Naar de content

Herinneringen aan schemerwereld Westerbork

Hoe beleefden de veelal joodse gevangenen hun tijd in doorgangskamp Westerbork? Vaak heel anders dan hoe ze het zich later herinnerden. Dat blijkt uit een groot onderzoek van kampbrieven en verslagen van historica Eva Moraal. 20 september promoveert zij aan de Universiteit van Amsterdam.

17 september 2013

Kamp Westerbork was een vreemd soort schemerwereld. Aan de ene kant had het veel weg van een ‘gewoon’ dorp, waar mensen leefden, werkten en kinderen naar school gingen. Aan de andere kant zagen de kampbewoners dat er elke week een transporttrein naar het oosten vertrok. Wat daar precies gebeurde was onbekend, maar iedereen wist dat je je uiterste best moest doen niet op de transportlijsten te belanden.

Historica Eva Moraal onderzoekt in haar proefschrift met de veelzeggende titel ’Als ik morgen niet op transport ga, ga ik ’s avonds naar de revue,’ hoe de gevangenen van Westerbork deze bevreemdende wereld beleefden en hoe ze later met hun herinneringen omgingen. Ze deed dat door een grote collectie brieven en dagboeken uit het kamp te vergelijken met memoires die overlevenden van Westerbork na de oorlog schreven. Er blijkt een aanzienlijk verschil te zitten in de manier waarop mensen het kamp beleefden en hoe zij er later op terug keken.

“Neem bijvoorbeeld de Nederlandse marechaussee, die door de Duitsers verantwoordelijk was gemaakt voor de bewaking van het kamp,” zegt Moraal. “Het is verrassend dat er in de verslagen en de brieven die de gevangenen naar huis schreven zo weinig vragen gesteld werden bij hun functie. Er was begrip, zij waren ook maar verplicht om dit werk te doen, zo schreven de mensen. Ze deden hun best, want anders hingen hen vast strafmaatregelen boven het hoofd.”

Krulspelden en hoeden

Na de oorlog, toen het onmiddellijke gevaar was geweken, werd de kloof tussen ‘goed’ en ‘fout’ veel dieper gemaakt. “Er werden veel meer vragen gesteld bij de Nederlandse bewaking van het kamp. Ook gaat het in de nadien geschreven memoires veel meer over verzet, mensen probeerden uit te leggen waarom ze niet konden ontsnappen. De meeste briefschrijvers dachten waarschijnlijk dat het beter was om mee te werken. Voor elke ontsnapte gevangene gingen er tien extra op transport, en dat kon ook familie zijn,” zegt Moraal.

Maquette van kamp Westerbork, naar situatie augustus 1942.

wikimedia commons

“Juist omdat Westerbork zo’n vreemde tussenwereld was probeerden de mensen zichzelf gerust te stellen door zoveel mogelijk hun vertrouwde leven voort te zetten. Memoires zijn een plek voor reflectie en identiteitsvorming. Overlevenden probeerden daarin hun eigen belevenissen een plek te geven.”

Moraal deed ook voor het eerst onderzoek naar de verschillende manier waarop mannen en vrouwen het kamp beleefden. “In de brieven die mannen en vrouwen naar huis schreven kan je heel mooi zien hoe zij bijvoorbeeld omgingen met het gebrek aan hygiëne in het kamp. Vrouwen vroegen in die brieven het thuisfront om spullen voor hun uiterlijke verzorging, krulspelden en dergelijken, te sturen. Ze vonden het belangrijk om nog iets van hun vrouwelijke identiteit overeind te houden.”

“Bij mannen ging het meer om het verlies van hun sociale status. Zo schreven ze bijvoorbeeld hoe vervelend ze het vonden dat ze in het kamp geen hoed hadden om op te zetten,” vertelt Moraal. Toch blijkt uit het onderzoek van Moraal dat mannen en vrouwen het kamp vooral samen beleefden. Het dagelijks leven draaide om de gezamenlijke zorg voor de familie en het gezamenlijk proberen te ontkomen aan transport.

Brieven waren uitzonderingen

In haar onderzoek heeft Moraal geprobeerd de enorme verscheidenheid aan belevingen van Westerbork in beeld te brengen. “We kennen allemaal beroemde kroniekschrijvers als Etty Hillesum of Philip Mechanicus die over hun ervaringen in het kamp schreven. De gemiddelde briefschrijver uit Westerbork gebruikte veel minder mooie zinnen en treffende metaforen, maar juist door hun werk wordt de uiteenlopende manier waarop mensen het kamp beleefden duidelijk.

Overigens kregen de meeste joden van Westerbork nooit de gelegenheid om een brief naar huis te schrijven. Moraal: “Voor de meesten was Westerbork letterlijk een doorgangskamp. Zij werden binnen een paar dagen op transport gezet. De briefschrijvers waren de uitzonderingen. Mensen die ergens op een of andere lijst stonden. Het waren bijvoorbeeld mensen die vanwege hun beroep onmisbaar geacht werden in het kamp. Maar ook mensen die door een goede relatie op te bouwen met de – veelal Duitse – joden die de transportlijsten moesten opstellen in het kamp wisten te blijven.”

“In het gevecht om een ‘Sperre’ – het felbegeerde document dat tijdelijk vrijstelling van deportatie verschafte – te bemachtigen was een enorme vriendjespolitiek en corruptie binnen het kamp ontstaan. Ook dat is iets wat je in je achterhoofd moet houden als je al die verschillende egodocumenten leest.”

Eva Moraal promoveert op 20 september aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift ’Als ik morgen niet op transport ga, ga ik ’s avonds naar de revue.’ Kamp Westerbork in brieven, dagboeken en memoires (1942-2010)

ReactiesReageer