Naar de content

Hoe IJsland door gekte beter ging voetballen

Een besneeuwd veld met een blauw hek op de achtergrond.
Een besneeuwd veld met een blauw hek op de achtergrond.
Joseph Fox

Het IJslandse voetbalelftal was de grote verrassing op het EK van 2016 en het WK van 2018. In een uitstekend boek gaat een wetenschapper na hoe IJsland aan een succesvolle opmars begon.

5 november 2020

Jarenlang was het spel van het IJslandse elftal niet om aan te zien. Net zoals Andorra, Luxemburg en Malta was het een lachertje in Europa – allemaal landen met weinig inwoners en amper goede voetballers. Maar dat is al een tijdje niet meer zo. IJsland versloeg bijvoorbeeld het Nederlands elftal verrassend in oktober 2015 met 2-0. Oranje was het jaar daarvoor nog derde geworden op het WK. De eilanders stormden door en stapelden stunt op stunt. Het land kwalificeerde zich voor het EK 2016 en ook nog eens het WK 2018. Dat was geen geluk. Het voormalige lelijke eendje viel op met sterk spel. Op het EK haalden ze zelfs de kwartfinale.

Het IJslands voetbalelftal op het WK van 2018 in Rusland. Het was het eerste WK waar IJsland zich voor kwalificeerde.

Светлана Бекетова, wikimedia commons, CC BY-SA 3.0

Lava en gravel

Hoe komt dit toch? Naar dat antwoord gaat Matt McGinn op zoek in het boek Against the elements. The eruption of Icelandic football. Hij werkt als promovendus aan de universiteit van Nottingham. En dat is te merken. Om de transformatie van de eilanders te verklaren duikt McGinn niet alleen in de voetbalcultuur, maar haalt hij ook veel wetenschappelijke onderzoeken aan en beschrijft technologische hulp. Hierdoor is het een razend interessant boek geworden.

Maar voordat we de wetenschap erbij halen, moeten we eerst in de faciliteiten duiken die IJsland heeft voor zijn voetballers. Om na te gaan hoe het kan dat IJsland zoveel beter is gaan voetballen, moet je vooral kijken naar de veranderingen van de jaren voorafgaand aan het succes. Toen werd immers de basis gelegd. Vroeger werd gespeeld op gestold lava en gravel. De ijzige wind scheerde langs de wangen van de spelers. Prima voor de hardheid van de voetballers, maar leer ze maar eens technisch en tactisch vernuft als je tenen bevriezen en je oren er welhaast afwaaien.

Doorzetters

Daarom werden voetbalhallen gebouwd. Dat zijn een soort grote loodsen, die wel wat op een hangar voor vliegtuigen lijken. Daar kan je altijd trainen, hoe hard het ook sneeuwt en waait. Daarnaast werden buiten een soort trapveldjes aangelegd, die half zo groot zijn als de gewone voetbalvelden. Ze worden verwarmd via geothermie, een techniek waarbij warmte uit de ondergrond slim wordt gebruikt om het gras groen te houden. In totaal gaat het om 333 velden. Er is hierdoor één veldje per 67 geregistreerde voetballers op het eiland.

Een van de hallen in het ruige IJslandse landschap. Door dit soort hallen kan er ook onder barse weersomstandigheden gevoetbald worden. Foto uit het besproken boek.

Joseph Fox

Deze veldjes geven de voetballers de mogelijkheid om beter te worden. McGinn verwijst naar een studie van de Zweedse hoogleraar Anders Ericsson (Universiteit van Florida) uit 1993 waarin hij laat zien dat het tienduizend uur kost om een expert ergens in te worden. De voetbalhangars en trapveldjes maken dat mogelijk. Daarnaast professionaliseerde IJsland de trainers, die werden gestimuleerd om diploma’s te halen, waardoor het niveau van de trainingen toenam.

