Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Hoe weet je of iemand weet wat hij/zij weet?

Pixabay CC0

Zijn kleuters zich bewust van de grammaticale regels die zij aan het leren zijn? En hoe kom je daar eigenlijk achter? Dat zijn vragen die ik in mijn onderzoek probeer te beantwoorden.

6 februari 2018

Jonge kinderen zijn goed in het leren van allerlei ingewikkelde patronen in taal. Maar weten ze ook wat die patronen zijn? Waarschijnlijk kunnen ze dat niet in mooie volzinnen uitleggen, maar misschien hebben ze wel op een andere manier door dat er regelmatigheden zijn. Alleen: hoe weten we dat kinderen zich bewust zijn van de regels in hun taal, als we dat niet aan hen kunnen vragen?

Verschillende soorten bewustzijn

Om dat te weten te komen is het goed om eerst vast te stellen dat er meerdere vormen van bewustzijn bestaan. Je kunt natuurlijk weten dat je iets aan het doen bent en dat mooi onder woorden brengen. Bijvoorbeeld als je weet dat je nu op NEMO Kennislink een blog van Sybren aan het lezen bent of wanneer je op late leeftijd Nederlands leert en uit kunt leggen dat een Nederlandse zin meestal begint met het onderwerp.

Daarnaast ben je misschien ook bewust van iets zijn zonder dat exact onder woorden te brengen. Bijvoorbeeld wanneer je doorhebt dat je wat ik nu schrijf eigenlijk niet zo goed meer begrijpt. En je daarom een ander adres in je browser intikt, terwijl je niet kunt vertellen wat het is dat je niet begrijpt. In dat laatste geval verraadt je handelen dat bewustzijn wel. Voor kinderen geldt misschien ook wel dat ze niet onder woorden kunnen brengen welke taalregels ze leren, maar dat ze zich er wel naar gedragen. Maar: hoe weten we of dat zo is?

Hoe weten we dat we ons bewust zijn van de regels in taal?

Pixabay CC0

Een kijkje in het dierenrijk

Laten we, om die vraag te beantwoorden, eens verder kijken dan de mens. Hoewel we als enige diersoort taal gebruiken, betekent dat niet dat we als enige bewustzijn hebben. Allerlei andere dieren hebben vermoedelijk ook door wat ze weten en wat ze doen, ook al kunnen ze dat niet verwoorden. Gelukkig is hier al allerlei onderzoek naar gedaan, bij onder andere duiven, dolfijnen, ratten en apen. Wellicht kunnen we soortgelijke onderzoeksmethodes ook op kinderen toepassen. Omdat apen laatste nog het meest op ons lijken, ga ik daar wat dieper op in.

Als de resusaap de goede keuze maakte, kreeg hij een pinda.

Pixabay CC0

In een experiment zagen resusapen een plaatje dat ze moesten onthouden. Later zagen ze allerlei verschillende plaatjes en moesten ze daaruit het juiste plaatje kiezen. Als ze de goede keuze maakte, kregen ze een pinda. Als ze verkeerd kozen, kregen ze niks. De apen konden ook passen en geen plaatje kiezen. In dat geval kregen ze een brokje: beter dan niks, maar minder lekker dan een pinda.

De onderzoekers varieerden vervolgens de tijd tussen het eerste plaatje en het keuzemoment. Hoe langer de tijd tussen die twee momenten was, des te vaker kozen de apen voor een brokje. Daarmee gaven de apen aan zich bewust te zijn van hun herinnering aan het plaatje. Hoe langer het namelijk duurde voordat ze een plaatje moesten uitzoeken, des te groter de kans dat ze het oorspronkelijke plaatje zouden vergeten. En dat betekent: geen beloning.

Een talige toepassing

Iets soortgelijks doe ik nu ook met kleuters. Zij hoeven geen plaatjes te onthouden en krijgen ook geen pinda’s. Ze leren een taal en krijgen daar vragen over. Als ze de regel in die taal leren, zijn sommige vragen makkelijk en andere juist niet. De kinderen verdienen twee punten voor een goed antwoord, maar krijgen niks als ze het fout doen. Ook kunnen ze passen en naar de volgende vraag gaan, dan krijgen ze één punt. Wat nou als de kinderen doorhebben wat de regels zijn? Dan passen ze bij vragen die met kennis van de regel moeilijk zijn, en maken ze een keuze bij de makkelijke vragen. Of dat ook gebeurt, is nog even afwachten.

ReactiesReageer