De oorzaak van de afkoeling van de aarde die de vorming van de ijskap op de Zuidpool inleidde, was het uit elkaar drijven van Australië en Antarctica. De doorbraak van de verbinding tussen deze twee continenten zorgde er zo’n 50 miljoen jaar geleden voor dat er een koude oceaanstroming rond Antarctica op gang kwam, die het eiland isoleerde van de warmere delen van de oceaan.
Dit blijkt uit onderzoek van Antarctisch paleoklimatoloog Peter Bijl van de Universiteit Utrecht en een groot internationaal onderzoeksteam. De conclusies verschenen 27 mei in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Science (PNAS).
Bijna 50 miljoen jaar geleden begon de aarde af te koelen, na een extreem warme periode van ongeveer 2 miljoen jaar waarin er zelfs palmbomen groeiden op de Zuidpool – het Eocene klimaatoptimum. De geleidelijke daling van de temperatuur leidde er uiteindelijk toe dat de Zuidpool 15 miljoen jaar later bedekt raakte onder het ijs. Sindsdien is Antarctica nooit meer geheel ijsvrij geweest.
Plaattektoniek
De oorzaak voor de temperatuurdaling moet gezocht worden in de plaattektoniek, toonden Bijl en zijn collega’s aan. Door het uit elkaar drijven van de aardschollen raakte Antarctica los van Australië en Zuid-Amerika, en kon het oceaanwater om heel Antarctica heen stromen. Hierdoor koelde het water af. De wetenschappers kwamen tot hun conclusies na het bestuderen van fossiele algen uit de oceaanbodem in het gebied.
Algen
Tot 49 miljoen jaar geleden leefden aan weerszijden van de Tasmaanse Zeestraat verschillende soorten eencelligen (dinoflagellaten). Daarna raakten de verschillende populaties gemengd, zagen de paleoklimatologen in hun boorgegevens. De menging van de twee verschillende dinoflagellatensoorten duidt erop dat het water waarin deze fossiele algen zich bevonden vanaf dat moment door de Tasmaanse Zeestraat kon stromen.
Tegelijkertijd daalde de temperatuur van het zeewater en de lucht bij Antarctica, bleek uit aanvullend onderzoek aan fossiele moleculen. Het was het begin van een langdurige, geleidelijke afkoeling – en het einde van de ‘superbroeikaswereld’ van het Eoceen.
De onderzoekers gebruikten oude boorgegevens uit de zeebodem rond Tasmanië, aangevuld met nieuwe gegevens van een boorplek bij Wilkesland, aan de Antarctische oostkust.
Broeikasgas
Een ander scenario dat in omloop is om de afkoeling te verklaren, is de afname van de hoeveelheid CO2 in de lucht, nadat het CO2-gehalte tijdens het Eocene klimaatoptimum juist erg hoog was geweest.
De afnemende CO2-concentratie heeft zeker een rol gespeeld, denken ook Bijl en zijn collega’s. Dit scenario kan echter niet verklaren waarom het juist in Antarctica zo sterk afkoelde, terwijl het rond de evenaar behoorlijk warm bleef.
Lees verder op Wetenschap24
Smeltende basis (Nadine Böke, 10 mei 2012)