De Etna barst geregeld uit. Het wekt weinig verbazing – het is immers een van de actiefste vulkanen ter wereld. Toch is het bijzonder, zeggen geologen. De Etna is een raadselachtige vulkaan, vinden zij, want hij bevindt zich op een plek waar je dat helemaal niet zou verwachten. Waarom is de Etna er dan toch?
Subductie
De meest voor de hand liggende verklaring voor de Etna is dat hij – net als de Stromboli en de Vesuvius – veroorzaakt is door de botsing van de Afrikaanse en de Euro-aziatische aardschol. Deze twee aardplaten drijven langzaam maar zeker op de relatief vloeibare aardmantel naar elkaar toe. Bij Italië komen ze elkaar tegen, en duikt de oceanische korst van de Afrikaanse plaat onder het Europese continent.
In de diepte komt water vrij uit de korst, waardoor het omringende mantelgesteente een lagere smelttemperatuur krijgt en gedeeltelijk smelt. Door zijn lage dichtheid komt dit gesmolten gesteente naar boven, om als vloeibaar magma door het aardoppervlak heen te breken: de vulkaan is een feit.
De Stromboli, net ten noorden van Sicilië, is een voorbeeld van zo’n vulkaan. Hij bevindt zich precies boven de plek waar de duikende plaat de diepte bereikt waarop het hierboven beschreven proces plaats kan vinden. Maar voor de Etna geldt dit niet: de Etna ligt te ver van de subductiezone af om door opwellend smeltgesteente verklaard te kunnen worden.
Kwarts
Bovendien bevat het magma van vulkanen die op deze manier ontstaan veel SiO2 (kwarts). Dit mineraal komt veelvuldig in de aardkorst voor, en wordt door het magma opgenomen als het zich door de korst heen naar het aardoppervlak beweegt. Het magma wordt taai van SiO2, en stroomt niet makkelijk uit de vulkaan.
Vulkanen die door subductie veroorzaakt worden barsten daarom pas uit als er eerst een flinke spanning is opgebouwd; zo’n uitbarsting treedt dan vaak op in de vorm van een enorme ontploffing. Dat zien we bij de Etna niet. Deze wordt gekarakteriseerd door regelmatig optredende maar relatief rustige uitbarstingen, waarbij het magma gewoon uit de krater stroomt. Dat magma is juist arm aan SiO2.
Mantel
Op sommige plaatsen op aarde is de aardmantel extra heet, en is er sprake van een hotspot. Ook in dat geval kan er magma naar boven komen en vulkanen vormen op het aardoppervlak.
Het magma bestaat dan puur en alleen uit gesmolten mantelmateriaal en bevat geen gesmolten korst. Het is daardoor arm aan SiO2, maar juist rijk aan magnesium en ijzer. Het vulkaaneiland Hawaï is bijvoorbeeld op deze manier gevormd. Zou dit dan wellicht ook een verklaring kunnen zijn voor de Etna?
Jan Wijbrans, geochemicus aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, denkt van niet. Er is geen enkele aanleiding om te denken dat er een hotspot onder de Etna zit, en tomografische beelden (een soort CT-scan van de aarde, waarop je de warme en koude regio’s onder het aardoppervlak kan onderscheiden) laten dit ook niet zien.
Dat er mantelmateriaal door de korst heen breekt bij de Etna gelooft hij wel, maar hij geeft een andere verklaring. “De oostkant van Sicilië is een breuklijn”, legt hij uit, “dat kun je bijvoorbeeld zien aan het feit dat de kust een kaarsrechte lijn vormt.” Hierdoor zou ook de subductiezone in de diepte gebroken kunnen zijn. Wijbrans:“Dan zit er gewoon een lek in het systeem, waardoor het mantelmateriaal naar boven kan komen.”
Experimenten
Dat klinkt logisch, maar waarom zou de mantel zich door het lek omhoog gaan bewegen? Wat is de drijvende kracht daarachter, als er geen sprake is van een hotspot? Daar denkt Wouter Schellart van Monash University in Melbourne, Australië, het antwoord op gevonden te hebben. Schellart slaagde er vorig jaar in om met laboratoriummodellen de opwaartse stroom van mantelmateriaal op de plek van de Etna, in het klein na te bootsen: van kilometers naar centimeters in het lab.
Schellart bootste het subduceren van de Afrikaanse plaat in de mantel na met een plaat van siliconen waarvan één kant wegzakte in een bak met glucosestroop. Zorgvuldig samengestelde glucosestroop, wel te verstaan: het experiment was zo ontworpen dat het gedrag van de stroop op de schaal van het experiment vergelijkbaar was met het gedrag van de mantel op de schaal van de aarde.
“Doordat de Afrikaanse plaat naar beneden zinkt, de mantel in, worden allerlei stromingen in die mantel veroorzaakt”, legt Schellart uit. In de modellen beweegt het materiaal om de zuidrand van de plaat heen, om juist onder Sicilië naar boven te komen. “Hierdoor komt het onder een lagere druk te staan, waardoor het kan smelten. De smelt komt vervolgens als magma aan het oppervlak, waardoor de Etna en de vulkanen er omheen verklaard kunnen worden.” En zo komt langzaam maar zeker het antwoord op het raadsel van de Etna in zicht.
Zie ook:
- Vulkanen (Kennislinkdossier)
- Aardbeving triggert vulkaanuitbarstingen (Kennislinkartikel)
- Europa´s actiefste vulkaan (Vrije Universiteit Amsterdam)