Zeventig jaar na dato kunnen we de pijnlijke gebeurtenissen rond de bezetting en de Jodenvervolging nog altijd niet laten rusten. Dat blijkt nu Bart van der Boom, kritiek krijgt op zijn onderzoek ‘Wij weten niets van hun lot’, naar de Holocaust in Nederland. Het twistpunt: werkten Nederlanders passief mee of wisten ze echt niets van wat hun Joodse landgenoten te wachten stond?
Wat wisten de Nederlanders in bezettingstijd van de ‘eindoplossing van het Joodse vraagstuk’, de in de Nazi-bureaucratie gangbare benaming voor deportatie en vergassing van de Europese joden in vernietigingskampen in Duitsland en Polen? Het antwoord op die vraag kan – naast vele andere factoren – van belang zijn om te verklaren waarom er in Nederland relatief het allerhoogste aantal joden van West-Europa zijn gedeporteerd. Zo’n 75 procent, terwijl men in België en Frankrijk niet verder dan 40 procent kwam.
Bart van der Boom, universitair docent vaderlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden, kwam na analyse van 164 oorlogsdagboeken van zowel joden als niet-joden tot de conclusie dat ‘men’ niet wist dat gedeporteerde joden direct na aankomst in de kampen vermoord werden. Ze werden gedeporteerd om dwangarbeid te verrichten.
Dat werk zou heel zwaar worden, maar de kansen op overleving achtte men groter zijn dan wanneer de joden onderdoken en ontdekt werden. Als ze alle finesses van de Holocaust wel hadden geweten hadden de Nederlanders wel meer gedaan om de joden te helpen, stelt Van der Boom in zijn boek.
‘Uitermate misleidend’
Op 4 mei verscheen er in NRC Handelsblad een opinieartikel van Ies Vuijsje, zelfstandig onderzoeker en schrijver van het in 2006 verschenen boek ‘Tegen beter weten in’. In het ingezonden stuk geeft Vuijsje scherpe, maar ook emotioneel geladen kritiek op het onderzoek van Van der Boom. ‘Van der Booms conclusie dat men niet van de Holocaust heeft geweten, omdat men niet wist dat de gedeporteerde joodse Nederlanders direct in de gaskamer werden vermoord, is uitermate misleidend.’
De berichten die via Radio Oranje en de Britse BBC naar Nederland gestuurd werden, spraken volgens Vuijsje van ‘vernietiging’ en ‘uitroeiing in koelen bloede’ van de Europese joden. Hoe kan iemand dat nu verkeerd begrijpen? Vuijsje schrijft: ‘de meeste Nederlanders ontkenden tijdens de oorlog de realiteit van Hitlers Endlösung, van de Holocaust. Die ontkenning van de werkelijkheid werd vooral veroorzaakt door gevoelens van machteloosheid, gebrek aan weerbaarheid en behoefte aan gemoedsrust.’
‘De moordcampagne was in volle gang, berichtten de zenders in Londen en de illegale bladen. Kennis van de moordmethode en het moordtijdstip was daarbij niet essentieel.’ (…) ‘Dat veel Nederlanders tijdens de oorlog hebben geweten van de Shoah maar ‘wegkeken’, heeft geleid tot onbehagen bij een deel van de nazaten. Met pseudo-wetenschappelijke redeneringen wil Van der Boom dat ongemak wegnemen.’ (lees hier het hele artikel van Vuijsje)
Onvoorstelbaar
Maar volgens Van der Boom, die op 11 mei een reactie in het NRC liet plaatsen, staan de termen ‘uitroeing’ en ‘vernietiging’ anno 2013 gelijk aan kampen als Auschwitz en Sobibor. Maar tijdens de oorlog was die link veel minder duidelijk. Het doel van de Duitsers was uitroeiing, het middel was niet vergassing, maar deportatie naar een onherbergzaam oord. ‘Dat stelde men zich bij uitroeiing voor: de Joden zouden het zwaar krijgen en velen zouden op termijn omkomen – maar hóe zwaar, hóe velen en op wélke termijn was geheel onduidelijk,’ aldus Van der Boom.
‘Niemand van de door mij bestudeerde 164 dagboekschrijvers zegt in heldere bewoordingen dat de Joden niet tewerkgesteld werden, maar in meerderheid bij aankomst gedood werden. Dat was simpelweg onvoorstelbaar,’ schrijft Van der Boom. Zijn reactie stond naast een brief van een ooggetuige: ‘Onze antennes hebben gedurende de oorlogsjaren geen enkel bericht opgevangen waaruit we het lot der gedeporteerden konden afleiden. (…) Van de systematische verdelging der Joden hebben wij niet geweten. Als het ons zou zijn verteld, hadden we het bovendien niet geloofd.’
Met de kennis van nu klinkt Van der Boom’s argument misschien ongeloofwaardig. Maar ondanks dat de nazi’s van plan waren de joden uit Europa te ‘verwijderen’ (en Hitler in toespraken van ‘de vernietiging van het Joodse ras’ sprak), hadden ze daar jarenlang geen concrete methode voor in gedachten. Het idee van systematische vergassing is geleidelijk ontstaan, toen alle andere plannen, waaronder deportatie naar oorden zoals het eiland Madagascar of de Russische steppen, onhaalbaar bleken. De Duitse propaganda repte dan ook jarenlang van ‘emigratie’ (‘Auswanderung’). Pas begin 1942 werd duidelijk dat ‘verwijdering’ daadwerkelijk fysieke uitroeiing zou gaan betekenen.
Was dat belangrijk?
Van der Boom heeft nog veel meer kritiek gekregen op zijn onderzoek (de kritieken staan allemaal op zijn eigen website) Daarbij komt ook vaak de vraag terug of het wel iets uit zou maken als men het lot van de joden wel kende. ‘Het kernpunt is dat ook de Nederlanders, net als de Duitsers, konden weten en ook wisten dat de joden zeer slecht zouden worden behandeld en dat zij ondanks deze kennis betrekkelijk weinig deden om hun joodse landgenoten te redden,’ schrijft Willem Melching, historicus van de Universiteit van Amsterdam. Ook Jaap Cohen, als onderzoeker werkzaam bij het NIOD betwijfelt het belang van onwetendheid.
Was het gros van de Nederlanders passieve toeschouwers (die de joden misschien wel liever kwijt dan rijk waren) of wisten ze echt van niets en maakten ze de nuchtere afweging dat onderduiken op termijn gevaarlijker was dan deportatie? Wie het weet mag het zeggen…