Aan de Faculteit der Geesteswetenschappen kun je veel verschillende studies volgen. Niet gek dus dat het onderzoek aan diezelfde faculteit ook erg uiteenlopend is. Daar kwam ik achter toen ik aan egyptoloog Uzume Wijnsma het estafettestokje door mocht geven.
Ik ontmoet Uzume op een ijskoude maandagmiddag in filmtheater ’t Hoogt in het centrum van Utrecht. Voordat Uzume haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Leiden deed, werkte ze weleens hier in de bioscoop. Tegenwoordig is ze echter voltijds bezig om te achterhalen welk effect de Egyptische en Babylonische opstanden hadden op de inwoners van het Perzische rijk: gebeurtenissen die zich zo’n 2500 jaar geleden afspeelden. Voor dat onderzoek zit ze vooral thuis, leest ze veel en bestudeert ze allerlei oude bronnen. Ze gaat alleen naar Leiden als ze iets uit de bieb wil kopieëren, want thuis is ze veel productiever: “Ik ben wel een workaholic, ik hou ervan om door te werken.”
Dat klinkt wel een beetje eenzaam?
“Ja hè? Als een kluizenaar, maar dat valt mee. Ik ga natuurlijk ook naar Leiden om met collega’s te praten of om naar borrels, lezingen, spelletjesavonden te gaan. Ik zit niet te verpieteren. Ik vind het thuis juist lekker werken want in Leiden is het heel gezellig, maar daardoor word ik ook onproductief. Het meeste materiaal dat ik nodig heb staat online of heb ik gescand en dus thuis. Ik ga wekelijks naar Leiden, dan ben ik 24/7 in de bieb om alles te kopiëren, zodat ik het daarna thuis rustig kan bekijken.”
Wat als iets niet in die bieb staat?
“Dat gebeurt wel eens en dat is irritant, maar dan is het vaak ook online te koop. Maar de bibliotheek in Leiden is erg goed, het komt dus bijna nooit voor.”
Op avontuur
Zelf kan ik me niet voorstellen dat ik hele dagen thuis zit. Als ik data verzamel, ga ik naar scholen en test ik kinderen. Gelukkig kan Uzume af en toe ook op pad, en dat is dan ook meteen een stuk spannender. “Ik ben net in Egypte geweest. Het was deels vakantie, maar deels ook werk. Toen ben ik naar een wadi, een oude, opgedroogde rivierbedding, geweest, op ongeveer twee uur rijden vanaf Luxor. Daar zijn veel inscripties van mensen die gedurende duizenden jaren door die wadi trokken en daar naartoe gingen om in de mijnen te werken. Een aantal van die inscripties komen uit de periode waar ik onderzoek naar doe, waarschijnlijk tijdens een opstand. Ik wilde dus graag weten wat er precies geschreven was. Om daar naartoe te gaan en de inscripties te fotograferen, was heel leuk. Dat maakt het levendig en avontuurlijk.”
Ben je op zo’n vakantie niet heel de tijd met je werk bezig?
“Ja, eigenlijk wel, dat is onvermijdelijk als je als Egyptoloog in Egypte bent. Maar ik was er met een groep andere Egyptologen die geïnteresseerd waren in andere historische periodes, dus uiteindelijk heb ik veel gezien wat niet direct relevant was voor mijn werk. Dat is ook vakantie!”Op vakantie
Toevallig was ik zelf van plan om deze zomer op vakantie te gaan naar Egypte. Dit was dus een uitgelezen mogelijkheid om reisadvies van een expert krijgen. Ik blijk mijn eerste onverstandige beslissing eigenlijk al genomen te hebben door in augustus weg te gaan. “In de zomer? Daar moet je wel even over nadenken! Het is te doen, maar het is wel warm.”
Daar is niet zo veel meer aan te doen, waar moet ik heengaan?
“Ik zou zo kort mogelijk naar Cairo gaan: maximaal drie dagen. Persoonlijk ben ik geen fan van de stad: je moet het Egyptisch museum en de piramides gezien hebben, maar het is er erg vervuild en niet mooi om in rond te lopen. Daarna zou ik de nachttrein nemen naar Luxor en daar een aantal dagen blijven. Daar is zo veel te zien: allerlei tempels en tombes. Vanuit Luxor kun je ook dagjes weg, bijvoorbeeld naar de wadi. Ik zou ook naar Aswan gaan: je hebt daar eilanden met tempels, en het landschap is heel mooi – rotsachtiger en ruiger dan in Noord-Egypte. Je kunt vanuit Aswan ook naar Abu Simbel en dat schijnt erg vet te zijn: Abu Simbel is een enorme tempel van Ramses II, met reusachtige koningsbeelden. Maar daar ben ik zelf (helaas) nog nooit geweest.”
