Op 4 en 5 mei herdenken wij onze doden en vieren we onze vrijheid. Maar de Duitsers zijn nog altijd bezig met Vergangenheitsbewältigung, ‘in het reine komen met het verleden’. Herdenken blijft ingewikkeld, want is Duitsland alleen dader of ook slachtoffer?
In Duitsland bestaat geen dodenherdenking en ook geen Bevrijdingsdag. Vreemd? Nee. Het onderwerp ligt nog veel te gevoelig. Voor Duitsers is een dodenherdenking onvoorstelbaar, want het is hun eigen schuld dat die doden er zijn. Als Nederlanders zijn we gewend dat er uitgebreid aandacht wordt besteed aan de slachtoffers van de oorlog en aan de bevrijding. In Duitsland is hier echter helemaal geen sprake van. Er zijn wel nationale herdenkingsdagen, maar er is geen integrale viering of herdenking in heel Duitsland.
Dodenherdenking en Bevrijdingsdag zijn een erg Nederlands verschijnsel. De herdenking van de Tweede Wereldoorlog is in Duitsland te complex om in één dag te doen. Daarnaast zijn de Duitsers bang voor wat andere landen zouden zeggen als ze een herdenkingsdag zouden invoeren. De herdenking overschaduwd door hun schuldgevoel, waardoor ze erg terughoudend zijn. Of dit schuldgevoel nog steeds op zijn plaats is, valt te bediscussiëren.
‘Stiller Tag’
Geen kransleggingen of twee minuten stilte dus. Maar hoewel er geen integrale herdenkingsdag is, wordt er wel degelijk aandacht besteed aan de slachtoffers van de oorlog. Dit gebeurt op verschillende dagen, waarbij verschillende dingen worden herdacht. Op 8 mei 1945 capituleerde Nazi-Duitsland, en op die dag vinden dan ook een aantal herdenkingen plaats. Op 27 januari werd Auschwitz bevrijd, en ook die dag wordt nog steeds gevierd.
Daarnaast is er nog Volkstrauertag op de tweede zondag voor de Advent, waarop alle slachtoffers van alle oorlogen herdacht worden. In de Bondsdag en in gemeentes worden op deze Stiller Tag (stille dag) wel kransen en bloemen gelegd. In de grote kranten wordt er op die dagen wel aandacht aan besteed en op televisie zijn er programma’s in dat thema te zien.
Alleen in de ‘ronde jaren’ worden er grotere herdenkingen georganiseerd. Zo was er in 1985 een grote herdenking van de oorlog en in 2009 werd er veel aandacht besteed aan de inval in Polen in 1939. Dit jaar is het 80 jaar geleden dat Hitler aan de macht kwam en 75 jaar geleden dat de Kristallnacht plaatsvond. In Berlijn wordt daar het hele jaar aandacht aan besteed met het thema Zerstörte Vielfalt, verwoeste diversiteit.
Hierbij staat centraal dat Hitler de diversiteit die er was in Duitsland heeft verstoord. De Jodenvervolging leidde tot een intellectuele leegloop. Aan de hand van biografieën van bekende joodse vluchtelingen, zoals Albert Einstein, Fritz Lang en Bertolt Brecht wordt verteld hoe het was om toen in Duitsland te wonen.
Herdenken in Duitsland is dus een ingewikkelde aangelegenheid. Dat blijkt ook uit de totstandkoming van de herdenking zoals hij nu is.
Historische knieval
De eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog stonden in het teken van verdringen, wederopbouw en het Wirtschaftswunder. Voor herdenken, laat staan accepteren, was nog geen plaats. In de jaren zestig en zeventig kwam de jongere generatie hiertegen in opstand. Oude wonden werden opengehaald en de oude generatie werd gedwongen haar eigen verleden in de ogen te kijken.
Het meest pijnlijke deel van deze confrontatie was de aandacht voor de Jodenvervolging. Pas in de jaren zestig drong de omvang van de Holocaust goed door, geïllustreerd door het Eichmann-proces in 1961. In 1970 maakte bondskanselier Willy Brandt een historische knieval voor het getto-monument in Warschau. Daarmee gaf Brandt een nieuwe impuls aan de acceptatie van het verleden.
Vanaf de jaren tachtig was er sprake van een kentering in het denken over de Tweede Wereldoorlog. De verstreken tijd creëerde ruimte voor relativering van de oorlogsmisdaden: de historicus Ernst Nolte zei dat de Holocaust niet uniek was, maar vergelijkbaar met andere genociden. Deze uitspraak leidde tot grote ophef en verdeeldheid in Duitsland.
Nieuwe blik
De Duitse Bondspresident Richard von Weizsäcker deed een uitspraak die de kijk op de Duitsers en de Tweede Wereldoorlog ingrijpend veranderde. Op 8 mei 1985 zei hij in een toespraak dat de Duitsers in 1945 zelf ook bevrijd werden van het nationaal-socialisme. Voor het eerst werd het mogelijk om de Duitsers te zien als slachtoffers.
De uitspraak van Von Weizsäcker was 40 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Voor de generatie die nu leeft, is de oorlog steeds meer iets uit de verhalen van ouders en grootouders. Dit schept in Duitsland ruimte voor een nieuwe blik op de herdenking van de oorlog.
Hoewel de jongste generaties de oorlog alleen nog uit verhalen kennen, blijft het belangrijk om te herdenken. Uit een onderzoek van de krant Die Zeit blijkt dat Duitse jongeren geen schuldgevoel meer opgelegd willen krijgen. Daarvoor is er teveel tijd verstreken. Maar ze geven ook aan dat ze herdenken belangrijk vinden. In het Duits is er een woord voor het verwerken van het eigen verleden: Vergangenheitsbewältigung. Letterlijk betekent het ‘in het reine komen met het verleden’.
Dit is een moeilijk proces in Duitsland omdat er zoveel kanten zitten aan het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. Dit wordt mooi geïllustreerd door de geschiedenis van de Neue Wache (zie kader). De discussie in Duitsland rond de aard van de herdenking draait om daders en slachtoffers. Is Duitsland alleen dader, of is het ook slachtoffer? Op die vraag is nog steeds geen goed antwoord gevonden. Dat dat blijkt ook uit het karakter van de herdenkingen. Herdenken in Duitsland is ingewikkeld.