-signaal en dan die ultieme stilte middenin de stad. Ik realiseerde ik me des te meer hoe bijzonder het was om daar samen te kunnen staan. Na de herdenking doken we samen het café in en sloten nog een aantal vrienden zich bij ons aan. Het was een lentewarme avond en we raakten in gesprek over Europa.
Praten over Europa
En wie het over Europa heeft, is niet zomaar uitgepraat. We hadden het over de hardnekkige mythe dat er zoveel mensen in Europa werken. Een van ons vond dat toch absurd veel. Toen we lieten zien dat er ‘maar’ 55.000 arbeidsplaatsen zijn bij Europese instellingen voor zo’n 500 miljoen mensen en bij de Nederlandse overheid zo’n 117.000 voor 17 miljoen mensen, was hij de eerste om zijn mening aan te passen.
Het nieuws over een nieuw plan van de Europese commissie waarbij ruim 20.000 jongeren van 18 gratis met de trein door Europa mogen reizen (wat voor jou? Zie hier) kwam ook ter sprake. Zo vond een van mijn vrienden het onzinnig om gratis geld weg te geven (het was niet efficiënt en het was duur) terwijl de ander dat een goed middel vond om jonge Europeanen bekend te maken met het onbekende (het zorgt voor solidariteit).
Door de herdenking spraken we – natuurlijk – ook over het verhaal van Europa. Dat is altijd ‘nooit meer oorlog’ geweest, maar voor de nieuwe generatie Europeanen die de oorlog niet hebben meegemaakt moet dat Europa-verhaal misschien een andere betekenis krijgen. Het nieuwe verhaal kan dan ‘maar wel overal gratis data-roaming!’ worden om jonge generaties te overtuigen van het nut van Europese samenwerking.
En we hadden het over het voorstel van de Europese Commissie om de nieuwe Europese begroting van 1000 miljard naar 1300 miljard te verhogen en hoe Mark Rutte het totaal onacceptabel vond om met een kleine EU (het Verenigd Koninkrijk gaat tenslotte weg) meer uit te gaan geven. Dat paste natuurlijk niet bij zijn idee over de EU!
Ongemerkt spraken we daardoor over efficiëntie (hoeveel mensen werken daar bij de Europese Unie en wat levert dat op), over identiteit (wat doet reizen door Europa met je en moeten we dat gratis aanbieden?), over bestaansrecht (waarom hebben we een Europese Unie?) en over transparantie (waar gaat dat geld van de Europese Unie naar toe en wie beslist daarover mee?). Belangrijke en grote thema’s die betrekking hebben op de toekomst van Europa.
Koers van Europa
We wisselden daar in het café onze ideeën uit, kwamen op sommige punten nader tot elkaar en op sommige punten absoluut niet. Nu maakt die uitwisseling van onze ideeën in een discussie met vrienden in het café niet zozeer uit. Althans, wel voor ons en ons denken over Europa, maar niet direct voor de toekomst van Europa. Maar stel je nu eens voor dat diezelfde discussie plaatsvindt aan een tafel met Europese leiders als Angela Merkel, Mark Rutte en Emmanuel Macron. Dan doen diezelfde thema’s er wel degelijk toe voor de toekomst van Europa. Zij beslissen samen over de koers die Europa wil en zal varen. Daarom vind ik het niet alleen belangrijk om te begrijpen welke ideeën mijn vrienden en ik hebben ten aanzien van Europa door er met hen over in gesprek te gaan, maar ook wat Europese leiders denken en vinden.
Ik wil in mijn onderzoek begrijpen welke ideeën politiek leiders in Europa er op nahouden en hoe ze die ideeën uiten en gebruiken in de discussies die ze met elkaar voeren en de speeches die ze binnen en buiten Europa geven. Daarom doe ik sinds 2016 onderzoek naar de ideeën van politiek leiders in Europa. Specifiek kijk ik naar de eurocrisis omdat dit een ingrijpende gebeurtenis is waar de Europese instellingen in Brussel geen pasklaar antwoord op hadden.
Door het ontbreken van een oplossing voor de crisis, moesten (en moeten) Europese leiders op zoek naar nieuwe en nog niet bestaande oplossingen om de crisis het hoofd te bieden. In de discussies daarover borduren zij voort, net als ik en mijn vrienden in het café, op de ideeën die zij hebben over Europa en over hoe je zo’n economisch probleem op kunt lossen. Alleen doen zij dat niet altijd in alle rust met een drankje in de hand, maar onder grote druk en het toeziend oog van alle Europeanen. Ik onderzoek daarbij of zij hun eigen ideeën wel eens aanpassen en onder welke omstandigheden ze dat wel of niet doen. Daarmee hoop ik meer inzicht te krijgen hoe politiek leiders in Europa samen handen en voeten geven aan de toekomst van Europese samenwerking.