Veel delta’s en kustzones in de wereld zakken langzaam weg, vaak door wateronttrekking. Het land weer natter maken kan die bodemdaling tegengaan. Maar dan moeten overheden en boeren maatregelen willen nemen, zoals flexibel peilbeheer of het verbouwen van gewassen die tegen een nattere bodem kunnen.
Een fietstochtje door Nederlandse poldergebieden levert interessante beelden op. Hoog ligt een drassig natuurgebied, laag liggen de droge, weggezakte akkers en weilanden. Dit soort weggezakt land is op veel plaatsen in de wereld te vinden. “In sommige delta’s is de bodemdaling zelfs nog groter dan de verwachte zeespiegelstijging. Daardoor komt het land extra snel onder water te liggen”, vertelt Marcel Silvius van de organisatie Wetlands International. “Zeker in landen als Indonesië en Maleisië zijn de problemen groot omdat daar grote veengebieden liggen. Daar is geen geld om dijken te bouwen en wordt land onbruikbaar om bijvoorbeeld voedsel te verbouwen. Miljoenen mensen dreigen hierdoor hun land te verliezen.”
Drooglegging
Een belangrijke oorzaak van bodemdaling is drooglegging om nieuwe landbouwgebieden te creëren. Op zandgrond is dat niet zo’n probleem: zandkorrels zijn groot en stug genoeg en het water uit de bodem wordt simpelweg vervangen door lucht. Maar de fijnere kleideeltjes gedragen zich anders: als kleigrond verdroogt, komen die deeltjes dichter tegen elkaar te liggen waardoor de bodem zakt.
Bodemdaling kan ook een gevolg zijn van belasting van zware voertuigen of landbouwmachines waardoor de bodem verdicht, of door het gewicht van aangelegde bestrating. Ook activiteiten in diepere lagen, zoals grondwateronttrekking of gaswinning, zorgen voor een daling van het maaiveld. Extra kwetsbaar voor bodemdaling zijn veengronden. Die zijn ook nog eens gevoelig voor verdroging. Veen is niet veel meer dan dood plantmateriaal. Als daar zuurstof bij komt omdat er water verdwijnt, wordt het veen langzaam af gebroken en daalt de bodem.
Bij de afbraak van veen door verdroging komen ook nog eens grote hoeveelheden CO2 vrij. “Indonesië was in 2007 na de Verenigde Staten en China de grootste uitstoter van CO2 en dat komt grotendeels door een combinatie van veenoxidatie met veenbranden”, weet Gilles Erkens, onderzoeker bodemdaling en verbonden aan onderzoeksinstituut Deltares en de Universiteit Utrecht. “In Nederland zorgt veenoxidatie voor ongeveer drie procent van de totale jaarlijkse CO2-uitstoot.”
Jakarta en Bangkok
Volgens Erkens zijn de gevolgen van bodemdaling groot. “Juist deltagebieden in Zuidoost-Azië met enorme steden zoals Jakarta en Bangkok kampen met problemen. In Jakarta loopt bodemdaling op tot twintig centimeter per jaar en daarmee stijgt ook het risico op overstromingen.” Zuidoost-Azië is er qua bodemdaling het ergste aan toe, maar kwetsbare gebieden zijn overal ter wereld te vinden. “In Nederland zijn de veengebieden in het westen en Flevoland gevoelig. De bodem zakt hier met ongeveer één centimeter per jaar.”
Erkens probeert op mondiale schaal bodemdaling en de gevolgen ervan te voorspellen. En dat is een stuk ingewikkelder dan de oorzaken te benoemen. Zand (ongevoelig), klei (gevoelig) en veen (heel gevoelig) komen namelijk vaak door elkaar voor. Daarnaast varieert binnen de kleilagen het kleigehalte en breekt het ene type veen veel sneller af dan het andere. Bovendien heeft het grondbeheer van het verleden weer invloed op de bodemdaling van de toekomst.
Radarsatellietgegevens
“Vaak spelen er meerdere oorzaken,” zegt Erkens. “Zoals bijvoorbeeld een combinatie van grondwateronttrekking en belasting van de slappe bodem door voertuigen en bestrating. Voor die verschillende oorzaken hebben we ook verschillende modellen. We beginnen vaak met één model en als dat een beetje past leggen we het volgende model er als het ware bovenop.”
In Nederland lukt dat omdat de onderzoekers precies weten hoe de ondergrond in elkaar zit en wat ermee gebeurt. Maar van sommige landen is vrijwel niets bekend. Erkens modelleert dan met radarsatellietgegevens, waarop hoogte- en bijvoorbeeld vegetatieverschillen in het land zichtbaar zijn. “Op grote schaal zijn die uitkomsten wel redelijk betrouwbaar.”