Terug naar de inscripties
Uzume was zelf natuurlijk niet alleen op vakantie in Egypte, maar bestudeerde er inscripties. De inscripties zijn van drie mannen: twee Perzische broers en een Egyptenaar. De Egyptenaar kwam daar waarschijnlijk om te delven en om beelden te maken. De twee Perzische broers zijn er gedurende ongeveer 70 jaar, eerst de oudere broer en daarna de jongere, maar van de broers is het onduidelijk wat ze er deden. “Ik denk dat die Perzen door de wadi kwamen om naar de havens in de Rode Zee te gaan, of om verder te reizen langs de kust. We weten dat dit in latere tijden veel gebeurde; en soms vertelt een inscriptie in de Wadi ook letter dat de makers naar de Rode Zee waren afgereisd. Zulke reizigers lieten inscripties achter omdat er al heel veel namen op de rotsen stonden. Eigenlijk zoals mensen dat nu soms op een WC doen. Dan kunnen we over duizenden jaren kijken wie wanneer naar welk feestje is geweest.”
Wat zegt het voor jou dat die twee broertjes daar waren?
“Het meeste onderzoek dat al is gedaan naar de opstanden was chronologisch. Er is dan onderzocht wanneer de opstanden plaatsvonden. Maar we hebben weinig bronnen. Om de opstanden beter te bestuderen, kijk ik naar dateringen van bijvoorbeeld contracten en dit soort inscripties. Ze zijn namelijk gedateerd naar het regeringsjaar van een bepaalde koning: dat kan een Perzische zijn, of een Egyptische rebellen-koning. Soms gaat men ervan uit dat als er zo’n opstand was heel Egypte daarachter stond, dat iedereen de nieuwe koning aanhing en dus ook zijn jaartelling overnam. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn. De inscripties van de broertjes laten dat deels zien: sommigen zijn gedateerd naar een Perzische koning, terwijl we van andere bronnen weten dat delen van Egypte in opstand waren. Vandaar dat ik ook betwijfel dat de broertjes rustig in de mijnen aan het werk waren. Misschien waren ze wel op de vlucht.”
Hoeveel kun je nou afleiden uit dit soort inscripties?
“Er is van alles aan te merken op de inscripties. Ik bekritiseer vooral de oudere studies die claimen dat ze er een glasheldere waarheid uit kunnen halen: ‘we hebben hier een inscriptie uit dit jaar van deze Perzische koning, dus dan kan de Egyptische opstand überhaupt nog niet zijn begonnen’, terwijl die inscriptie alleen iets zegt over de Wadi Hammamat en niet over de rest van Egypte.”
Waarom zouden we precies willen weten wanneer al die opstanden hebben plaatsgevonden?
“Mijn primaire onderzoek gaat niet over die chronologie. Ik wil weten wat voor effect die opstanden hebben gehad, dan is het belangrijk om enigszins te weten wanneer het plaats heeft gevonden en of de verschillende opstanden elkaar overlapten. Met net andere chronologie zijn die effecten misschien heel anders. Door het te bestuderen wil ik vooral te weten komen of die opstanden belangrijk waren voor de mensen in Egypte en Irak: wie kwamen er in opstand, wat maakte het uit voor het dagelijks leven? Dat soort vragen.”
En hoe ben je tot je huidige onderzoeksproject gekomen?
“Historici namen in het verleden soms hun bronnen te letterlijk. Je moet bepalen welke bronnen wel iets kunnen zeggen en welke niet. Dat geldt bijvoorbeeld ook wanneer je onderzoek op Herodotus baseert. Je moet genoeg van Herodotus weten, om te bepalen wanneer je hem serieus neemt en wanneer hij er niet genoeg van weet. Zolang je weet dat hij onbetrouwbaar is, kun je daar rekening mee houden. Net als wanneer ik een boek schrijf over de afgelopen honderd jaar, dan ben ik ook betrouwbaarder als het over de laatste tien jaar gaat. Het is eigenlijk heel interessant om te bepalen welke bronnen betrouwbaar zijn en welke niet, en wat dat zegt over hoe geschiedenis geschreven wordt.”
Op het laatste punt overlappen onze onderzoeksinteresses. Hoewel ik het leuk vind te weten welke regels kleuters leren, vind ik het misschien nog wel interessanter om te bekijken met welke methodes, en wat voor soort experimenten we iets over de taalontwikkeling van kinderen kunnen zeggen. Welke kennis is wel en welke kennis is niet waardevol: wat zijn eigenlijk waardevolle bronnen? Het was interessant om op deze manier naar de geschiedenis te kijken. Verder heb ik natuurlijk van alles geleerd over het Perzische rijk, opstanden en koningen, en waar ik deze zomer wel en niet heen moet gaan in Egypte. Al weet ik nog niet of ik net zo enthousiast wordt van de inscripties als Uzume, maar daar kom ik deze zomer ongetwijfeld achter.