Gemiddeld worden we met z’n allen steeds ouder. Maar ‘ouder worden’ gaat om meer dan alleen iemands leeftijd, er komt veel meer bij kijken. Wat is het dan precies? Hoe werkt ouder worden in je lichaam en geest? En wat betekent zoveel ouder worden voor onze huidige maatschappij? Moderator Desiree Hoving sprak met drie experts over jong blijven en zo oud mogelijk worden.
De oudste mens die ooit leefde werd 122 jaren en 164 dagen. Een leeftijd die we allemaal wel zouden willen bereiken, of niet? Als Desiree Hoving aan het publiek vraagt wie er 150 zou willen worden, gaat ruim de helft van de handen omhoog. Wanneer ze vraagt naar onsterfelijkheid zijn er nog maar enkele handen over. De meeste aanwezigen zijn vanavond gekomen om te horen hoe ze ouder kunnen worden. Oftewel: hoe krijg je controle over je leeftijd?
Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie aan het Radboud UMC, zou best 120 willen worden. “Maar als het morgen is afgelopen vind ik het ook goed. Het gaat niet alleen om de kwantiteit, maar ook om wat je met je leven doet.”
Olde Rikkert doet onderzoek naar het ouder worden van de mens. Maar wat is ouder worden precies? Ouder worden hoort bij onze natuur, maar wordt vaak behandeld als een ziekte. “In feite is het vergelijkbaar met een auto die ouder wordt, je krijgt roest en schade. Dit gebeurt ook op al je cellen, organen en DNA”, vertelt Olde Rikkert. “Ouder worden is eigenlijk het opstapelen van schade in je lichaam, iets wat bij het leven hoort en onvermijdelijk is. Iets wat hoe dan ook gebeurt, je hebt er geen controle over.”
Onderzoekers houden zich al vele jaren bezig met het uitstellen of tegenhouden van ouder worden. Volgens Olde Rikkert zijn we qua kennis al veel verder dan 150 jaar geleden, maar op maatschappelijk vlak is nog veel winst te behalen. “Op school leer je hoe kinderen worden geboren en hoe je je professioneel ontwikkelt, maar bij wat je na je pensioen gaat doen wordt nooit stilgestaan”, stelt hij. De klassieke levensloop – tot vijfentwintig jaar studeren, een baan zoeken, kinderen krijgen en werken tot je vijfenzestigste – bestaat al anderhalve eeuw en is gebaseerd op een tijd dat we nog zeventig jaar werden.
Honderd en kerngezond
Dat we steeds ouder worden laat biochemicus Henne Holstege van het VUMC zien. Zij heeft het 100+-onderzoek opgezet en onderzoekt niet-demente ouderen boven de honderd. In Nederland zijn er ongeveer 2500 honderdplussers, waarvan 315 deelnemen aan de studie van Holstege. Wat haar fascineert is dat deze ouderen bewijzen dat het cognitief functioneren niet per se achteruitgaat op hoge leeftijd.
“Ik vind het niet interessant om ouder te worden, maar wel om niet dement te worden”, zegt ze. De genen van mensen spelen een grote rol bij de kans op dementie: ze bepalen voor 25 procent hoe je veroudert. De overige 75 procent heb je zelf in de hand: gezond eten, in beweging blijven en ook sociale contacten zijn cruciaal voor gezond ouder worden.
Als we weten welke genen precies een rol spelen bij dementie, kunnen we al vanaf erg jonge leeftijd voorspellen of iemand later dementie krijgt of niet. Uit de zaal komt de vraag of mensen dat eigenlijk wel willen weten. Daarover verschillen de meningen. Waar de een het alleen wil weten als er een remedie is, zou het de ander juist houvast geven. Maar is dementie krijgen wel zo erg? Mensen die zelf dementie hebben, schijnen dit niet als vervelend te ervaren, vertelt Olde Rikkert. Het is vooral de omgeving die het een probleem vindt. Zij ervaren dit als het kwijtraken van de controle. De controle die we zo graag wilden hebben om gezond oud te worden.
