Eind jaren tachtig leed het geen twijfel. Zowel democraten als republikeinen vonden dat milieu en klimaat beschermd moesten worden. De docu ‘The White House Effect’ laat zien hoe het anders liep.
‘Those who think we are powerless to do anything about this greenhouse effect, are forgetting about the White House effect, and as president I intend to do something about it’, sprak George H.W. Bush - de senior - in augustus 1988 als Republikeinse kandidaat tegen zijn potentiële kiezers. Droogte teisterde toen de Verenigde Staten. Duizenden mensen overleden tijdens hittegolven en het Yellowstone National Park stond in de fik als nooit tevoren.
Nou vind ik mezelf aardig goed ingelicht op gebied van de klimaatcrisis, maar deze woorden kende ik niet, laat staan dat ze van een conservatieve republikeinse presidentskandidaat kwamen. Bush maakte hiermee klimaatbeleid tot speerpunt van z’n campagne en werd mede daardoor van 1989 tot 1993 president van de Verenigde Staten. ‘These issues know no ideology, no political boundaries [...] they are the common agenda of the future.’ Wie de pakweg veertig jaar aan wereldwijd klimaatbeleid hierna even vergeet, zou denken dat het allemaal wel goed zou komen.
Schimmig
Ik weet nu wel beter. In negentig minuten laat de documentaire The White House Effect met louter archiefmateriaal zien hoe het narratief tijdens het presidentschap van George H.W. Bush verandert. Het is zo’n film waar je vanaf minuut vijf voelt dat er iets mis gaat en toch verrast - en teleurgesteld - bent als dat dan inderdaad gebeurt. Dat zie je in een knappe montage, met interviews met klimaatwetenschappers, schurkachtige CEO’s, zielige muziek, en shots van peinzende presidenten met malende hersenen. Waar malen ze over? Eerst denk je: over de klimaatcrisis, natuurlijk. Daarna: over hun eigen hachje, natuurlijk.
Eerst gaat het nog goed. William K. Reilly, ex-baas van het Wereldnatuurfonds en een buitengewoon groene rakker, wordt baas van de Environmental Protection Agency, het Amerikaanse equivalent van een kruising tussen het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het RIVM. Aan de andere kant wordt John H. Sununu de directe rechterhand van de president, in veel opzichten een directe tegenpool van Reilly. Op de cover van Time Magazine wordt hij in 1990 omschreven als ‘Bush’s Bad Cop’.

William K. Reilly op archiefmateriaal in The White House Effect
Bonni Cohen, Pedro Kos, Jon ShenkHet interne debat tussen Reilly en Sununu is een gladiatorstrijd waarbij Bush als keizer uiteindelijk z’n duim mag opsteken. Er volgen allerlei schimmige gebeurtenissen, zoals oliemaatschappijen die Sununu bedanken en de president waarschuwen voor desastreuze economische gevolgen wanneer er klimaatdoelen gehaald zouden worden. Aan de andere kant zien we droogtes, overstromingen, orkanen - ze komen allemaal langs, en ze worden altijd gekoppeld aan een opwarmend klimaat.
Beter klimaatverhaal
Het klimaatverhaal lijkt te winnen, gesteund door belangrijke wetenschappers die als eerste waarschuwen voor gevolgen via een lijvig, sterk onderbouwd rapport over desastreuze gevolgen van de snelle opwarming van de aarde. Onder druk van regering-Bush wordt er stiekem een alinea aan toegevoegd, waarin zo ongeveer staat dat alle conclusies uit het rapport door statistische onzekerheden met een gigantische korrel zout moeten worden genomen. De wetenschappers zijn teleurgesteld, Reilly is nergens te bekennen.
Als klap op de vuurpijl duikelt Sununu een stel klimaatsceptische wetenschappers op, elk met schimmige banden naar de olie-industrie. Ze worden in het publieke debat tegenover de auteurs van het rapport gezet. Elke politieke opportunist kan wel een wetenschapper vinden om zijn punt te maken, blijkt hier ook.
De documentaire laat heel goed zien dat het uiteindelijk vooral gaat over wie het meest aansprekende verhaal vertelt. De waarheid is daar helaas nog altijd aan ondergeschikt. Het verhaal van sceptici komt meestal neer op angst voor de economische schade van effectief klimaatbeleid. ‘‘It’s the economy, stupid’’, daar won Bush’ opvolger de verkiezingen in 1992 mee. Het is de el clásico van de klimaatwedstrijd. In die zin zijn we geen steek vooruit gekomen.
Er zijn meer dan genoeg koppelingen naar de huidige stand van zaken rondom klimaat en de Amerikaanse politiek te maken, die laat ik graag aan jullie zelf over. Het is wel erg jammer dat er in het enige beeld in de documentaire dat niet historisch materiaal is, een grove fout wordt gemaakt: CO2 wordt tweemaal als ‘CO2’ geschreven. Je kunt een klimaatwetenschapper niet kwader krijgen. Als de boodschap van deze film is dat we betere klimaatverhalen moeten vertellen, zullen we dan alsjeblieft daar beginnen?