Hoe houden autoritaire regimes zich staande in tijden van globalisering? Politicoloog Marlies Glasius van de Universiteit Amsterdam ontving een ERC Advanced Grant van 2,5 miljoen euro om die vraag te onderzoeken.
De komst van internet zaagt volgens een aantal opiniemakers stevig aan de stoelpoten van autoritaire regimes. Immers, internet stelt mensen over de hele wereld in staat om met elkaar te communiceren en kennis te maken met elkaars denkbeelden. Anderen zijn er juist van overtuigd dat de autoritaire regimes zich juist prima staande houden ondanks, of misschien dankzij, internet.
Glasius: ‘Het is een heel polemische discussie, terwijl het onderzoek op dit terrein de technologische ontwikkelingen nauwelijks bij kan houden. En bij de Arabische Lente, die vaak als voorbeeld wordt genoemd, speelde niet zozeer internet als wel de mobiele telefoon een belangrijke rol bij het oproepen tot demonstraties. Vandaar dat ik in mijn onderzoek aandacht wil besteden aan communicatie(middelen) in het algemeen.’
Migratie, toerisme en verenigingsleven
Glasius kijkt bovendien naar andere verschijnselen van mondialisering zoals bewegingen van mensen in de vorm van migratie en toerisme. ‘Toerisme en migratie kunnen ervoor zorgen dat in landen met autoritaire regimes de interactie met andersdenkenden wordt vergroot. Hoe beïnvloedt dit de houdbaarheid van zulke regeringen?’
Ten slotte bestudeert ze de invloed van het “verenigingsleven”. ‘Hierbij kun je denken aan formele ngo’s zoals Amnesty International – de invloed daarvan is ook het gemakkelijkst te meten. Ik wil echter ook kijken naar bijvoorbeeld de vogelkijkersclub of de sportvereniging. Die hebben in principe geen politieke doelen, maar kunnen desondanks misschien wel de politieke visie van de leden beïnvloeden wanneer die met elkaar van gedachten gaan wisselen over de situatie in hun land.’
Vrije media en ICT
Het onderzoek van Glasius bestaat uit vier deelprojecten. Het eerste deelproject is een longitudinale kwantitatieve studie naar de mate waarin niet-staatsgecontroleerde media en ICT beschikbaar zijn voor burgers, de toename van het aantal internationale ngo’s en de in- en uitgaande bewegingen van staatsburgers en buitenlanders. ‘De bedoeling is er achter te komen of deze drie vormen van globalisering in de afgelopen veertig jaar een democratiserende werking op autoritaire staten hebben gehad.’
Burgers onder controle
Het tweede deelproject focust op de manier waarop geglobaliseerde autoritaire regimes omgaan met en reageren op globalisering.
‘We kijken naar landen waarin informatie- en communicatietechnologie wijdverbreid is, waar veel internationale ngo’s actief zijn en die veel toerisme en/of migratie kennen. Ze lijken dus heel open, maar tegelijkertijd maken ze beleid waarmee ze hun burgers onder controle kunnen houden. Een aantal landen kun je bijvoorbeeld vrij in- en uitreizen, maar tegelijkertijd houden ze er spionnen op na die hun burgers in de gaten houden.’
Het Oost Afrikaanse land Rwanda lijkt daar een voorbeeld van. Zoals een onderzoekster aan een Europese universiteit anoniem vertelt aan Kennislink: ‘Ik heb nooit problemen, maar voor mijn Rwandese collega’s is het vaak lastig om onderzoek te doen. Ze worden vaak in de gaten gehouden en een heeft ook al eens een dreigtelefoontje ontvangen dat hij maar beter een goede Rwandees kan zijn die zich niet inlaat met “Europese imperialisten” als ik.’ Ook verdwijnen in Rwanda steeds vaker mensen die het niet met de regering eens zijn in de gevangenis. Tegelijkertijd zijn veel internationale NGOs in het land en probeert de regering actief toerisme naar Rwanda te bevorderen.
Subnationale autoritaire regimes
In het derde deelproject bestuderen de onderzoekers subnationale autoritaire regimes, zoals deelstaten van een federale staat die zich autoritair gedragen. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de Mexicaanse deelstaat Oaxaca, die lang onder de dictatuur stond van gouveneur Ulises Ruis Ortiz – hoe hield deze zich staande in een verder democratische omgeving? ‘En hoe verhield dat autoritaire deelsysteem zich weer tot migratie, satelliet-tv of verenigingsleven in zo’n regio?’ licht Glasius verder toe.
1984-beeld van absolute controle
In het vierde deelproject ligt de focus op de beantwoording van de vraag wat autoritair bestuur betekent. ‘Die vraag lijkt al lang beantwoord, maar het is nog maar de vraag of we weten wat het precies is’, vertelt Glasius.
‘In zowel de wetenschap als in het populaire denken leeft nog het 1984-beeld van absolute controle, maar de huidige autoritaire regimes zijn veel complexer. Je zou nu kunnen zeggen dat autoritair gelijk staat aan low accountability (nauwelijks verantwoording afleggen, nauwelijks democratisch) en high oppression (veel onderdrukking), maar het is de vraag of we er daarmee zijn. ‘
Een land als Qatar is bijvoorbeeld verre van democratisch, maar er is ook vrijwel geen onderdrukking. Iets wat bijvoorbeeld terug te zien aan het grote aantal buitenlandse satelliet zenders dat zich om die reden daar gevestigd hebben, waaronder Al-Jazeera, die als enige grote Arabische satelietzender bijna non-stop over de Arabische lente berichtte.
In andere landen of gebieden is het andersom. In China wordt juist nog steeds op grote schaal gefolterd en de doodstraf toegepast, maar lijkt de regering ook te zoeken naar andere vormen van “inspraak” van de bevolking, zoals door middel van internet-fora.’
Het onderzoek, denkt Glasius, kan een stevige basis leggen voor nieuw onderzoek naar autoritaire regimes en globalisering en nieuwe politieke theorievorming op deze gebieden.
Zie ook:
- Macht corrumpeert (Kennislink)
- Veel eerste stappen, weinig lange wandelingen (Kennislink)
- De Arabische lente bestuderen: verhalen versus modellen (Kennislink)
- Social media revolutie (Wetenschap 24)