De Japanse duizendknoop wapende zich tegen barre omstandigheden op Japanse lavahellingen. Dat maakte de plant een harde overlever, waardoor deze het een beetje té goed doet in ons gematigde klimaat.
De Japanse duizendknoop is van oorsprong een plant die, voor deze werd verplaatst door mensen, vooral groeide op Japanse lavahellingen in vulkanisch gebied. “Onherbergzame, vaak kale gebieden op grote hoogten”, aldus Chris van Dijk, onderzoeker Plant en Milieu aan de Wageningen University & Research. Het geeft volgens hem aan hoe robuust de duizendknoop is. “Het zegt iets over hardheid en overlevingskracht. Als ie daar al zo goed groeit, dan kan je wel nagaan hoe fijn de plant het vindt in ons gematigde klimaat.”
Naast lavahellingen kwam de duizendknoop ook voor in lagere gedeelten van Japan, bijvoorbeeld bij de rivieren. “Daar groeit die tussen natuurlijke vijanden. De plant kwam hier naartoe, maar de vijanden bleven daar, zoals schimmels, bacteriën, insecten en concurrerende plantensoorten. Dat is problematisch en geldt voor meer invasieve exoten.”
Honderden meldingen
Op een kaart van de gemeente Amsterdam zie je goed hoe er al honderden meldingen zijn gedaan van de Japanse duizendknoop. Het vroegmoderne centrum en de grachtengordel ontkomen niet aan de plant, en in en rond het Vondelpark zijn tientallen meldingen gedaan. Ook plekken langs het water lijken populair. Zo zijn er langs de Amsteldijk, in een berm vlakbij enkele woonboten, drie haarden die worden bestreden. Als je er gaat kijken, zie je een bordje van de gemeente Amsterdam staan met de tekst ‘Niet maaien! Hier groeit de Japanse duizendknoop’. Een woordvoerder van de gemeente Amsterdam laat weten dat deze locatie sinds 2022 wordt bestreden door middel van elektrocutie van de plant. “Dit wordt vijf keer per jaar gedaan in het groeiseizoen.”
Van Dijk ziet op deze locatie geen duizendknoop meer. Dat de gemeente waarschuwt voor maaien, vindt hij logisch: maaien is één van de belangrijkste redenen waardoor de plant wordt verspreid. “Grote machines slepen de plant naar een andere plek, waar die weer kan uitgroeien tot een nieuwe haard. Datzelfde geldt eigenlijk voor elk willekeurig transport van met duizendknoop besmette grond.”
Even verderop in Amsterdam-Zuid is een haard die volgens de gemeente nog moet worden geïnspecteerd. Hier, vlakbij een pizzeria en pal naast een fietsenrek, ziet de wetenschapper het kenmerkende blad van de duizendknoop wél. “De plant met het lichtgroene tot gele blad net voor de fietsband is Japanse duizendknoop”, wijst hij. Van Dijk voegt toe dat het voor duizendknoopbegrippen ‘een armetierig stengeltje’ is. “De omvang van haarden kan sterk verschillen, van enkele vierkante meters tot een paar duizend vierkante meter.”
Hortus botanicus
De Japanse duizendknoop kwam aan het begin van de negentiende eeuw naar Nederland, om precies te zijn naar de hortus botanicus in Leiden. “Vroeger werden reizigers op pad gestuurd en die kwamen van overal ter wereld terug met prachtige planten. De Japanse duizendknoop kwam eerst in de Leidse hortus terecht en werd van daaruit verder verspreid als tuinplant voor welgestelden met grote tuinen. Je kan zeggen dat de duizendknoop zich vanuit Leiden verspreidde over de rest van Noordwest-Europa.”
Van Dijk vertelt dat de duizendknoop vooral de laatste twee decennia wordt gezien als ongewenst. De problemen spelen vooral in het voorjaar op, vertelt hij. De duizendknoop komt relatief snel naar boven, op een moment dat andere planten nog in rust zijn. “Daarmee verdringt ie andere planten. Er groeit ook nooit iets anders tussen. De Japanse duizendknoop is één grote massa die inheemse soorten doet verdwijnen.” De plant zorgt ook voor schade aan bermen langs de waterkant, kademuren, historische gebouwen, brughoofden, taluds en asfalt. “De stengels vinden een kiertje, groeien daar doorheen en drukken de boel uit elkaar.”
Gereedschapskist
Volgens Van Dijk, die veel onderzoek deed naar bestrijdingstechnieken, is er een hele ‘gereedschapskist’ aan technieken om te beheersen en te bestrijden. “Je hebt technieken die vooral bedoeld zijn voor bovengrondse delen, zoals afmaaien, uittrekken en heet water gebruiken. Daarmee gaan de stengels en bladeren dood, maar de wortelstokken blijven zitten. Dat moet je dan echt een paar keer per seizoen doen, jaren achter elkaar. Het is meer beheersen dan bestrijden, net zoals dat geldt voor het elektrocuteren van de plant.” Er zijn methoden die wél de wortelstokken beschadigen: “Je kan de bodem bevriezen of verhitten en de plant afgraven. Een nadeel van afgraven is dat de besmette grond vernietigd of gereinigd moet worden.”
Dat reinigen kan door de grond naar een depot te brengen en door deze af te dekken met een luchtdichte folie. “Als je de grond helemaal inpakt en goed afsluit, sterven bepaalde micro-organismen, waardoor de grond zuurstofloos wordt. Daardoor komt er meer ruimte voor andere micro-organismen, die ervoor zorgen dat de wortelstokken worden aangetast en beginnen te rotten.” Het is echter een omslachtige, vaak dure en energie-intensieve techniek. En dat heeft alles te maken met de ‘hardnekkigheid van de wortelstokken’, zoals Van Dijk het noemt. “De wortelstokken overleven makkelijk, zijn moeilijk weg te krijgen, lopen heel snel weer uit en er ontstaan in no time nieuwe stengels. En als je de wortelstok ergens anders naartoe verplaatst, ontstaan snel nieuwe haarden. Tot overmaat van ramp kunnen ze ook in een soort rusttoestand blijven liggen als de omstandigheden om te groeien ongunstig zijn, net zolang tot de situatie beter wordt.”
Rond invasieve exoten speelt vaak de discussie of je deze al dan niet moet bestrijden, weet Van Dijk. Hij legt uit dat sommigen willen wachten tot de Nederlandse natuur zich vanzelf aanpast en zich beter wapent tegen exoten. “Het nadeel daarvan is dat dit vaak erg lang duurt en dat er in die tijd onomkeerbare effecten kunnen ontstaan, zoals het permanent verdwijnen van inheemse soorten.”
Er zijn kanttekeningen: bestrijden is niet altijd beter, zoals blijkt bij de duizendknoop. Soms is het beter om niks te doen. “Er gebeurt dan niet zo heel veel: de plant groeit langzaam, het oppervlak wordt elk jaar wel ietsje groter, maar dat is het dan ook. Als je iets gaat maaien of uittrekken, dan triggert dit de plant en zie je nieuwe stengels en wortelstokken exploderen. Daarom is mijn advies: als je begint met bestrijden, moet je doorzetten tot het bittere eind. Stop je vroegtijdig, dan komt de duizendknoop massaler terug dan ooit.”