Naar de content

Hand aan de kraan

Weg van water: drinkwaterwinning

Close-up van een kraan waar een straal water uit loopt.
Close-up van een kraan waar een straal water uit loopt.
Freepik

Nederland is dan wel een waterland, de beschikbaarheid van ons drinkwater is geen zekerheid. Klimaatverandering en een groeiende vraag naar drinkwater zorgen ervoor dat er nú al tekorten zijn.

19 augustus 2024

Het is een flinke open deur, maar het mag gezegd: drinkwater is best belangrijk. Je kunt het gerust de belangrijkste grondstof op aarde noemen. Het is dan ook erg fijn dat er in Nederland een systeem is opgetuigd om te garanderen dat je nagenoeg overal een kraan kan opendraaien, waar vervolgens vers, schoon water uitkomt. Perfect geschikt om de dorst mee te lessen. Of om mee te douchen, de plee mee door te spoelen, kolencentrales mee te koelen, gewassen mee te besproeien, stallen te wassen – want ook voor al die dingen gebruiken we drinkwater.

Dat systeem van drinkwatervoorziening staat onder druk. Dat merk je misschien niet aan je eigen kraan, maar verderop in de keten heeft men slapeloze nachten. In 2018 al was Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland, genoodzaakt om op sommige plekken tot 36% meer water te produceren dan waar het een vergunning voor heeft. Vitens is immers wettelijk verplicht om water uit de kraan te laten komen, ook als de vergunning niet toereikend is. Over het pinksterweekend van 2020 rapporteerde Vitens dat het ‘elke druppel uit het systeem heeft moeten persen’. Aan de andere kant komen er tot 2030 een miljoen woningen bij in Nederland met minstens even zoveel kranen waar water uit moet komen. Driehonderdduizend van die woningen liggen in provincies waar nú al op reserves wordt geteerd.

In actie

Kennisinstituut Deltares schetste in april 2024 in een rapport vernieuwde deltascenario’s: vier mogelijke toekomstbeelden, vier keer Nederland versus het water. Het deltarapport sluit aan op de klimaatscenario's van het KNMI die op hun beurt beschrijven hoe het klimaat in 2050 en 2100 eruit gaat zien. Er zijn weliswaar die vier smaken, maar voor alle scenario’s geldt dat het alle hens aan dek is: door een veranderend klimaat wordt drinkwater lastiger bereikbaar, terwijl we door groei in bevolking en welvaart in de toekomst juist méér water nodig hebben. "Als we het huidige welvaartsniveau omtrent water willen vasthouden, moeten we in actie komen", stelt Dimmie Hendriks, watervoorraadspecialist bij Deltares.

Het is echt een zoektocht hoe we aan de toenemende vraag naar drinkwater kunnen voldoen

Om goed te snappen hoe dat kan, is het eerst zaak om te weten waar jouw drinkwater vandaan komt. Grofweg heb je in Nederland twee belangrijke bronnen van drinkwater: water dat nog onder de grond zit (grondwater) en water dat al aan het oppervlakte is (oppervlaktewater). Wat voor smaak er bij jou uit de kraan komt, hangt ervan af onder welk drinkwaterbedrijf jouw woonplaats valt. Die bedrijven zijn eigendom van de overheid en hebben samen een wettelijke plicht om voor iedereen in Nederland genoeg drinkwater te regelen. Dat doet het ene bedrijf anders dan het andere, afhankelijk van welke bronnen beschikbaar zijn. Hoe dichter je bij de kust woont, hoe groter de kans dat jouw drinkwater oppervlaktewater is uit een meer of rivier, omdat veel grondwater in de buurt van de zee te zout is.

Drinkwater maken uit zout water kan wel, maar heeft geen voorkeur. Het is op dit moment namelijk nog erg duur en er is veel energie voor nodig. Dat komt ook doordat we op de meeste plekken in Nederland gewend zijn om niet zoveel moeite hoeven te doen om ons water schoon genoeg te krijgen. Grondwater was in een vorig leven regen, en voordat regenwater een grondwaterbassin bereikt, passeert het een aantal lagen plant, zand en kalk in de bodem die het water al een stuk schoner maken. Zodra wij het dan uit dat bassin oppompen, hoeft er nog maar weinig aan te gebeuren voordat het aan onze toch aardig strenge regels voldoet. Die natuurlijke zuivering wordt ook ingezet voor water dat iets meer zuivering nodig heeft, zoals oppervlaktewater uit de Rijn of de Maas. Dat water wordt eerst door een filterende bodem heen geleid, zoals een duin (duinwater) of een oever (oeverwater).

Duinlandschap met een blauwe wolkenlucht.

De Amsterdamse Waterleidingduinen vormen het waterwingebied van Amsterdam. Duinzand zuivert hier water uit het Lekkanaal op natuurlijke wijze.

