Naar de content

'Het Outbreak Management Team heeft meer en andere expertise nodig'

Interview met medisch historicus Rina Knoeff over de noodzaak van een coronadenktank

Wikimedia Commons, Public Domain

De coronacrisis is geen medisch probleem, maar een maatschappelijk probleem. Toch baseert Rutte zijn beleid vooral op adviezen van medische experts. Medisch historicus Rina Knoeff vindt dat er ook naar historici geluisterd moet worden.

28 april 2020
Coronadenktank

Dit is de eerste aflevering van de reeks ‘’. We spreken experts uit verschillende wetenschappelijke disciplines over de coronacrisis. Elk interview eindigt met een vraag aan iemand uit een totaal andere discipline. Deze gesprekken vormen een eerste aanzet voor de multidisciplinaire coronadenktank die NEMO Kennislink momenteel organiseert. Ga naar de denktank.

Historici hoeven niet te wachten tot de coronacrisis geschiedenis is geworden. Juist nu kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan publieke gesprek, vindt medisch historicus Rina Knoeff. Daarom organiseert ze de webinarreeks COVID-19: what can the humanities do? Het Groningen Centre for Health and Humanities, waar ze directeur van is, roept geesteswetenschappers op om zich te buigen over de vraag wat zij kunnen betekenen in deze crisis. “Dit is niet het moment om op je handen te gaan zitten en de besluitvorming over te laten aan een kleine groep experts. Wij hebben de plicht om kritische vragen te stellen.”

Een van de vragen die haar de laatste dagen steeds indringender bezighoudt: waarom heeft het Outbreak Management Team zoveel macht? De coronacrisis is volgens Knoeff namelijk geen medisch probleem, maar een maatschappelijk probleem. “Medici hebben op dit moment onvoldoende antwoord op de crisis”, stelt Knoeff. “Natuurlijk zijn ze druk bezig met het bestrijden van de gevolgen van het virus, maar tot we een vaccin hebben, zullen we het vooral moeten doen met maatschappelijke maatregelen.”

Medische mislukkingen

Als Knoeff het voor het zeggen zou hebben, wordt het Outbreak Management Team op korte termijn uitgebreid met historici en andere experts. “Nu bestaat het team uit medici en epidemiologen die werken met statistische modellen. Die kun je misschien wel makkelijk controleren, maar de sociale werkelijkheid is veel lastiger in de hand te houden. Als je naar de geschiedenis kijkt, zie je dat innovatieve ideeën daar steeds op stuk liepen. Daarom denk ik dat historici een waarschuwende functie kunnen hebben.”

Waar kan een historicus voor waarschuwen wat een medicus minder ziet aankomen? Volgens Knoeff laat de geschiedenis zien dat de meest briljante oplossingen in de praktijk vaak stuklopen op maatschappelijke weerstand. Als je vanuit het licht van het heden naar de geschiedenis kijkt, dan ben je geneigd om vooral de succesverhalen te zien. We kijken dan vooral naar de ontdekkingen in de medische wetenschap die ons gebracht hebben tot waar we nu zijn.

Maar de medische geschiedenis hangt aan elkaar van mislukkingen. Juist daar kunnen we nu van leren, zegt Knoeff. Een voorbeeld: “Aan het eind van de achttiende eeuw bedacht de Britse dokter John Haygarth een oplossing tegen de snelle verspreiding van de dodelijke pokkenepidemie. Mensen moesten afstand van elkaar houden, binnen blijven en vooral niet in de buurt komen van mensen die extra kwetsbaar zijn. Alleen zo zou geleidelijk een soort groepsimmuniteit kunnen ontstaan.”

“Met de kennis van nu zou je denken dat het beleid van Haygarth onmiddellijk z’n vruchten afwierp. Toch had het niet het gewenste effect. Arme burgers konden het zich niet permitteren om de regels te blijven volgen, want er moest brood op de plank komen. De rijken konden zich wel confirmeren aan het idee van groepsimmuniteit, maar zodra zij dat voor hun eigen groep hadden bereikt, schoven ze de beperkende maatregelen net zo makkelijk weer opzij.”

Bescherm de zwakken

De belangrijkste les die Knoeff trekt uit de geschiedenis: “We moeten het effect van sociaaleconomische verschillen niet onderschatten. Er wordt wel voortdurend gezegd dat we de zwakkeren in de samenleving moeten beschermen, maar zij vangen op dit moment de zwaarste klappen op. Als je niet veel geld of leefruimte hebt, is het bovendien veel moeilijker om je te houden aan de beperkende richtlijnen van het RIVM. Je zult dus extra maatregelen moeten treffen voor daklozen, asielzoekers en mensen in verpleegtehuizen. De vraag is of dat nu voldoende gebeurt.”

Was het anders gelopen als er historici in het Outbreak Management Team hadden gezeten? “Het is natuurlijk heel gemakkelijk om achteraf te zeggen wat er anders had gekund. Historici hebben toegang tot een schat aan informatie en kennis, maar het is niet zo dat de geschiedenis pasklare antwoorden biedt op de problemen van nu.”

Rina Knoeff: “De cholera-uitbraak in de negentiende eeuw leidde tot grote rellen omdat de arme bevolking zich niet wilde conformeren aan de maatregelen die door medici werden opgelegd.”

