Wat maakt het uit of ik overstap op een plantaardig dieet, of minder vlieg? Het is makkelijk om je klein te voelen bij een overweldigend probleem als klimaatverandering. Volgens complexiteitswetenschappers kan je echter wel degelijk een verschil maken. Zij analyseren complexe systemen, zoals het energiesysteem of het wereldwijde voedselnetwerk, door interacties tussen individuen of groepen mensen te simuleren. Een lokale verandering kan wereldwijde gevolgen hebben: het vlindereffect.
Zin in speklapjes op de barbecue, met een koud biertje erbij? Of in nacho’s met guacamole? Je krijgt hier waarschijnlijk al trek van, maar minder lekker is het dat je eten ook invloed heeft op het klimaat. Maar liefst dertig procent van onze energie wordt gebruikt om voedsel te produceren en vervoeren, zegt Brian Dermody, universitair docent aan het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (Universiteit Utrecht).
Bovendien is het mogelijk dat door de internationale handel een gebeurtenis in het ene land onvoorziene gevolgen heeft in andere landen. “Kijk naar de oorlog in Oekraïne”, legt Dermody uit. “De hoge gasprijs maakt kunstmest onbetaalbaar. Boeren produceren minder voedsel, en de prijs van voedsel stijgt.” Alle schakels in het netwerk beïnvloeden elkaar. Zie het als een groot radarwerk, waarbij alle afzonderlijke radartjes elkaar beïnvloeden. De wetenschap die zich met die interacties bezighoudt, is de studie van complexe systemen. NEMO Kennislink duikt in het web van analyses dat complexiteitsonderzoekers zoals Dermody proberen te begrijpen en voorspellen, en stelt de vraag: hoe kun je een verschil maken in een wereldwijd probleem?
Avocado’s
Om goed te begrijpen hoe wetenschappers dit onderzoeken, moet je op een andere manier nadenken. Wanneer je tegen een steen trapt, dan zorg je ervoor dat dit kiezeltje een stuk verderop komt te liggen. Een duidelijk oorzaak en gevolg. Maar bij grote, ingewikkelde systemen moet je dit loslaten. Oorzaak A leidt niet altijd tot gevolg B. Er is een mate van toeval en willekeur in het systeem. Eén toevallige gebeurtenis kan alle andere interacties in het systeem veranderen – het zogenaamde vlindereffect (butterfly effect in het Engels). En dat is nog niet alles. Want hoe meer interacties er zijn, hoe chaotischer het systeem zich gaat gedragen, en hoe lastiger het te voorspellen is. Enkel als bepaalde factoren het systeem beperken, is voorspelling mogelijk. Dermody noemt de seizoenen als zo’n beperkende factor in het voedselsysteem.
Maar er speelt nog meer een belangrijke rol. Neem het voedselsysteem. Dat is een levend systeem van mensen, planten en dieren. Al deze levensvormen reageren op veranderingen in hun omgeving. Ze passen zich aan of maken andere keuzes. Dit zorgt ervoor dat interacties in de loop van de tijd veranderen. Dermody noemt de avocado als voorbeeld: “De avocado is erg populair geworden in westerse diëten. Er is een grotere vraag en een hogere prijs. Veel boeren zagen een kans en stapten over op de avocadoteelt. Maar avocadobomen vragen veel water, dus gingen boeren beregenen. Het leidde tot overmatig gebruik van grondwater in landen als Chili, waar water schaars is. Boeren moesten meer brandstof verbruiken om water uit steeds diepere grondlagen op te pompen, wat op zijn beurt leidde tot hogere voedselprijzen.”
Om meer grip te krijgen op hoe dit nou allemaal werkt, bestuderen Dermody en collega’s deze systemen via modellen. Dit zijn computersimulaties van alle onderdelen en interacties in het systeem. Momenteel werkt Dermody’s collega Natalie Davis aan een model om te begrijpen hoe we de overgang naar een duurzaam voedselsysteem in Nederland versnellen. Ze verbindt schakels van boeren, consumenten en spelers uit de bevoorradingsketen, om onvoorziene gevolgen van beleidsscenario’s te verkennen. Zo vond ze dat het stimuleren van consumenten om vers en gezond te eten in plaats van bewerkt voedsel, voordelen oplevert voor boeren omdat er minder geld verloren gaat aan voedselverwerkende bedrijven in de keten.