Maar er is nog meer. Mentaliteit is net zo belangrijk, laat McGinn zien. Hij noemt het woord dugledur. Het betekent letterlijk vertaald zoiets als degelijk en efficiënt. Wanneer een jeugdspeler een goede actie maakt, dan zeggen de coaches niet ‘knap gedaan’ of ‘lekker bezig’. Nee, dan gebruiken ze dit woord dugledur. De trainer wil ermee zeggen dat je iets hebt bereikt door hard te werken en lef te tonen. De mentaliteit van doorzetters dus.

IJslanders zijn doorzetters uit nood, vanwege het barre landschap waarin ze opgroeiden. Nooit opgeven, niet zeuren en samenwerken was generaties lang noodzakelijk om te overleven. Onderzoek van voormalig professioneel voetballer én psycholoog Haukur Ingi Gudnason (Universiteit van IJsland) laat zien dat juist IJslandse voetballers op het hoogste niveau mentaal sterk zijn en dit soort waarden hebben.

Gekte

McGinn haalt ook nog de socioloog Vidar Halldorsson van de Universiteit van IJsland aan. Hij noemt de mentaliteit zelfs ‘IJslandse gekte’. Het staat voor een collectieve identiteit van sportteams op het eiland. Het gaat uit van het idee dat spelers alles kunnen bereiken als ze zich maar volledig inzetten. Dit geloof, dat volgens mij een beter woord is, kan je zien als een symptoom van de gekte op het eiland, betoogt hij.

Het zijn allemaal overtuigende argumenten die McGinn in zijn boek goed onderbouwt. Maar dan doet hij iets wat op het eerste vreemd lijkt. Hij gaat al de hier genoemde argumenten weerleggen. Hartstikke mooi hoor, die trapveldjes en voetbalhallen waardoor je vaker tegen een bal kunt trappen, maar ondermijnen ze niet juist die veelgeprezen mentaliteit? Want je hoeft helemaal niet meer door te zetten en te voetballen met bevroren tenen om te kunnen voetballen. Hoe zorgen hangars en verwarmde velden voor een sterke mentaliteit? En leuk die onderzoeken naar dugledur, maar waar is het sluitende bewijs dat dit echt een verschil is tussen Braziliaanse en IJslandse voetballers?

Een voetbalwedstrijd op IJsland. Foto uit het besproken boek.

Joseph Fox

Voetbal op een vissersboot

Net wanneer je dus denkt verklaringen te hebben gevonden voor het IJslandse succes, begin je toch te twijfelen. McGinn probeert het succes te vangen met zijn onderzoeken en vele interviews. Maar als hij de verklaringen opschrijft is hij toch echt een wetenschapper die vooral benadrukt dat er nog meer onderzocht moet worden. Ook dat is wetenschap: argumenten maken, die toetsen en op zoek gaan nog betere en sterker onderbouwde verklaringen.

Hij laat de lezer daarmee een beetje in verwarring achter. Maar dat is niet erg. Dat het IJslandse succes ongrijpbaar blijft, is juist ook mooi. Voordat ik dit boek ging lezen wist ik zeer weinig over voetbal in IJsland. Sterker nog, het was geen onderwerp waarvan ik dacht dat ik er met veel plezier een boek over zou lezen. Maar McGinn heeft me volledig overtuigd. Hij slaagt erin om te tonen hoeveel interessante kanten er aan het IJslandse voetbal zitten. Hij duikt diep in de veelzijdige voetbalcultuur en mentaliteit op het eiland. En dan zijn er ook nog de prachtige sfeerbeschrijvingen. Zo gaat de auteur voetbalwedstrijden kijken op een vissersboot, waarbij het ruige vissersvolk tussen het werk door kijkt naar het IJslandse elftal. Het levert één van de beste voetbalboeken op die ik ooit las.

Matt McGinn (2020). Against the elements. The eruption of Icelandic Football. Pitch, 256p. 15,14 euro.

ReactiesReageer