De afgelopen 150 jaar is onze levensverwachting verdubbeld. Wetenschappers proberen die gemiddelde levensduur nog verder op te rekken. Wat betekent dat voor de toekomst? Drie experts tekenden hun beeld van een wereld waarin we 200 jaar oud worden.
We worden ouder en ouder. In de tentoonstelling Living looonger in De Studio in NEMO duiken we daarom in de mysteries van veroudering. We bekijken manieren om zo lang mogelijk vitaal te blijven en laten technieken zien die veroudering vertragen – met alle risico’s van dien. Want wat doet zo lang leven met je levenslust en wat zijn de gevolgen voor de planeet? Bezoekers van de tentoonstelling maken tekeningen waarop ze verbeelden hoe zij de toekomst zien in het licht van veroudering. De redactie van NEMO Kennislink maakt een selectie uit deze tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering trappen drie experts vast af.
Eline Slagboom: “We zijn niet ontworpen om 200 jaar mee te gaan”
Eline Slagboom is verouderingsonderzoeker aan het Leids Universitair Medisch Centrum en weet dat veroudering een stuk complexer is dan wel of geen goede genen hebben. “Gedrag, levensstijl en omgevingsfactoren zijn allemaal minstens zo belangrijk voor het halen van een hoge leeftijd.” Slagboom zet daarom twee verschillende toekomstscenario’s op papier. In het ene wordt slechts een handvol mensen heel oud, bij wie al die omstandigheden gunstig zijn: “Omdat dit er niet veel zullen zijn, sterven ze eenzaam.” In het andere scenario worden we als mens niet heel veel ouder, maar worden we wel gezonder oud, en blijven we dus ook omringd door naasten.
Maar gezond oud worden heel complex, vertelt Slagboom. “Ons dieet, stress, en ongezonde levensstijl brengen allemaal schade aan ons lichaam.” Daardoor wordt iedereen uiteindelijk broos. Er zijn wel onderzoeken die proberen die DNA-schade en eiwitschade te verminderen. Maar dat is niet dé oplossing voor een lang en gezond leven, stelt de bioloog. Jarenlang letsel herstelt zich immers nooit volledig. “Zelfs niet bij degenen met de beste genetische aanleg. Onze biologische systemen zijn simpelweg niet ontworpen om tweehonderd jaar mee te gaan.”
Genen manipuleren
Maar wat als we dan al eerder aan de knoppen rommelen? Nog voor de geboorte gaan knutselen met de genen? “Even los van de ethische, sociale en praktische overwegingen: je kan het verouderingsproces niet veranderen door simpelweg een paar knoppen in te drukken”, verzucht Slagboom. “Er zijn veel studies geweest waarbij bepaalde genetische of fysiologische manipulaties de levensduur van dieren kunnen verlengen, maar dat kun je niet zomaar vertalen naar mensen.”
Dat is niet alleen vanwege de complexiteit van onze biologie, maar heeft ook te maken met ons gedrag. “We worden omringd door stress en ongezond voedsel en we bewegen te weinig.” Volgens Slagboom zouden we onze genen daarom nog zo kunnen perfectioneren: als we ons gedrag niet veranderen, worden we echt niet heel veel ouder. Op dit moment begint op sommige plaatsen in de wereld door ongezond gedrag de levensverwachting zelfs voor het eerst weer wat te dalen, vertelt ze.
Maar uiteindelijk draait het niet om de leeftijd, vertelt Slagboom. De ouderen die ze spreekt, zeggen allemaal: ‘Hoe oud ik word, maakt me niet uit. Zolang ik maar redelijk gezond ben en mijn kinderen niet overleef.’ Vooral dat laatste is volgens haar zeer belangrijk. “Als je de tweehonderd haalt, overleef je waarschijnlijk een deel van je kinderen en vrienden. Dat gebeurt nu al met mensen die aanzienlijk langer leven dan gemiddeld. Dan maak je aan het einde van je leven een heel eenzame reis, daar moet je maar tegen kunnen.”
Volgens Slagboom is het daarom beter om vast te houden aan wat volgens haar de essentie van het leven is. “Dat er een grens is aan ons vermogen om oud te worden zonder ziekte of kwetsbaarheid. En dat je met dat leven zoveel mogelijk waardevolle dingen doet.”
——
Marcel Olde Rikkert: “Als we gezond oud willen worden, moeten we ook zorgen voor een gezonde planeet”
Marcel Olde Rikkert, hoogleraar Geriatrie en coördinator van het Radboudumc Alzheimer Centrum mengt zich in zijn werk regelmatig in het debat over veroudering. Zijn standpunt: “Laten we niet proberen om 200 jaar oud te worden, maar om 200 procent beter te leven.”
“Als iedereen heel oud zou worden, dan neemt de wereldbevolking dramatisch toe”, schetst Olde Rikkert. “Dat heeft ernstige gevolgen voor het klimaat: meer mensen consumeren simpelweg meer middelen, en dat heeft direct gevolgen voor onze gezondheid.” Met name ouderen kunnen slechter tegen extreme hitte, legt hij uit, en op het moment dat er een drinkwatertekort is, ondervindt iedereen daar problemen van. “Als we gezond oud willen worden, moeten we dus ook zorgen voor een gezonde planeet.” Hij wijst naar zijn tekening met aan de ene kant verdorde planten, en aan de andere kant kleinschalige landbouw. “Alleen dan kan de aarde zo veel mensen aan.”
