Het is een atypische plek voor een boerderij, maar op het dak van een grotendeels leegstaand fabriekspand in Den Haag verrijst binnenkort een heus boerenbedrijf. De stadsboerderij gaat groenten en vis produceren en het bedrijf dat erachter zit wil dat zelfs winstgevend maken.
In vervlogen tijden maakte Philips er televisie- en telefoononderdelen. Nu worden enkele verdiepingen van het Haagse bedrijfspand De Schilde verhuurd aan ondernemers die er onder andere een sportschool hebben.
Het grootste deel van het gebouw staat echter leeg, evenals het winderige dak waar ik momenteel met een groep journalisten, gemeentemedewerkers en ondernemers sta.
Het is dit dak waar het Zwitserse bedrijf Urban Farmers zijn pijlen op heeft gericht. De enkele kilometers Haagse skyline willen ‘stadsboeren’ omtoveren tot een bron van vers voedsel. Op een oppervlak van bijna vijf tennisvelden moet een kas vanaf het voorjaar van 2016 jaarlijks 45.000 kilo groenten – onder andere tomaten en sla – gaan produceren.
Maar deze stadsboerderij wordt meer dan enkel een kas op het dak. In de verdieping daaronder – nu nog vooral leegstaande kantoren – staan over een paar maanden bassins waarin duizenden Tilapia-vissen rondzwemmen. Dat moet jaarlijks nog eens 19.000 kilo verse vis opleveren. De keuze voor groenten- én viskweek is niet toevallig, want de twee moeten elkaar gaan aanvullen. De afvalstoffen van de vissen vormen namelijk een prima voedingsbodem voor de gewassen op het dak.
In Den Haag verrijst daarmee een relatief grote, en vooral ook commerciële, stadsboerderij. Er zijn al tientallen vergelijkbare initiatieven in het land maar deze stadsboerderij moet dus echt geld gaan opleveren. Hoe willen deze Zwitsers stadsboeren de ultra-efficiënte agrarische sector uit het nabije Westland verslaan?
Symbiose tussen vis en sla
De stadsboerderij in Den Haag gaat gebruik maken van het zogenoemde aquaponics-concept, waarin zoals gezegd visteelt hand in hand gaat met de kweek van gewassen. Dat werkt zo: de vissen die in aquaria worden gehouden produceren meststoffen, zoals ammonium, die vervolgens door bacteriën worden omgezet in nitraten. Water met deze stoffen uit de bassins wordt via leidingen naar het dak getransporteerd waar het voor de irrigatie van de gewassen dient. De planten halen de voedingsstoffen uit het water en zuiveren het daarbij. En zo is het weer geschikt voor de ondergelegen visteelt.
Het lijkt wat dat betreft op de reguliere visteelt waarbij deze (voor vissen giftige) meststoffen uiteindelijk naar de landbouw gaan. Het grote voordeel van het aquaponics-systeem is dat de visteelt direct in verbinding staat met de kweek van groenten. Deze kringloop levert volgens Urban Farmers een waterbesparing tot wel 90 procent op.
Een directe verbinding tussen vis- en gewassenteelt is overigens niet nieuw. Volgens Tycho Vermeulen, onderzoeker bij de Wageningen University & Research Centre, is aquaponics ‘zo oud als de weg naar Rome’. “Zo werden er bij de Azteken en in het Verre Oosten al drijvende eilandjes in visvijvers neergelaten met daarop gewassen”, zegt hij aan de telefoon. “De planten daarop konden via hun wortels voeding uit het water onttrekken. In feit rust dat op het aquaponics-principe.”
Naast de stadsboerderij van Urban Farmers bestaan er volgens Vermeulen al tientallen vergelijkbare projecten in Nederland, allemaal op basis van het aquaponics-concept. Het gaat dan vaak om relatief kleine semi-professionele initiatieven die net uit de kosten komen. Er bestaat al een grootschalig project in Rotterdam, maar het plan van Urban Farmers moet dat overtreffen. Er is een investering van in totaal 2,7 miljoen euro mee gemoeid.
Klantenbinding
Het is de bedoeling dat de investeringen terugverdiend gaan worden met de verkoop van groenten en vis. En dat kan volgens Vermeulen nog best een uitdaging worden. “De boeren in het Westland ga je niet verslaan”, zegt hij. “Die zijn zó efficiënt, daar is geen speld tussen te krijgen. Het systeem van Urban Farmers is ook complexer dan een vergelijkbaar regulier landbouwsysteem. Denk alleen al aan de pompen en filters. Bovendien is het lastig om de productieschaal te vergroten om de kosten te drukken, zoals in de reguliere landbouw gebeurt.”
Onvermijdelijk zijn de producten uit een stadsboerderij daarom duurder. Maar waarom zou een consument daarvoor willen betalen? Urban Farmers wil dat oplossen door een band op te bouwen met hun klanten. Het bedrijf organiseert bijvoorbeeld rondleidingen en nodigt klanten uit voor het terras dat eveneens op het dak wordt aangelegd. ‘Zien is geloven!’, is het motto. “In april hopen we onze eerste leveringen te doen,” zegt Mark Durno van Urban Farmers, “in eerste instantie aan restaurants in de buurt, maar we hopen onze producten op den duur ook in de supermarkt te krijgen.”
In Zwitserland heeft het bedrijf volgens oprichter Andreas Graber al succesvolle proeven gedaan met supermarktverkoop. Hij zegt onder andere dat de mensen de versheid van de producten roemden, omdat ze een minder lange weg hoeven af te leggen naar de supermarkt. Dat Urban Farmers door hun lage watergebruik kans maken op een eco-label ligt echter minder voor de hand. “Ook al zitten hier milieuvriendelijke aspecten aan, de wetgeving rond biologische landbouw is wat dat betreft nog sterk ‘grondgebonden’”, zegt Vermeulen.
Toekomst van stadsboerderijen
Of de stadslandbouw zoals die van Urban Farmers kans maakt om een substantieel deel van onze voedselvoorziening over te nemen, Vermeulen verwacht van niet. “Maar misschien wordt het wel een ander verhaal als nutriënten voor de tuinbouw (die nu niet duurzaam uit mijnen worden gewonnen – red.) op beginnen te raken en duurder worden. Je moet dan zuiniger gaan omspringen met je bronnen.” Ook op andere plekken in de wereld, met minder goede landbouwcondities, zijn dit soort systemen misschien sneller interessant.
Urban Farmers zien wat dat betreft de bomen ook nog niet tot in de hemel groeien. Het verbouwen van gewassen in de stad zal voorlopig een niche blijven, denkt ook Ramon Melon van Urban Famers. Wijzend op alle voornamelijk lege Haagse daken voegt hij daar wel aan toe: “Maar kijk eens naar de plek die er nog is! Dat zou helemaal vol kunnen staan. Ik denk dat we nog veel meer stadsboederijen gaan zien.”
De betrokken wethouder die namens de gemeente een kijkje komt nemen in ‘De Schilde’ ziet het helemaal zitten. “Als dit van de grond komt dan gaat het gebouw snel bloeien met aan de stadsboerderij gerelateerd bedrijfjes en initiatieven.” Of dat bij Urban Farmers gaat lukken of niet, het is precies de reden die Vermeulen aandraagt voor het nut van stadslandbouw. “Dit is een mooie manier om een oud gebouw een nieuwe bestemming te geven. Je creëert een plek die mensen respecteren, waar ze samenkomen en dingen doen. Dat is erg waardevol.”