Eén op de negentig mensen wordt geboren met een lichaam dat niet past binnen het traditionele idee van een man of vrouw. Ellen (53) vertelt wat het betekent als die ervaring een woord krijgt.
“Het woord ‘intersekse’ hoorde ik voor het eerst tijdens de Pride Walk van 2017. Ik liep mee met mijn werkgever Artsen Zonder Grenzen om mijn LHBTI-collega’s te steunen. Achter ons liep een groep mensen gekleed in gele kleding met paarse cirkels. Ze noemden zichzelf 'intersekse'. Ik zocht op wat het woord betekende en ik schrok. Dit ging over mij.”
Tweedeling
“Intersekse betekent dat je wordt geboren met een lichaam dat biologisch gezien niet voldoet aan het klassieke beeld van man of vrouw. Onze samenleving is gebaseerd op een scherpe tweedeling tussen man en vrouw. Hieraan koppelen we allerlei verwachtingen met betrekking tot gedrag en kleding, maar ook met betrekking tot biologische kenmerken zoals het vermogen van vrouwen om kinderen te krijgen en te menstrueren. Vrouwen hebben vaak specifieke organen, zoals een baarmoeder, en meestal hebben ze XX-chromosomen, terwijl mannen XY-chromosomen hebben.”
“Bij intersekse personen kunnen al deze kenmerken variëren. Ik heb XY-chromosomen, maar door een ongevoeligheid voor testosteron ontwikkelde ik me in de baarmoeder niet tot een jongetje. Als gevolg daarvan werd ik uiterlijk als meisje geboren en als vrouw geregistreerd bij de burgerlijke stand. En zo voel ik me ook. Maar biologisch gezien heb ik XY-chromosomen en geen baarmoeder. Ik menstrueer niet, kan geen kinderen krijgen en slik estrogenen (hormonen) sinds mijn puberteit. Sommige intersekse personen hebben geen lichaamsbeharing of ze hebben borstprotheses, omdat borstgroei niet vanzelf plaatsvindt.”
Emanciperend
“Voordat ik hoorde van het begrip 'intersekse' voelde ik me een vrouw, maar wel eentje die niet helemaal klopte. Mijn lichaam miste een baarmoeder en had genetische eigenschappen die niet bij een vrouw passen, dacht ik. Het woord 'intersekse' bracht voor mij een gevoel van bevrijding. Ik zag mezelf niet langer als een slecht gelukte vrouw. Het woord toont aan dat het onderscheid tussen man en vrouw niet strikt binair is; er is eerder sprake van een spectrum waarop je je lichamelijk en geestelijk kunt begeven. Ik bevind me ergens op dat spectrum, en dat voelt ongelooflijk emanciperend.”
“Als je blijft vasthouden aan de eenvoudige tweedeling van 'man' of 'vrouw', sluit je een heleboel mensen uit zoals ik. Het zou beter zijn om onze taal aan te passen, zodat iedereen erin past. Ik ben heel erg blij met uitdrukkingen zoals 'beste reizigers' in de trein, want dat is precies wat je op dat moment bent, dus het is volslagen logisch om zo te worden aangesproken. Ik vind het ook heel beleefd en vriendelijk klinken.”
“Door intersekse in de eerste plaats als een medische aandoening te beschouwen, wordt de diversiteit binnen sekse onzichtbaar gemaakt. Het wordt als het ware weggestopt in het medische domein, en dat had dus ook impact op hoe ik mezelf zag. In mijn geval spreken artsen van het 'androgeen ongevoeligheidssyndroom'. Lange tijd voelde ik me een patiënt. Ik was iemand met een syndroom.”
“Ook vandaag de dag worden op jonge leeftijd en zonder toestemming van het kind niet-noodzakelijke medische behandelingen uitgevoerd, om een lichaam maar in het maatschappelijk bedachte hokje van man of vrouw te passen. Dat is ook een vorm van onzichtbaar maken.”
Er mogen zijn
“Toen ik jong was, zei mijn behandelend arts dat ik het maar tegen niemand moest vertellen, want niemand zou dit begrijpen. Mensen zouden flauwe grapjes gaan maken en misschien wel gillend wegrennen. Er werd zelfs gezegd dat ik nooit een baan zou kunnen krijgen. Maar dat bleek allemaal niet waar. Flauwe grappen heb ik nooit gehoord, en niemand is gillend weggerend. Voor werkgevers die moeite hebben met hoe ik biologisch in elkaar zit, wil ik niet eens werken, dus impact op mijn carrière heeft het ook niet gehad.”
“Ik ben geboren in 1970, maar ik hoor van jongere intersekse personen dat ze nog steeds het advies krijgen om er niet over te praten of heel voorzichtig te zijn bij wie ze het vertellen. Als mensen zeggen dat je er niet over moet praten, dan denk je als kind - en ook als volwassene - dat het niet goed is zoals je bent. Dat er iets grondig mis is met jou. Want anders hadden we het er wel gewoon over kunnen hebben. Als er geen woord voor is, dan mag de ervaring niet bestaan. Het voelde alsof ik niet bestond. Ik had het woord ‘intersekse’ nodig om aan iedereen - inclusief mezelf - duidelijk te maken dat ik er ben en mag zijn.”