Naast goede genen hebben de honderdplussers uit het VUMC-onderzoek een andere opvallende overeenkomst: ze staan buitengewoon positief in het leven. Holstege: “Ze hebben zeker nare dingen meegemaakt, maar over het algemeen willen ze doorgaan, want het leven heeft ook mooie kanten.”
Gezondheidsplicht
Techniekfilosoof Laurens Landeweerd van de Radboud Universiteit is van mening dat we inderdaad steeds meer controle krijgen over onze leeftijd. Maar dit heeft ook een keerzijde. “Het lijkt een soort verplichting vanuit de samenleving om alles wat je doet, zo gezond mogelijk te doen”, stelt Landeweerd. Volgens hem is er sprake van een zogenaamd ‘gezondheidsfacisme’: een maatschappij die ons dwingt om zo gezond mogelijk oud te worden in plaats van genieten van het leven.
Een manier om controle over onze leeftijd te krijgen is door zogenoemde mensverbetering. Dit wordt al in onschuldige vormen toegepast zoals wandelstokken, kunstgebitten en brillen. Er is echter een groep mensen die nog een stapje verder wil gaan dan de normale evolutie, de transhumanisten. Zij zien de mens als een soort systeem waar je dingen in kan aanpassen en veranderen. Technisch is er al erg veel mogelijk, maar dit krijgt veel weerstand omdat het niet natuurlijk is. Een voorbeeld is het laten invriezen van je lichaam (of alleen je hoofd) en hopen dat er over honderd of misschien wel duizend jaar een manier is om je weer tot leven te wekken. Een beginsel naar onsterfelijkheid zou je kunnen zeggen.
Onnatuurlijk publiek
Opvallend is dat het publiek van vanavond vrij onnatuurlijke maatregelen zou willen nemen om ouder te worden. Organen klonen, injecties van testosteron en bloedtransfusies met bloed van jongere mensen zijn enkele opties die de revue passeren. Bloedtransfusies met het bloed van jongeren is al onderzocht in muizen en zorgde voor betere spierkracht en hersenprestaties bij de oudere muizen.
Een andere vorm van mensverbetering die wordt besproken is de darmflora-transplantatie. Door zo’n transplantatie word je microbioom gezonder, wat weer een positieve invloed heeft op je organen. Uiteindelijk heeft dit een positief effect op de symptomen van Parkinson.
Maar waar ligt de grens bij al deze verbeteringen? Wanneer is het nog natuurlijk en wanneer wordt het kunstmatig? Volgens een bezoeker wordt het kunstmatig wanneer je te veel tijd kwijt bent met medicijnen nemen of het onderhouden van je protheses. Landeweerd beaamt dit: “De grens of het natuurlijk is of niet, heeft te maken met in hoeverre je wil dat geneeskunde in je dagelijks leven aanwezig is.”
Het leven is eindig
“Het hoort wel bij de mens dat we eindig zijn, want als het leven niet kan eindigen dan heeft het geen zin”, stelt Landeweerd. Tegelijkertijd is oneindig willen leven ook onderdeel van onze natuur, we willen niet sterven maar voortbestaan. Maar voor de maatschappij als geheel zou het nadelige effecten hebben. Als iedereen steeds ouder wordt, zijn mensen van 120 jaar nog steeds niet met pensioen, maar directeur van een groot bedrijf. “Dan moet je wel heel lang wachten tot je carrière kan maken en blijft de samenleving een beetje stilstaan.”
Al met al krijgen we dus duidelijk steeds meer controle over onze leeftijd. We kunnen steeds ouder worden, maar moeten ons afvragen hoe we die extra tijd gaan besteden. Zo zul je bij een levensverwachting van 200 jaar misschien studeren tot je vijftigste en daarna werken tot je 150 bent.
Landeweerd sluit de avond af met een tip voor hoe je het beste leeft: “Leef je om ouder te worden dan volg je strenge regels, wil je vooral genieten dan sterf je jong. Mijn tip is om de gulden middenweg te bewandelen.”