Vertraging grondwaterwinning
Er zijn wel oplossingen om bodemdaling tegen te gaan. Volgens Marijn Kuijper, eveneens werkzaam bij Deltares, kan bodemdaling door het stoppen van grondwaterwinning vertraagd of zelfs gestopt worden. “Tokio (Japan) is hiervan een goed voorbeeld. Zij hebben sinds de jaren zestig het grondwatergebruik sterk verminderd. De grondwaterstand is daardoor gestegen en de bodemdaling is gestopt. Dit soort oplossingen bespreekt Deltares ook met verantwoordelijke overheden in andere landen, zoals Indonesië.”
Flexibel peilbeheer en regelbare drainage
In gebieden waar de bodem daalt door ontwatering in de bovengrond is flexibel peilbeheer een optie. In veel landbouwgebieden wordt nu nog een vast zomer- en winterpeil aangehouden, met maar twee keer per jaar, op een vaste datum, een nieuwe waterstand. “Met flexibel peilbeheer hou je het waterpeil zo lang mogelijk hoog, en verlaag je deze pas als het gaat regenen”, zegt Kuijper. “Vaak mag het best wat langer nat blijven, bijvoorbeeld op momenten dat het land toch onbewerkt blijft of wanneer weinig neerslag wordt verwacht.”
Met regelbare drainage kan lokaal bepaald worden waar op welk moment water afgevoerd wordt, vertelt Kuijper. Het werkt, net als gewone drainage, met buizen onder de grond die water afvoeren. De buizen liggen echter vaak dieper en dichter bij elkaar dan bij traditionele drainage. Een verschil met gewone drainage is verder dat de hoogte van de uitstroomopening van de drainbuis aangepast kan worden om te bepalen of er wel of niet wordt afgevoerd. De ene keer kun je de uitstroomopening wat hoger zetten, de andere keer juist wat lager.
Aanvoeren van organisch materiaal
Volgens Gerard van Meurs is ook bodemdaling in de veenweidegebieden te stoppen. “Veen is plantaardig materiaal en een mengsel dat daarop lijkt kan dus opnieuw worden aangevoerd”, zegt hij. Van Meurs, ook onderzoeker bij Deltares, ontwikkelde samen met anderen het product TopSurf. “Dit mengsel van gerijpte bagger, mest en plantaardig afvalmateriaal biedt veel potentie in de polder”, schreef Kennislink in 2011. “Het kan zelfs resulteren in bodemstijging”, zei van Meurs destijds. Toch wordt TopSurf nog nauwelijks gebruikt. “Ik heb alle vertrouwen in het product, maar bodemdaling heeft bij grondgebruikers vooral weinig prioriteit.”
Gevolgen van bodemdaling zijn immers pas later zichtbaar, terwijl organisch materiaal aanvoeren wel direct geld kost, dus ligt de prioriteit vaak ergens anders. Bovendien hebben veel verschillende partijen iets met bodemdaling te maken, maar is niemand verantwoordelijk voor het geheel. Zo betaalt een boer niet direct voor extra wegonderhoud door bodemdaling en gaat het waterschap wel over het wegpompen van water, maar niet direct over het opbrengen van een product als TopSurf om het maaiveld te verhogen.
Waterresistente gewassen
Boeren kunnen bijvoorbeeld ook gewassen telen die een veel nattere bodem verdragen. In Nederland zou de moerasplant lisdodde de aardappel kunnen vervangen. “Daarvan worden bijzonder goed isolerende bouwmaterialen gefabriceerd”, zegt Marcel Silvius van Wetlands International. Maar op de korte termijn levert aardappelteelt meer geld op. Hetzelfde geldt voor palmolieplantages in Zuidoost-Azië. “Die kunnen worden omgevormd naar nattere bossen met illipenoot die eveneens olie produceert. Alleen is de oogst daarvan veel grilliger.”
Wat Silvius betreft wordt meer gekeken naar de kosten en baten op de lange termijn. “Je kunt op de korte termijn misschien meer verdienen met palmolie, maar op de lange termijn lopen die gebieden onder water en zijn ze waardeloos. Met een gewas dat geen drainage nodig heeft, kunnen we duurzaam doorboeren.” Ook over concepten als TopSurf is hij kritisch. “Om op de 250.000 hectare veen in Nederland één centimeter bodemdaling per jaar te compenseren, heb je 25 miljoen kubieke meter bodem nodig, elk jaar weer.”
Mark Hensen, initiatiefnemer van TopSurf Nederland, blijft positief over oplossingen. Vol enthousiasme vertelt hij over een pilotproject in Alphen aan de Rijn, Gouda en Woerden en een demonstratiedag over zijn product. “Weet je”, zegt hij, “er zijn zoveel belanghebbenden die allemaal last hebben van bodemdaling en we maken gebruik van reststromen zoals baggerslib. Een oplossing gaat er echt wel komen.”