Waternet

Grens aan grondwater

Beschikbaar grondwater gebruiken heeft dus de voorkeur, maar we kunnen niet zo makkelijk de kraan verder opendraaien. In het oosten van het land, waar grondwater belangrijker is dan oppervlaktewater, daalt de grondwaterstand gemiddeld over het jaar al flink. Dat komt doordat er geen evenwicht meer is: er verdwijnt door verdamping, afwatering via sloten, greppels en buizen, én drinkwaterproductie steeds meer water uit de grond, met dalende grondwaterstanden tot gevolg.

Provincies zijn huiverig zijn om vergunningen uit te delen om meer grondwater op te pompen. Dat is best begrijpelijk, vindt Hendriks. “Die vergunningen zijn afgegeven met het oog op zorgen dat de grondwaterstanden niet te veel dalen, omdat dat nog meer schade aan de natuur én aan omringende woningen oplevert, of omdat het problemen geeft voor landbouw. Daarnaast is het belangrijk dat we erg zuinig zijn op ons schone, diepe grondwater, want daar is geen onbeperkte voorraad van. Het is echt een zoektocht hoe we in de toekomst op een duurzame manier aan de toenemende vraag naar drinkwater kunnen voldoen.”

Meer oppervlaktewater gebruiken dan? Dat kan, maar dat is ook niet zo een-twee-drie geregeld. Bovendien heeft ook de aanvoer van de rivieren last van klimaatverandering, zeker voor ons – Nederland is immers het afvoerputje van zowel de Maas als de Rijn, die binnen onze landsgrenzen de Noordzee in stromen. De hoeveelheid en de kwaliteit van het water dat bij ons binnenkomt, zijn dus afhankelijk van wat de landen verder stroomopwaarts ermee doen. De deltascenario's voorspellen alle vier dat er 13 tot 17% minder rivierwater bij ons aankomt in 2050, omdat Frankrijk en Duitsland er meer van aftappen en vanwege meer verdamping, minder regen in de zomer en minder smeltwater. De gletsjers in de Alpen, die de rivieren normaal gesproken van water voorzien, verdwijnen namelijk zienderogen.

Vasthouden

Drinkwater uit de grond loopt dus aardig tegen de grenzen aan, en ook van boven de grond wordt het ingewikkelder. Maar dat neemt niet weg dat er wel degelijk water uit de kraan moet komen. Er liggen dus belangrijke keuzes in het verschiet. Een logische oplossing zou zijn dat we nattere periodes gebruiken om veel water op te slaan, zodat we dat de zomer erna kunnen gebruiken. Dat gebeurt al wel, bijvoorbeeld door veel regenwater naar het IJsselmeer te brengen en daar het peil iets te verhogen, maar dat zou nog meer kunnen. Hendriks: “We moeten zorgen dat we winterwater beter vasthouden. Nu is het systeem erg gericht op afvoeren van heel veel water om overstromingen te voorkomen.”

Uitzicht op water met hier en daar een witte schuimkop. Rechts is wat riet van de oever te zien. De lucht is blauw.

Het IJsselmeer kan dienen om water in op te slaan.

Agnes Monkelbaan, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons

Winterwater kunnen we niet alleen opslaan in het IJsselmeer, maar ook in de grond. Daar wordt nu mee geëxperimenteerd. Voorheen werd veel van dat water via sloten en andere drainage afgevoerd, maar in plaats daarvan kunnen we het ergens vasthouden. Maar ook daar zitten haken en ogen aan: “Als je echt meer water wil vasthouden in de winter, dan betekent dat ook iets voor het landgebruik. Het is geen geïsoleerd systeem. De bodem zal een deel van het jaar natter zijn, waardoor overstromingsrisico’s vanuit beken toenemen.”

Te traag

Dat lijkt de crux van deze ingewikkelde keuzes, die uiteindelijk bij provinciebesturen terechtkomen, in samenwerking met waterbedrijven en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het watersysteem is intens verweven met alle grote ruimtelijke opgaven in Nederland. Kiezen we voor een hoger grondwaterpeil, met daardoor grotere kans op overstromingen? Of gaan we meer grondwater oppompen en nemen we potentiële schade aan gebouwen en natuur voor lief? Kunnen we landbouw daarmee blijven doen zoals we nu doen, of moeten we daar iets aanpassen?

Tegelijkertijd lijkt ons drinkwaterprobleem de meest zichtbare manier waarop klimaatverandering ons raakt. Die belangrijke keuzes kunnen niet te lang meer worden uitgesteld, want het klimaat verandert sneller dan we op dit moment kunnen bijbenen, stelt Hendriks. “Ik denk dat het wat te traag gaat, mede omdat het watersysteem nog te veel als een systeem op zich wordt gezien, en daarbij als een systeem dat volledig maakbaar is. Na een droge zomer, zoals in 2022, gaat iedereen er gelukkig wat meer over nadenken. Maar het blijft echt een puzzel. De andere kant van het verhaal is dat we natuurlijk ook heel veel water gebruiken in Nederland: in België gebruikt men meer dan dertig liter per persoon per dag mínder water. Daar kan ook nog wel iets aan worden gedaan worden.”