Wikimedia Commons, Public Domain

“De bijdrage van een historicus zit vooral in het stellen van kritische vragen bij de oplossingen die worden bedacht. Een maatregel kan voor een wetenschapper volstrekt logisch klinken, maar hoe gaan we om met burgers wiens levensonderhoud daardoor in gevaar komt? We weten bijvoorbeeld dat de cholera-uitbraak in de negentiende eeuw leidde tot grote rellen omdat de arme bevolking zich niet wilde conformeren aan de maatregelen die door medici werden opgelegd.”

Het moment is nu aangebroken om extra expertise toe te voegen aan het Outbreak Management Team, vindt Knoeff. Niet alleen historici, maar ook andere wetenschappers uit verschillende disciplines. “Als je corona ziet als een virus dat alleen door een laboratorium kan worden vastgesteld en onderzocht, dan ligt de oplossing volledig bij de medisch specialisten. We kunnen dan niets anders doen dan wachten op het vaccin. Als wij corona op een andere manier zouden benaderen, komen we misschien tot heel andere oplossingen.”

Macht in de wetenschap

Toch baseert Rutte zijn beleid vooral op adviezen van medische experts. Waarom luistert hij eigenlijk niet naar psychologen, economen en geesteswetenschappers? Op die vraag zou je een historisch antwoord kunnen geven, stelt Knoeff.

Dat antwoord begint in de negentiende eeuw, toen laboratoria in toenemende mate ons begrip van ziekte en gezondheid gingen bepalen. Knoeff: “Meer macht kwam bij de medische experts te liggen, minder bij de mensen zelf. We zien nu hoe stevig die macht is bestendigd in medische instituten. Je hebt pas corona als het is vastgesteld door een laboratorium. Wie sterft aan corona-symptomen zonder dat de ziekte door het lab is vastgesteld, is officieel niet gestorven aan corona. Dat is natuurlijk merkwaardig. Toch lijken we allemaal te accepteren dat het zo werkt.”

We moeten niet vergeten dat geneeskunde altijd politiek is, stelt Knoeff. Dat is misschien op het eerste gezicht geen logische uitspraak. Wetenschappers ontdekken feiten, zullen veel mensen denken. Maar daarmee doen we wetenschappers tekort volgens Knoeff. De ziekte Covid-19 is niet iets wat al in de werkelijkheid klaarligt en alleen maar ‘ontdekt’ hoeft te worden. “Het is een definitieproces en daarin zijn voortdurend machtsprocessen werkzaam.”

Het onderscheid tussen politiek en wetenschap is dus niet zo zwart-wit. Ook in de geneeskunde spelen voortdurend politieke belangen mee. “In Duitsland ontstond bijvoorbeeld discussie omdat pathologen ontdekten dat alle Duitse corona-slachtoffers die zij tijdens obducties onder het mes kregen een onderliggende aandoening hadden zoals kanker of hartfalen. Zouden deze mensen aan corona overleden zijn zonder die aandoeningen? Is het coronavirus voor gezonde mensen wel zo dodelijk als de experts beweren?”

“Het Robert Koch Instituut, de Duitse variant van het RIVM, was bepaald niet blij met deze resultaten omdat hun epidemiologische modellen daarmee in twijfel werden getrokken. Zij probeerden te voorkomen dat het onderzoek werd voortgezet. Uiteindelijk is het allemaal bijgelegd, maar je ziet hier een interessant politiek machtsspel ontstaan – tussen wetenschappers.”

Leefstijlgeneeskunde

Knoeff benadrukt dat er verschillende medische opvattingen zijn. De vraag ‘wat is corona en wat kunnen we eraan doen?’ kent geen eenduidig antwoord. Definities verschillen en zijn sterk cultuur- en tijdsgebonden. Een gedachte-experiment dat de laatste dagen geregeld door haar hoofd schiet: hoe zou corona eruit hebben gezien in de vroegmoderne tijd?

“Dat was de tijd vóór de grote ziekenhuizen en laboratoria die kunnen vaststellen of je wel of niet corona hebt. Ziektes als corona werden toen niet gedefinieerd aan de hand van een bacil of een virus. Er zou veel meer oog zijn voor de symptomen. De oplossing zou dan worden gezocht in je leefwijze en de gewoontes die je jezelf hebt aangeleerd. Ook vandaag de dag zijn we daar overigens niet blind voor. We snappen allemaal dat dit virus zich zo snel kon verspreiden omdat we massaal de wereld over vliegen bijvoorbeeld. Misschien moeten we erover nadenken of die manier van leven nog wel houdbaar is.”

De volgende expert in deze reeks van de ‘Coronadenktank’ is Kenny Meesters (TU Delft). Hij is gespecialiseerd in ICT in crisissituaties. De vraag die wij hem voorleggen namens Rina Knoeff:

“Ik begrijp dat hij informatietechnologie wil gebruiken om mensen uit verschillende sociale klassen met elkaar in gesprek te brengen. Mijn vraag aan hem zou zijn: hoe zou hij dat doen in de medische wereld die behoorlijk top-down georganiseerd is? Vaak gaan we ervan uit dat medici de wijsheid in pacht hebben. De dokter weet hoe je moet leven om gezond te worden. Als je de wensen en belangen van een patiënt serieus wil nemen, stuit je op een spanningsveld. Dus hoe breng je die twee werelden met elkaar in gesprek?”

Lees hier het antwoord van Kenny Meesters

ReactiesReageer