Verbinding is macht
Met al die verschillende radartjes die in een systeem draaien is iets interessants aan de hand. Want hoe meer een schakel verbonden is met andere, hoe meer invloed die heeft. “In het voedselsysteem is Nederland een goed voorbeeld,” vertelt Dermody. “Het is een van de meest verbonden landen in de wereldhandel. Het importeert soja en exporteert vlees en zuivel. Hoe meer handelsroutes een land heeft, hoe meer voedselzekerheid en macht.” Ons kleine landje stelt dus wel degelijk iets voor? “Ja en nee. Verbindingen geven een land macht, maar die macht is grotendeels in handen van een paar bedrijven en die kunnen verhuizen.” Grote verbondenheid heeft ook een keerzijde: het stelt je bloot aan verstoringen elders.
Ook voor mensen geldt: hoe meer je verbonden bent, des te groter je invloed, zo vond Davis in haar model. Dit heet sociale besmetting, als een soort virus dat zich verspreidt. Alleen wordt hier geen virus maar een manier van denken overgedragen. Het is echter niet zo simpel als een virus dat je infecteert, legt Davis uit. “Iemand verandert bijvoorbeeld van mening na herhaalde interacties met anderen, en niet-sociale invloeden, zoals het lezen van de krant. Het is een opeenstapeling. Meningen en overtuigingen kunnen weerbarstig zijn. De snelheid waarmee iemand van mening verandert, hangt af van hoeveel sociale connecties hij heeft en aan welke ideeën hij wordt blootgesteld. Sommige individuen, zogenaamde makelaars of verbinders, spelen een belangrijke rol in het verbinden van verschillende sociale kringen en organisaties.”
Menselijke keuze
Dat je als mens anderen kan beïnvloeden is één ding, maar kun je daarmee ook het systeem veranderen? Als je stopt met vliegen of minder vlees gaat eten, maak je dan een verschil? Dermody is daar sceptisch over. Hij wijst op nog een kenmerk van veel systemen: padafhankelijkheid. Kort gezegd: het verleden beperkt de toekomst. “Degenen met macht in het systeem, zoals politieke partijen en bedrijven, hebben vaak geprofiteerd van de status quo. Dat maakt het moeilijk te veranderen. Diversiteit is een belangrijke factor bij het veranderen van zulke systemen: innovaties brengen nieuwe manieren van denken en doen.”
Nieuwe technologieën zoals zonnecellen, en opvattingen zoals veganisme, kunnen een verschuiving in het systeem veroorzaken. In de verspreiding van die innovaties kan een individu volgens Amerikaanse onderzoekers een belangrijke rol spelen, en een verschil maken in klimaatverandering. De onderzoekers modelleerden dit onlangs in een studie gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Een van de auteurs, Katie Lacasse, legt het model uit: “We wilden een klimaatmodel bouwen met mensen erin. De keuzes die we maken veranderen in de loop van de tijd als reactie op het klimaat. Die terugkoppeling zit niet in de standaardklimaatmodellen van het IPCC.” Een belangrijke uitkomst uit het model is dat menselijke keuzes het aantal klimaatscenario’s beperken. “Het is zeer onwaarschijnlijk dat we niks zullen doen, maar ook dat we alles omgooien. De worstcase- en bestcasescenario’s zijn onrealistisch”, zegt Lacasse. Zij is gedragspsychologe aan het Rhode Island College (Verenigde Staten).
Kantelpunt
Het mens-en-klimaatmodel laat zien dat een individu in een paar situaties een kantelpunt kan veroorzaken in het systeem: een sneeuwbaleffect waardoor de hele samenleving omklapt naar duurzaam gedrag en lage emissies. Lacasse: “De bereidheid van klimaatsupporters om naar een duurzame technologie (bijvoorbeeld zonnepanelen) over te stappen, ook al is die aanvankelijk erg duur, kan heel belangrijk zijn. Dit vergroot hun geloofwaardigheid, waardoor ze beter in staat zijn anderen te overtuigen om ook klimaatsupporter te worden. Als deze nieuwe voorstanders eenmaal overstappen naar duurzame technologie, beginnen veel andere sociale factoren te verschuiven. De sociale norm duwt nu meer mensen in de richting van de nieuwe technologie. De kosten ervan dalen naarmate er meer vraag is, waardoor het voor iedereen gemakkelijker wordt om over te stappen. Zo kan dit leiden tot een golf van technologieadoptie en lagere emissies.”
Hoewel een wereldprobleem als klimaatverandering ingewikkeld en overweldigend is, kan systeemdenken dus ook hoop geven. Het laat zien dat je met de juiste connecties en middelen wel degelijk een verschil kunt maken.