Naar de content

‘Grote techbedrijven manipuleren onze meningen’

Interview met mediawetenschapper José van Dijck

Logo's sociale media
Logo's sociale media
Freepik

Amerikaanse socialmediaplatforms schaften moderatie en factchecken af, onder het mom van vrijheid van meningsuiting. Maar in feite worden meningen steeds meer gemanipuleerd.

7 februari 2025

Met de komst van president Donald Trump schaffen de grote Amerikaanse socialmediaplatforms, zoals Facebook en Instagram, moderatie en factcheckers af. Platform X nam, onder leiding van Elon Musk, al eerder zulke maatregelen. Vrouwonvriendelijke, homofobe en racistische berichten krijgen ruim baan. De platforms zeggen dat ze dat doen om meer vrijheid van meningsuiting mogelijk te maken. Alleen in de Verenigde Staten van Amerika zou die vrijheid nog echt bestaan. Tegelijkertijd kreeg techmiljardair Elon Musk een prominente rol in de regering van Trump. En zaten meerdere techbazen op de eerste rij tijdens zijn inauguratie van de president.

“Het huwelijk dat we nu zien voltrekken tussen Trump en de grote digitale platformbedrijven is volgens mij echt een keerpunt. Het is de vraag hoe Europa gaat reageren op dit wel zeer intieme huwelijk tussen marktmacht en staatsmacht.”

Aan het woord is José van Dijck, universiteitshoogleraar media en digitale samenleving aan Universiteit Utrecht. Ze leidt een interdisciplinaire groep wetenschappers waarin informatici, juristen, filosofen en bestuurskundigen onderzoeken hoe de digitale wereld onze democratie, werk, onderwijs en media beïnvloeden, en hoe die digitale samenleving te besturen is. Ze schreef in 2018 een boek over de digitale platforms.

Hypocriet

Met het stoppen van moderatie en het de laan uit sturen van onafhankelijke factcheckers, geven de platforms aan geen verantwoordelijkheid te willen nemen voor de content die is ingebracht door gebruikers, zegt Van Dijck. “Deze platforms geven heel graag de vrijheid van meningsuiting daarvoor als reden. Maar dat is een beetje hypocriet. Want ze hebben zelf juist ontzettend veel macht om te bepalen wie er aan het woord komt.”

Op X zorgen algoritmes er al langer voor dat berichten van Elon Musk en Trump hoog op de tijdlijn van gebruikers komen

Platforms zetten algoritmes in die bepalen welke inhoud boven komt drijven in tijdlijnen. “Ik noem dat de Freedom of Reach. En die is veel groter dan de Freedom of Speech.” De platforms zeggen op te komen voor de vrijheid van meningsuiting, maar hebben in feite juist steeds meer controle over die vrijheid, zegt Van Dijck. Het gaat de platforms vooral om zoveel mogelijk gebruikers trekken die zo lang mogelijk op het platform blijven en zoveel mogelijk klikken, zodat ze zoveel mogelijk advertenties kunnen verkopen. Content die dat bevordert komt bovenaan.

Manipulatie

De platforms hebben belang bij het beleid van Trump, legt Van Dijck uit. Trump biedt de platforms lage belastingen en deregulering, zodat ze zoveel mogelijk hun gang kunnen gaan en overal hun platforms kunnen uitrollen. Maar de platforms kiezen ook politiek kant voor Trump. Onlangs werd bekend dat mensen met Facebook-accounts ineens Trump volgen, ook als ze daar niet zelf voor gekozen hebben. Op Truth Social, het platform van Trump zelf, worden natuurlijk al langer berichten van Trump omhoog gepusht. En ook op X zorgen algoritmes ervoor dat berichten van Elon Musk en Trump hoog op de tijdlijn van gebruikers komen.