De ‘beter levende mens’
Olde Rikkert filosofeert even door op het leven van een toekomstig ‘beter levende mens’. “Zij hebben dan geleerd dat een gezonde levensstijl niet alleen bijdraagt aan een beter klimaat, maar ook aan een gezondere oude dag.” Onderwijs en bewustwording spelen daar volgens hem een cruciale rol in. “We zouden op jonge leeftijd al moeten leren hoe veroudering werkt. Dan zou iedereen ook meekrijgen hoe je zo lang mogelijk actief en gezond kunt blijven. Niet iedereen weet namelijk dat je door een uitgebalanceerd dieet, matige voedselinname en een actieve levensstijl de kans op ziekten als dementie kunt verminderen.”
Dat droombeeld is er dus nog niet, maar ook in deze tijd kunnen we al veel doen om ouderen te ondersteunen, weet Olde Rikkert. “Er zijn al kompassen in de maak die demente mensen de weg naar huis wijzen bijvoorbeeld en hulpmiddelen die ouderen herinneren om te water te drinken. Maar er worden ook sociale woongroepen opgericht, zodat mensen niet alleen actief blijven, maar ook gemakkelijk hulp kunnen krijgen en sociaal contact onderhouden. Al die toepassingen zorgen ervoor dat we actief en zelfstandig kunnen blijven functioneren, wat heel gezond is.”
Oud worden hoeft dus zeker niet alleen maar kommer en kwel te zijn. En dus moeten af van dat idee, en van de culturele obsessie met jong blijven, vindt Olde Rikkert. “Onze samenleving doet vaak alsof jeugdigheid en vitaliteit de meest aantrekkelijke eigenschappen zijn. Maar elke levensfase heeft zijn eigen uitdagingen en charme.” Op een realistischere en positieve manier kijken naar ouder worden, is volgens Olde Rikkert overigens niet alleen veel prettiger, het is ook van levensbelang. “Als je positieve verwachtingen hebt van ouder worden, dan heb je in je latere jaren waarschijnlijk ook echt een betere gezondheid.”
——
Elke Ielegems: “Een ontwerp moet voor iedereen geschikt zijn”
Elke Ielegems, architect en postdoc onderzoeker in Universal Design aan de faculteit Architectuur en Kunst van UHasselt, houdt zich onder meer bezig met inclusieve woningen. “Dat betekent dat je tijdens je ontwerp niet een specifieke doelgroep in gedachten houdt”, legt Ielegems uit, “maar dat een ontwerp voor iedereen geschikt is, zonder dat er aanpassingen nodig zijn.” Als voorbeeld tekent ze een handdoekdrager voor bij een wc. “Het ziet er stijlvol uit en je kan er een handdoek doorheen hangen, maar het functioneert ook als handgreep om vanaf de wc makkelijker op te staan. Zo is het écht bruikbaar voor iedereen.”
Veel mensen denken namelijk dat ‘inclusief bouwen’ alleen is voor mensen met een permanente beperking, vertelt Ielegems. “Terwijl hulpmiddelen ook fijn zijn voor mensen met een tijdelijke beperking, zoals een gebroken been. Of gewoon voor extra comfort. Iemand in een rolstoel zal bredere deuren fijn vinden, maar als ik met mijn wasmand door het huis loop, vind ik dat ook prettig.” Het draait om details die voor iedereen nuttig kunnen zijn, zonder dat het ten koste gaat van de huiselijke sfeer, besluit Ielegems. “Oftewel: opvallend onopvallend.”
Woonvormen
Als we nog ouder worden, wordt aandacht voor die details steeds belangrijker. Daar rekening mee houden is het efficiëntste bij de start van een ontwerp. “Zo kan je er bijvoorbeeld voor zorgen dat een grotere gezinswoning later eenvoudig kan opgesplitst worden in twee woningen. Er bestaan al wettelijke richtlijnen voor nieuwe gebouwen om energie-efficiënt te bouwen. Het zou mooi zijn als er ook zoiets kwam voor inclusief bouwen en voor woningen gericht op verschillende toekomstwensen.”
Ondanks dat er al best wat initiatieven zijn voor ouderen en voor mixen van leeftijden, zijn dit soort woningen van de toekomst nog niet vanzelfsprekend, vertelt Ielegems. Om daar verandering in te brengen denken Ielegems en collega’s niet alleen na over de wensen van de huidige ouderen, maar ook aan die van toekomstige ouderen. Uit onderzoek blijkt dat er een groeiende interesse is in alternatieve woonvormen. “Meergeneratiewonen bijvoorbeeld, waar je specifiek met familie of vreemden van verschillende leeftijden samenwoont, of co-housing, wat een soort huisgenoten zijn waarbij ieder zijn eigen woning heeft maar ook leefruimtes met elkaar deelt, zoals een logeerkamer of tuin.”
Uiteindelijk draait het allemaal om de vraag waar je gelukkig wordt, concludeert Ielegems. “We brengen zo ongeveer 60 tot 70 procent van ons leven thuis door. Als we ouder worden stijgt dit zelfs naar 80 procent. We zullen dus echt op een andere manier naar onze woningen moeten gaan kijken.”