Op de middelbare school had ik twee zeer totaal verschillende toekomstdromen. Meestal komen dromen niet uit, maar zoals mijn ouders al voorspelden heb ik nu toch mijn droombaan.
Vroeger had ik twee zeer uiteenlopende toekomstdromen: 1) arts worden bij artsen zonder grenzen of 2) uitgever worden bij een literaire uitgeverij. Het blijkt lastig om te weten wat je wil worden, als je geen beeld hebt van wat het precies inhoudt om arts te zijn of uitgever. Hiervoor helpen natuurlijk meeloopdagen en informatiemiddagen, maar vaak heb je wel meer nodig dan een eerste indruk om te weten of je dat voor de rest van je leven wil gaan doen.
Feest van herkenning
Ik ben uiteindelijk geneeskunde gaan studeren omdat het werk als arts me leuker leek op de lange termijn. Al snel ontdekte ik dat ik de studie niet leuk vond; het is een studie waarvoor je veel informatie uit je hoofd moet leren. Hoewel dat wel lukte, haalde ik geen inspiratie of energie uit het leren van rijtjes vol weetjes.
Daarom ben ik in mijn tweede jaar van geneeskunde vakken van een andere studie gaan volgen. Ik wilde iets met taal; het werd taalwetenschap. Wat was dat een feest van herkenning; dit was precies wat ik miste bij geneeskunde! Lekker nadenken, speculeren aan de hand van wetenschappelijke kennis, bij jezelf bedenken hoe iets kan werken. Eindelijk was er iets dat ik nog niet snapte, in plaats van dat ik het simpelweg niet wist.
Toch ben ik blij dat ik geneeskunde ben gaan studeren. Niet vanwege de studie, die raad ik alleen aan als je veel plezier put uit het stampen van informatie, maar vanwege de baan. Na vele saaie stages op afdelingen waar je alles uit je hoofd moet kennen, kwam ik namelijk ‘thuis’ in de psychiatrie.
Als psychiater moet je proberen te doorgronden wat er gebeurt in een gesprek, moet je bij jezelf voelen wat het met je doet, hoe dat komt, en bovenal, of en waarmee je de persoon voor je zou kunnen helpen. Ook hier vond ik dingen die ik niet snapte. Nog steeds begrijp ik niet hoe sommige gedachten kunnen ontstaan. Hoe kan het dat de persoon tegenover mij iets ziet wat ik niet zie? Hoe kan het dat we de rest van de wereld dan wel hetzelfde zien, of gelijk genoeg om erover te praten. Onbegrijpelijk. En dat is juist wat het zo boeiend maakt!
Perfecte combinatie
Dankzij het onderwerp van mijn promotieonderzoek werd mijn huidige baan mijn toekomstdroom. In mijn onderzoek kijk ik naar taal in de psychiatrie. Een perfectere combinatie bestaat er voor mij niet.
Hoe kom je nou terecht in je ideale droombaan? Mijn ouders zeiden vroeger dat het niet uitmaakt wat voor studie je gaat doen, je komt uiteindelijk toch wel op je plekje terecht. Mijn advies zou zijn: probeer te ontdekken waar jij écht enthousiast van wordt. Waar wil jij meer over leren, waarover verbaas jij je? Wat vind jij leuk om te doen? Probeer je niche te vinden.
Daarnaast helpt het om te bedenken wat je aantrekt in werk. Houd je van praktisch bezig zijn of van met je handen werken? Dan is een opleiding tot een specifiek beroep misschien iets voor jou (zoals geneeskunde). Vind je het fijn om korte, gerichte opdrachten te doen met direct resultaat? Dan is onderzoek een uitdaging voor je.
Uiteindelijk hadden mijn ouders toch (een beetje) gelijk: als je je passie volgt en niet opgeeft, vind je die droombaan vanzelf wel!