Armoede maakt mensen kwetsbaar bij rampen als gevolg van klimaatverandering. Onderzoekers werken aan slimme systemen die tijdig waarschuwen voor droogte, overstromingen en hittegolven, zodat mensen zich kunnen voorbereiden en levens gespaard blijven.
Stel je voor: je bent veehouder in Somalië en de trotse bezitter van een flinke kudde kamelen, koeien en geiten. Je gezin en jij leven van de melk en het vlees dat zij geven, maar ook van het geld als je er af en toe een verkoopt. Het aantal dieren geeft je status, en ze zijn je pensioen voor later. Maar dan verandert het weer. Het is steeds vaker en langer achter elkaar droog. Je dieren sterven van de honger en de dorst.
In Somalië, Ethiopië en Kenia hebben op dit moment miljoenen mensen honger. Er zijn al duizenden mensen overleden als gevolg van de hongersnood en hulpverleners verwachten dat het er nog meer worden.
“Klimaatverandering is een belangrijke factor in de hongersnood”, stelt Maarten van Aalst. Als hoogleraar klimaat en rampen aan de Universiteit Twente doet hij onderzoek naar de vraag welke weersextremen toe te schrijven zijn aan klimaatverandering. “Maar er zijn meer zaken aan de hand. Het risico dat mensen lopen, is het gevolg van een combinatie van het extreme weer zelf, maar ook de blootstelling daaraan en de kwetsbaarheid ervoor.” Arme mensen zijn bijvoorbeeld kwetsbaarder. Ze kunnen geen eten kopen, ook al is het verkrijgbaar. Daarnaast kan er door de oorlog in Oekraïne geen graan meer worden geïmporteerd uit Oekraïne en Rusland.
Van Aalst is ook verbonden aan het klimaatcentrum van het Rode Kruis. Daar helpt hij klimaatrampen te voorspellen, zodat de hulpverleners van het Rode Kruis betere humanitaire hulp kunnen bieden aan deze kwetsbare mensen. Bijvoorbeeld door hen beter op de rampen voor te bereiden.
Voorkomen is beter dan genezen
We kunnen ons aanpassen aan het veranderende klimaat, waardoor de gevolgen minder erg zullen zijn. Ook de honger in de Hoorn van Afrika had minder erg kunnen zijn, als mensen weerbaarder waren, zegt Van Aalst. Er hadden waterputten aangelegd kunnen worden, of irrigatiesystemen om gewassen te verbouwen. Maar ook minder armoede zou de bevolking minder kwetsbaar maken. “In Nederland hebben bedrijven tijdens de pandemie bijvoorbeeld coronasteun gekregen. In Afrika is ook veel schade geleden door corona, maar zij kregen geen bijstand en blijven in armoede en daardoor kwetsbaar achter.”
Aanpassen aan klimaatverandering is veel goedkoper dan achteraf de schade opruimen, zegt Van Aalst. Voor aanpassing aan klimaatverandering voor de hele wereldbevolking is ongeveer anderhalf biljoen (duizend miljard) dollar per jaar nodig. Dat is veel geld, maar de voordelen ervan zijn nog veel groter: we voorkomen daarmee klimaatschade ter waarde van zo’n 8 biljoen dollar per jaar. “Deze bedragen zijn schattingen, we moeten ze niet te nauw nemen”, zegt Van Aalst er wel bij. “Het is bierviltjes-economie. Maar een ding is zeker: voorkomen is beter dan genezen.”
Dat geldt vooral als het gaat om het vroeg waarschuwen bij rampen. Goede systemen om mensen te waarschuwen wanneer er storm, droogte of overstromingen aankomen, zogenaamde early warning-systemen, kunnen veel mensenlevens redden. En gelukkig is er al veel verbeterd op dat gebied, zegt Van Aalst. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwamen bij een grote tropische storm in Bangladesh honderdduizend mensen om het leven. Sindsdien is er hard gewerkt aan betere early warning. “Meteorologen in Bangladesh kunnen cyclonen nu veel beter voorspellen. Die voorspelling bereikt via mobiele telefoons meer mensen. Er zijn veel schuilplaatsen gebouwd die stevig zijn of hoger liggen, waar mensen naartoe kunnen bij een overstroming. Kinderen krijgen op school les in wat ze moeten doen bij een dreigende overstroming.” Die voorbereiding heeft geholpen. Bij een vergelijkbare cycloon als die in de jaren zeventig, kwamen twee jaar geleden nog maar 124 mensen om, en hadden acht miljoen mensen tijdelijk hun heil elders gezocht.
