Bij het Songfestival ontging het commentatoren Cornald Maas en Jan Smit dat Nederland al ruim voor het einde gewonnen had. Ten onrechte wekten ze achteraf de indruk dat dit heel moeilijk te ontdekken was.
Als de commentatoren bij het Songfestival in Tel Aviv over cijfermatig inzicht hadden beschikt, hadden ze geweten dat het Nederlandse liedje de winnaar was zodra de publiekspunten binnen waren. In plaats daarvan hielden ze half Nederland tot de allerlaatste stemronde in onnodige spanning.
Cornald Maas beriep zich een dag later bij talkshow Pauw op de persbriefing van vrijdag. Daarin beweerde de organisatie dat de einduitslag door het nieuwe stemsysteem tot op het laatste moment onzeker zou zijn. Misschien kwam het alle betrokken partijen wel goed uit om dat te geloven.
Er was in ieder geval één twitteraar (Richard Ridder uit Groningen) die nog tijdens het spektakel meldde dat Nederland al gewonnen had, en ook Telegraaf-columnist Rob Hoogland bedacht dit de volgende ochtend. Er blijkt zelfs minstens één wiskundige naar het Songfestival gekeken te hebben, want Wil Schilders van de TU Eindhoven stuurde NEMO Kennislink een spreadsheet van het puntenverloop met analyse, waar we nu dankbaar gebruik van maken.
Omgekeerde volgorde
Het stemsysteem voor het Songfestival is in de zestigjarige geschiedenis keer op keer gewijzigd. Sinds 2016 wordt de helft van de punten uitgedeeld door vakjury’s uit de deelnemende landen, en de andere helft via televoting door de kijkers. Per land hebben zowel de vakjury’s als het publiek 58 punten te verdelen (12+10+8+7+6+5+4+3+2+1) over de tien deelnemers van hun voorkeur. Er waren 41 deelnemende landen. Dit betekent dat alle 26 deelnemers aan de finale samen 41 × 58 = 2378 jurypunten ontvangen, en ook 2378 publiekspunten.
De ranglijst van de vakjury’s wordt eerst bekendgemaakt. Vervolgens worden de publiekspunten in omgekeerde volgorde bekendgemaakt, dus van onder naar boven in de jury-ranglijst. In theorie kan de beslissing dan al bij een van de onderste landen vallen.
Immers, als de vakjury’s de punten vrij gelijkmatig over de landen verdelen, zijn de verschillen tussen al die landen klein, zeg enige tientallen punten. Als televoting dan wel een overduidelijke publiekslieveling oplevert die bijna het maximum van 40 × 12 = 480 punten krijgt, dan weet je meteen dat dit land het Songfestival wint, omdat een land daarna nog maar maximaal 10 × 40 = 400 publiekspunten kan krijgen.
De claim van de organisatie dat deze manier van stemmen spanning tot op het laatste moment garandeert, hangt dus af van de aanname dat de voorkeuren van de vakjury en het publiek ongeveer gelijk op lopen.
Was dat zo in Tel Aviv? Slechts zes landen kwamen zowel in de top tien van de vakjury’s als van het publiek voor. Het meest schizofreen was de score van Noorwegen, winnaar bij het publiek met 293 punten, en bij de vakjury’s zestiende met 47 punten. Omgekeerd was het bij Tsjechië: zevende bij de vakjury’s met 150 punten en op drie na laatste bij het publiek met 7 punten. Gemiddeld scheelde het oordeel van jury’s en publiek 57,5 punten, overeenkomend met drie plaatsen op de totaalranglijst.
Drukte om niks
Wat gebeurde er nu precies in Tel Aviv? Nederland kwam in de ranglijst van de vakjury’s op de derde plaats, vóór Italië en achter Noord-Macedonië en Zweden. De commentatoren bleven er tot aan de laatste publiekspunten, voor Zweden, op hameren hoe spannend het allemaal was. Immers, toen Nederland zijn 261 publiekspunten binnen had en op totaal 492 kwam, boven Italië, moesten Noord-Macedonië (237) en Zweden (239) hun publiekspunten nog binnenkrijgen.
Het leek heel spannend, maar de commentatoren hadden simpelweg op een rekenmachientje kunnen bijhouden hoeveel publiekspunten er nog te vergeven waren. En wel door iedere keer als de publiekspunten voor een deelnemer binnenkwamen, dit aantal ook af te trekken van 2378, het totaal dat het publiek te vergeven had.
Voordat Nederland de publiekspunten binnenkreeg, waren er nog 412 publiekspunten te vergeven. Dus toen had Zweden nog kunnen winnen. Maar direct nadat Nederland de publiekspunten kreeg waren het er nog maar 412 – 261 = 151. Omdat Zweden minstens 253 (492-239) publiekspunten nodig had, stond toen vast dat het niet eens meer in de buurt van Nederland kon komen, dus Noord-Macedonië ook niet.
Hiermee geconfronteerd bij Pauw deden commentatoren Jan Smit en Cornald Maas er zowel lacherig als afwerend over, alsof het bizar was om van hen te verlangen dat ze behalve showbizz-enthousiastelingen ook nog rekenwonders waren. Maar zo ingewikkeld was het niet. Misschien is het alvast een tip voor het Songfestival 2020 om de puntentelling wel bij te houden?