In het Nederlands moet je altijd kiezen tussen ‘hij’ of ‘zij’. Lastig als je iemands gender niet weet, irrelevant vindt, of als je over een non-binair persoon praat. Hoe lossen andere talen dit op? Kun je zeggen dat de ene taal seksistischer is dan de andere?
Een experimentje. Denk even na over de volgende vraag: wie is je lievelingszanger? Schrijf minimaal drie namen op.
Nu de vervolgvraag: heb je ook vrouwen op je lijstje staan? Dikke kans van niet. Het woord ‘zanger’ roept bij de meeste mensen alleen het beeld van een man op. Als je de vraag anders stelt (‘Wie is je lievelingszanger of -zangeres?’), schrijven mensen wél vrouwennamen op. Het is een voorbeeld van wat we androcentrisme noemen: de man staat centraal. Als we geen specifieke informatie hebben over gender, nemen we automatisch aan dat het wel om een man zal gaan. En zo krijgen mannen, vaak onbewust en onbedoeld, voorrang.
Sofie Decock is taalkundige aan de universiteit van Gent. “Ik denk dat de term ‘seksisme’ het best past bij de ondergeschikte betekenis van vrouwelijke woorden. Zo denken mensen bij een ‘directeur’ aan het hoofd van een groot bedrijf, maar bij ‘directrice’ eerder aan een schoolbestuurster. Androcentrisme lijkt erop, maar dat gaat meer om gevallen waarbij het mannelijke de norm is. Denk maar aan een woord als ‘brandweerman’. Dat kun je ook wel voor een vrouw gebruiken, maar ‘brandweervrouw’ zal nooit naar een man verwijzen. Zo heb je allerlei mannelijke woorden die gebruikt worden om naar álle genders te verwijzen.”
Kerel als uitgangspunt
Wie androcentrisme uit zijn (of haar!) taal wil bannen, heeft twee mogelijkheden: alle genders gelijkwaardig zichtbaar maken, of juist alle gender verwijderen. Kies je voor het eerste, dan heb je het in het Nederlands maar moeilijk. Bij ‘zanger’ kun je ‘zangeres’ erbij zetten, maar wat is het vrouwelijke equivalent van ‘minister’, of van ‘manager’? Met het Duits ben je beter af. Je kunt met -in eigenlijk altijd uit de voeten: Ministerin en Managerin zijn prima woorden. In het Frans kun je meestal gewoon een -e aan het mannelijke woord plakken. En als je m/v-paren te beperkt vindt, kun je in die talen met typografische trucs ook nog andere genders expliciet weergeven: Geschäftsführer*Innen en dirigeant.e.s verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke én non-binaire bedrijfsleiders.
In het Nederlands kom je zoals gezegd niet ver met deze strategie. Met woordtoevoegsels maak je je bovendien schuldig aan een andere vorm van androcentrisme: als je vrouwelijke woorden van mannelijke afleidt, is die kerel tóch weer het uitgangspunt. En soms wil je gewoon helemaal niet naar gender verwijzen, omdat je het bijvoorbeeld niet relevant vindt. Er is dus veel vraag naar de tweede strategie: genderneutrale taal.
Neutraliseren
Het Turks en het Fins zijn voorbeelden van talen waarin zulke genderneutraliteit makkelijk is: er bestaat namelijk helemaal geen hij/zij-onderscheid. Het Turkse o en het Finse hän verwijzen naar een persoon met welk gender dan ook. Ook hebben deze talen geen mannelijke of vrouwelijke lidwoorden (zoals der en die, le en la) – ze zijn volledig gendervrij.
In taalgemeenschappen die wel een hij/zij-verschil hebben, zijn er steeds vaker voorstellen om een neutrale variant toe te voegen. Hét grote gidsland op dit gebied is Zweden. Naast hon ‘zij’ en han ‘hij’ bedacht een feministe hen: een spiksplinternieuw voornaamwoord dat naar alle genders kon verwijzen. In 2012 verscheen hen in een kinderboek – de auteur ervan vond dat kinderen vrij van genderstereotypen moesten kunnen opgroeien. Na drie jaar verhit debat nam de taalautoriteit hen op in haar academische woordenlijst, zeg maar het Zweedse groene boekje. Daarmee was de officiële invoering een feit, en inmiddels raakt het woordje ook echt ingeburgerd.
Maakbare taal
Een andere taalgemeenschap waarin gepleit wordt voor genderneutrale taal, is die van het Esperanto. Deze taal werd eind negentiende eeuw geconstrueerd door de Poolse oogarts Zamenhof. Hij bedacht de voornaamwoorden li ‘hij’ en ŝi ‘zij’. In 1979 voegde een feministe het genderneutrale equivalent ri toe. Net als in Zweden lag het toen een tijdje stil, totdat de roep om genderneutrale taal sterker werd. Onder jonge Esperantisten (zoals de sprekers heten) ontstond een heuse ideologie, het riismo.
