Ons dagelijks leven is onmogelijk zonder ijzer, koper en fosfor. De Noorse natuurkundige Anja Røyne laat je zien waar we deze bouwstenen vandaan halen en wat onze keuzes betekenen voor de voorraad die de aarde ons biedt.
Een boek met de titel ‘Onze bouwstenen’. Dat gaat dus over het materiaal waar wij van zijn gemaakt. Ons lichaam bestaat vooral uit water en dat betekent dat waterstof en zuurstof belangrijke bouwstenen zijn. De rest bestaat uit vet en eiwitten en daarvoor heb je ook nog koolstof en stikstof nodig. Dan heb je de vier hoofdbestanddelen wel te pakken. Nog een pietsie zwavel en fosfor erbij, wat ijzer voor in je bloed en een handje calcium voor je botten en het bouwpakket ‘mens’ is vrijwel compleet.
Maar hier gaat het boek van de Noorse natuurkundige Anja Røyne dus niet over. Nou ja, ook wel een beetje maar zeker niet uitsluitend en al helemaal niet met het menselijk lichaam als uitgangspunt om iets over chemische elementen te vertellen. Ze begint bij het ontstaan van al die elementen en vertelt vervolgens aan de hand van een selectie daarvan welke rol ze spelen in onze beschaving. Het gaat haar om de elementen die wij zelf als bouwstenen gebruiken (en verbruiken) voor onze gereedschappen, sieraden, bruggen, machines, huizen, auto’s en al het andere wat wij maken.
Trouwringen en tanden
Dat levert veel interessants op. Ze vertelt bijvoorbeeld hoe de relatief makkelijk winbare goudvoorraden in de Roemeense regio Transsylvanië ooit zijn ontstaan door vulkanische activiteit en hoe dat zorgde voor een opstuwing van rijke goudaders naar het aardoppervlak. Røyne verwerkt op een knappe manier geologie met een praktische uitleg over mijnbouw en een gedetailleerde maar toegankelijke beschrijving van de atomaire eigenschappen van dit edelmetaal. Maar ze kijkt ook verder en beschrijft de desastreuze gevolgen van de winning voor het milieu, waar we goud voor gebruiken naast trouwringen en tanden, de rol ervan in de wereldeconomie en de noodzaak om veel meer na te denken over herwinning van gebruikt goud.
Op een vergelijkbare manier leer je van alles over chemische elementen waarvan de meeste mensen de naam wel kennen, maar waar we eigenlijk verdomd weinig van weten. Dat geldt al voor een overbekend element als ijzer, laat staan voor aluminium, fosfor, titanium, calcium of koper. Røyne neemt je mee in de wereld van ertsen, hoogovens, betonmolens en pleisterwerk. Naar de fantastische materialen en constructies die dat oplevert en die ons veel comfort hebben gebracht. En naar de gekapte bossen, opgeblazen bergen, giftige meren, verdwenen dorpen en dodelijke slachtoffers (plant, dier en mens) die de keerzijde van dat comfort vormen.
Nuchtere toon
Haar boek gaat over elementen, maar Røyne stelt daarbinnen de mens centraal. Niet als een biologisch studieobject waarin die elementen ook een rol vervullen, maar als een hakkend, borend, slijpend en bouwend wezen dat in rap tempo de eigen fundamenten onder zich vandaan graaft. Daar zijn goede redenen voor, zo laat ze zien, maar tegelijkertijd veroorzaakt het ook immense problemen waar we niet voor weg kunnen lopen.
Het fijne van dit boek is dat Røyne een nuchtere toon hanteert. Zowel voor de verworvenheden van technologie als voor de schadelijke effecten en de problemen waar we voor staan. Ze vermijdt het alarmisme en de naïviteit die je vaak tegenkomt waarbij we of massaal zelfmoord moeten plegen om de aarde nog te redden of gewoon achterover kunnen leunen omdat de wetenschap het heus wel oplost.
Door de nuchtere toon en zakelijke blik leest het boek soms wat stroef, maar ze weet daardoor wel de kern van het probleem goed te raken. Want hoe gaan we dat nou doen: enerzijds prettig leven en zoveel mogelijk genieten van de mogelijkheden die ons vernuft biedt en anderzijds niet de boel zo verknallen dat van prettig leven geen sprake meer is? Vluchten in een extreme kant is makkelijk, maar dat doet Røyne gelukkig niet. Wat ze ook niet doet is pretenderen de oplossing te hebben. Ze drukt de lezer gewoon met de neus op de feiten. En dat is het beste startpunt voor een zinvolle discussie.