Van Aalst en zijn collega’s hopen dit succes nog te vergroten door klimaatwetenschap te verbinden aan humanitaire hulp. Dat kan door niet alleen te waarschuwen, maar ook al voorafgaand aan de ramp mensen te helpen, zodat ze zich beter kunnen voorbereiden op de naderende ramp. “Van early warning naar early action”, noemt Van Aalst dat. Het is vooral gericht op kwetsbare en arme mensen.
Als voorbeeld noemt hij een vrouw die aan de kust van Bangladesh woont en één koe heeft. Ze leeft van de melk die haar koe geeft. Als er een storm aankomt, kan ze zelf naar een veiliger plek vertrekken, maar haar koe kan ze niet meenemen. Het slimste wat ze kan doen is haar koe verkopen, maar die is op dat moment bijna niks waard, want wie wil er nu een koe kopen als er net een storm aan komt? Van Aalst: “Als we die vrouw een klein beetje geld geven voorafgaand aan de storm, kan ze daarmee een vrachtauto huren om haar koe naar een veilige plek te brengen. Hulp gebaseerd op voorspellingen noemen we dat. Mensen kunnen op die manier zelf hun oplossing kiezen. Je laat mensen in hun waarde. Normaal gesproken zijn er na een cycloon heel veel mensen die hun bestaansmiddelen verloren zijn en afhankelijk zijn van hulp. Dat voorkom je hiermee.”
Vals alarm
Er is bij dit soort anticiperende hulp altijd het risico van vals alarm. Misschien dooft de aangekondigde cycloon al uit voordat hij de kust van Bangladesh bereikt. Van Aalst: “Het is ons werk om de mogelijke voordelen van vroeg in actie komen af te wegen tegen de kans op een vals alarm.” Als voorbeeld noemt hij de overstromingen in Oeganda. “Keer op keer brak er cholera uit na een overstroming, veroorzaakt door gebrek aan schoon drinkwater. Om dat te voorkomen, gaven we mensen een paar dagen voorafgaand aan een overstroming al een jerrycan voor drinkwater en een paar tabletjes chloor. Zo’n tabletje kost een paar cent per persoon. Dat is veel goedkoper dan een medisch team sturen om zieke mensen beter te maken bij een cholera-uitbraak. We hebben uitgerekend dat we die actie wel honderd keer ten onrechte kunnen doen, en dan nog is het goedkoper dan achteraf handelen.”
Om het risico van vals alarm te kunnen inschatten, doet Van Aalst onderzoek naar de betrouwbaarheid van de voorspelling van een ramp. “In veel landen is er niet zo’n goede meteorologische dienst, zoals bij ons het KNMI. Dan moet je het doen met minder goede, algemene weermodellen. We onderzoeken of die algemene modellen toch een voldoende betrouwbare voorspelling opleveren. We kijken bijvoorbeeld waar in het verleden overstromingen plaatsvonden, en of die door de modellen voorspeld konden worden.”
Minister overtuigen
Anticiperende hulp geven vraagt wel om geld. Rijke landen geven geld voor humanitaire hulp, maar altijd pas nadat een ramp heeft plaatsgevonden. “Door ons wetenschappelijk onderzoek kunnen we aantonen dat het werkt om al hulp te geven voordat een ramp heeft plaatsgevonden. Met die data kunnen we ministers overtuigen.” Het Internationale Rode Kruis heeft sinds een aantal jaren een pot geld voor preventieve hulp, waar ook Nederland aan bijdraagt.
Goed nieuws dus van het front van de humanitaire hulp. Maar van de andere kant zullen overstromingen, cyclonen, droogte en hittegolven toenemen als gevolg van klimaatverandering. Zijn de verbeteringen in het vroeg waarschuwen en preventieve hulpverlening genoeg om de toenemende schade op te vangen? “Het helpt wel, Maar het is geen antwoord op de toenemende problemen”, zegt Van Aalst. “Helaas schiet humanitaire hulp te vaak tekort. Door de wetenschap kunnen we steeds beter vooruitkijken naar het verloop van rampen en erop reageren. Maar er komt te weinig geld van regeringen om ook voldoende hulp te geven en bij elke ramp alle mensen genoeg te helpen.”
Dat zie je ook bij de huidige hongersnood in de Hoorn van Afrika, aldus Van Aalst. “Er zijn nu al duizend mensen gestorven als gevolg van deze hongersnood, en we gaan richting de honderdduizenden. We weten wat er komt, maar we doen te weinig.”