Federico Gobbo is hoogleraar Interlinguïstiek en Esperanto aan de Universiteit van Amsterdam. Is het makkelijker om een plantaal te veranderen, dan een taal die al eeuwenlang bestaat? “Aan de ene kant wel. Esperanto is een heel democratische taal, want je hebt geen referentiepunt. Iedereen kan iets nieuws introduceren. Als andere sprekers het ook handig vinden, dan slaat het aan.” Toch is er ook veel weerstand tegen nieuwe inventies. “Esperantisten vormen een superconservatieve gemeenschap. Ze houden niet van hervormingen, ze zijn bang dat de taal dan verloren gaat.” Ook in het Esperanto is er dus discussie. Maar sinds de belangrijkste grammatica-autoriteit in 2019 het gebruik van ri officieel toestond, gaat het ook in deze taal snel.
Hij/zij/hen/die
In het Nederlands zijn ‘hen’ en ‘die’ in gebruik als genderneutrale voornaamwoorden, maar zo succesvol als in Zweden zijn ze niet. Hoe komt dat? Volgens Decock heeft dat onder andere met frequentie te maken. “In het Nederlands gebruiken mensen ze vooral om te verwijzen naar non-binaire personen. Het verschil met Zweden is dat hen daar ook wordt gebruikt om naar een persoon te verwijzen ongeacht gender. Je kunt je wel voorstellen dat het daardoor veel frequenter is. En als je iets vaak tegenkomt, wen je eraan.” Als we genderneutrale woorden in Nederland populairder willen maken, zullen we ze dus breder moeten gaan gebruiken, denkt Decock. “Ik heb het wel eens gezien op tv. Het ging over Ed Sheeran, en dat ‘iedereen kan zijn wie die is’. Het mag al officieel op die manier. De Nederlandse Taalunie geeft dat sinds 2022 als mogelijkheid, die zegt: dat is niet fout (zie dit advies, red). Maar ik heb het nog bijna geen enkele krant zien doen.”
‘Hen’ werd in 2016 verkozen tot genderneutraal voornaamwoord voor het Nederlands, in een onlineverkiezing van het Transgender Netwerk Nederland. Eigenlijk is dat een vreemde keuze, omdat ‘hen’ al een bestaand voornaamwoord is dat naar meerdere mensen verwijst. Decock bevestigt: “‘Die’ leent zich beter voor die algemene verwijzing dan ‘hen’. Met mijn collega Sarah van Hoof heb ik recent onderzoek gedaan naar de acceptatie van ‘die’ en ‘hen’ voor verwijzing naar non-binaire personen. Mensen zijn over beide opties neutraal tot negatief, maar hebben wel een voorkeur voor ‘die’.”
Maakbare maatschappij
Elke taalgemeenschap zoekt haar (zijn/diens/hun) unieke weg in het zichtbaar maken van genders, of juist het neutraliseren ervan. Daarbij biedt elke taal andere mogelijkheden en hindernissen. Een oeroude vraag in de taalwetenschap is of zulke taalverschillen ook iets zeggen over de gemeenschappen die ze gebruiken. Zijn sprekers van een genderloze taal minder seksistisch, en wordt een maatschappij geëmancipeerder door de invoering van genderneutrale woorden?
Helaas, ook sprekers van gendervrije talen hebben last van androcentrisme, zo blijkt uit een taalkundig experiment. Finse en Turkse proefpersonen lazen een beschrijving van een persoon. Niets in de tekst gaf iets weg over diens gender. En toch: toen de lezers na afloop een foto moesten kiezen van degene over wie de tekst volgens hen ging, koos 75 procent voor een man. Kennelijk roept zelfs een gendervrij voornaamwoord een mannelijke associatie op, net als ‘zanger’ in het Nederlands. Dat gold net zo goed voor de Finse als voor de Turkse proefpersonen, terwijl Finland veel hoger scoort op de gendergelijkheidsranking van de EU.
Verandering
Toch doet taal er wel toe, vertelt Decock. “Je hebt sowieso altijd een invloed van maatschappelijke stereotypen op hoe we denken. Maar taal kan ook in de andere richting invloed hebben.” Dat blijkt bijvoorbeeld uit Amerikaans onderzoek waarin aan Zweedse proefpersonen werd gevraagd om over een abstract figuurtje te praten, en daarbij han, hon, of hen te gebruiken. De mensen die het genderneutrale voornaamwoord moesten gebruiken, waren na afloop positiever over vrouwenrechten en de acceptatie van lhbtq+‘ers.
Seksisme in taal en in de maatschappij hangen niet een op een met elkaar samen, maar wederzijdse invloed is er wel. Dus verander je je taal, dan verander je de wereld. En andersom.