“Als je dat weet vind ik het wel ingewikkeld dat de platforms de vrijheid van meningsuiting als vlag gebruiken voor hun beleid. Daarmee verdoezelen ze dat ze hun middelen juist steeds meer inzetten om meningen te manipuleren. Musk heeft X omgevormd tot een soort Elon Musk-platform, hij ondersteunt openlijk de extreemrechtse partij AfD in Duitsland, en bemoeit zich wereldwijd met de politiek. Een niet gekozen maar zichzelf blijkbaar belangrijk vindende media-eigenaar, werpt zich op als geopolitiek machtspoliticus. Als je me dat vijf jaar geleden had gezegd, had ik je niet geloofd.” Daar komt bij dat de techreuzen ook cultureel kant kiezen. Het is niet toevallig dat Zuckerberg juist de moderatie op gebied van gender en diversiteit afschaft, zegt Van Dijck, waardoor discriminatie van homo’s en transgenders nu mag op Facebook en Instagram. “Dit is echt een gevecht om politieke, economische en culturele dominantie.”

Daarmee hebben de bedrijven invloed, zegt Van Dijck, ook bij ons. “Veel van onze data staan in de cloud die we niet zelf in beheer hebben. Ons onderwijs, industrie, politiek en gezondheidszorg maken gebruik van dataservers in de VS. Universiteiten hadden vroeger elk hun eigen rekencentrum. Nu is er nog maar één supercomputer van ons zelf — de Snellius die staat in de Watergraafsmeer.” We hoeven niet bang te zijn dat Amerikanen onze privéberichten lezen, zegt ze. “Maar uiteindelijk bepalen bedrijven in de VS volgens Amerikaanse wetgeving (de Cloud Act) hoe die data gebruikt worden.” En al die data, ook de mailtjes via gmail, kunnen wel gebruikt worden om gegevens te verzamelen over het profiel van de gebruiker. Wat weer verkocht kan worden aan adverteerders.

Supercomputer achterkant

De achterkant van een supercomputer

Michael Sauers, CC by-nc 2.0

Afhankelijk

Europa heeft zelf geen of weinig alternatieven voor de Amerikaanse of Chinese digitale reuzen. Voor communicatie zijn er een paar alternatieven, zoals NextCloud, Mastodon of Signal. Maar de socialmediabedrijven hebben het heel moeilijk gemaakt om over te stappen. Je kunt niet je contacten en berichten meenemen als je overstapt van Whatsapp op Signal. En voor cloud-opslag is er helemaal weinig alternatief.

Dat maakt dat wij in Europa enorm afhankelijk zijn van grote Amerikaanse bedrijven. De reactie van de Europese Unie, zegt Van Dijck, is regulering. Er is een Europese wet, de Digitale Diensten wet (Digital Services Act, DSA), die de verantwoordelijkheid van moderatie bij de platforms legt. “Maar regulering hobbelt altijd achter de werkelijkheid aan. En het probleem is: hoe handhaaf je het. Deze bedrijven hoeven zich uiteindelijk vooral aan de Amerikaanse wet te verantwoorden. En omdat we zo afhankelijk van ze zijn, kunnen we heel moeilijk condities stellen. Want je hebt niks om op terug te vallen.”

Europa moet leren innoveren op een manier die Europa eigen is

Het zou beter zijn als de EU meer zou inzetten op innovatie, concludeert Van Dijck. “We moeten zelf de platforms ontwikkelen die we nodig hebben voor onze communicatie, voor databeheer en andere digitale diensten.” Probleem is alleen dat Europa tot nog toe heel weinig zelf investeert in de digitale samenleving. De VS investeert nu 500 miljard dollar in AI, de digitale technologie van de toekomst. De EU heeft net met heel veel moeite een half miljard vrijgemaakt, zegt Van Dijck, om AI in Europa te stimuleren.

“Dat zijn geen verhoudingen. De VS investeert duizend keer zoveel als wij. En nog belangrijker: Europa moet leren innoveren op een manier die Europa eigen is. Met inachtneming van de publieke waarden van Europa, zoals privacy, transparantie, diversiteit, gelijkheid en toegankelijkheid voor iedereen.” Dat zijn andere waarden dan deregulering, geld verdienen en vrijheid van meningsuiting, de waarden die Amerikaanse platforms prioriteit geven. “In Europese innovatie zouden de Europese waarden voorwaarde moeten zijn. Dan hoef je achteraf ook minder te reguleren. Want de waarden waar je op wilt reguleren zitten dan al ingebouwd in het design van het platform.”

Bron