Zelfs de VS heeft als regerend wereldkampioen bij aanvang een kans van minder dan 1 op 5 om het WK-toernooi te winnen, volgens simulaties van SciSports. Het toont opnieuw aan dat de loting en blind toeval een grote rol spelen bij toernooivoetbal.
Volgens een computersimulatie die tienduizend keer het mogelijke verloop van het WK-toernooi in Frankrijk doorrekende, heeft het Nederlands vrouwenelftal 4,5 procent kans om wereldkampioen te worden. De regerend Europees kampioen behoort daarmee niet tot de favorieten, want er zijn zeven landen die meer kans op de titel maken, waaronder Frankrijk, Duitsland en Engeland. Topfavoriet is regerend wereldkampioen VS, met 18,7 procent kans om de titel te prolongeren.
SciSports publiceert de simulatie als indirecte PR voor hun bedrijf, dat gedetailleerde data verzamelt over (vooral mannen-)voetbal. Die data worden met name gebruikt door profclubs bij beslissingen over het aankopen van nieuwe spelers.
Oranje-Nieuw Zeeland 1:0
De simulatie dateert van vóór de eerste wedstrijd van Oranje, die de Leeuwinnen nipt met 1-0 wonnen van Nieuw-Zeeland. Omdat die ene gewonnen wedstrijd al een groot aantal mogelijke toernooiverlopen uitsluit, zou je de simulatie nu over kunnen doen om een betrouwbaardere en actuelere voorspelling te krijgen. Volgens Jan van Haaren, hoofd data & analytics bij SciSports, vergt de simulatie geen ingewikkelde berekeningen en duurt die op een gewone PC slechts een paar minuten.
Uit praktische overwegingen – de programmeurs zijn net met vakantie gegaan, aldus Van Haaren – houdt SciSports het echter bij deze ene voorspelling. De 1-0 in de eerste wedstrijd zal ook maar een minimale toename van de kans op de wereldtitel opleveren. Immers, de uitslag was als verwacht – Nederland staat hoger op de wereldranglijst dan Nieuw-Zeeland – en de kans om de groepsfase te overleven was volgens de simulatie al zeer hoog, namelijk 95,6 procent. Dat komt omdat van de 24 teams die meedoen, er maar 8 afvallen in de groepsfase, en omdat er twee landen bij Nederland in de groep zitten die lager op de wereldranglijst staan.
Elo-rating
Voor elk team bepaalt de computer tegen welke andere teams ze in dit toernooi kunnen komen te spelen, wat mede afhankelijk is van de resultaten van andere teams. Voor al die wedstrijden bepaalt de computer een kans op winst of gelijkspel (dit laatste alleen in de groepsfase), op grond van de elo-ratings van de beide teams en het resultaat uit onderlinge wedstrijden, mits die er geweest zijn. De elo-rating is een aan het schaken ontleende, objectieve graadmeter voor de speelsterkte gebaseerd op zoveel mogelijk wedstrijduitslagen.
Je kunt nu de diverse kansen uitrekenen dat een team voldoende goed scoort in de groepswedstrijden om door te gaan naar de knock-outfase (namelijk: eerste of tweede in de groep, of bij de vier besten op plaats drie in de groep). Daarmee openen zich voor dit team diverse paden door de knock-outfase, tot aan de finale. Maar wie je op dat pad tegenkomt is afhankelijk van de uitslag van de andere wedstrijden, en op elk pad heb je een andere kans om te overleven.
Het aantal mogelijke toernooiverlopen is veel groter dan tienduizend (zie het kader), dus de simulatie is gebaseerd op een steekproef uit alle mogelijkheden. Wel is het mogelijk om voor elk team het meest waarschijnlijke pad naar de finale te identificeren. In deze interactieve infographic kun je van elk land het meest waarschijnlijke pad naar eeuwige roem vinden.
Loting en loterij
Bij een analyse van het mannen-WK in 2018 kwam NEMO Kennislink al tot de conclusie dat toernooivoetbal grotendeels een loterij is.
Dat begint natuurlijk al met de loting voor de groepsindeling: de sterkte van de andere teams in je groep bepaalt voor een flink deel je kans om de knock-outfase te halen. Doordat ieder team drie groepswedstrijden speelt, is de eindstand in de groep toch een redelijk goede afspiegeling van de relatieve speelsterkte van die vier teams.
Maar in de knock-outfase, waar één bal op de paal het verschil tussen alles of niets kan maken, is de toevalsfactor zo groot, dat meestal niet het beste team kampioen wordt. Dat blijkt ook uit deze simulatie van het vrouwen-WK: de favoriet VS heeft maar 18,7 procent kans om het toernooi te winnen, dus de kans dat een ander team wint is ruim 4 op 5 (81,3 procent).
Rest de vraag: hoe goed is deze voorspelling? Volgens Van Haaren zijn de uitkomsten van de simulatie grotendeels in overeenstemming met die van andere koffiedikkijkers, zoals de Britse bookmakers. Die betalen nu 16 tegen 1 uit als Nederland wereldkampioen wordt. De beste manier om de betrouwbaarheid van een voorspelling te toetsen, is achteraf kijken hoe goed die uitkwam. Gek genoeg heeft SciSports eerdere simulaties niet systematisch geëvalueerd. Van Haaren: “Het zou goed zijn om dat straks wel te doen.”