Een robot die de romp van schepen schoonmaakt en een biologisch afbreekbare cocon die net geplante bomen beschermt. Dat zijn twee van de vijf finalisten van de Green Challenge, een internationale groene prijs.
Schepen nemen tijdens een zeereis niet alleen allerlei goederen in containers mee, maar ook beestjes. Algen en mosselen klampen zich vast aan de romp. Door deze lifters neemt de weerstand van de scheepsromp toe en kost het extra brandstof om het schip te laten varen.
Jarenlang werden giftige coatings met tributyltin gebruikt zodat de aangroei niet aan de romp hechtte. Maar dat werd in 2008 verboden. Nu maken vooral duikers de schepen schoon.
Poetsrobot
Fleet Cleaner werkt aan een alternatief: een robot die de romp van de schepen reinigt. Binnen tien uur, tijdens het laden en lossen, klaart het de klus. “Daardoor is er geen inkomstenverlies”, zegt maritiem ingenieur Cornelis de Vet. Hij is samen met Alex Noordstrand oprichter en bedenker van Fleet Cleaner. Het is een van de vijf genomineerden voor de Green Challenge. De robot bespaart gemiddeld zo’n vijf procent aan brandstof en zorgt daardoor uiteraard ook voor een lagere uitstoot van CO2.
Dankzij magneten en wieltjes verplaatst de Fleet Cleaner zich over de romp. “In de drie zwarte koppen zitten hogedrukwaterjets die het schip schoon spuiten. Duikers gebruiken borstels, maar dat kan de lak beschadigen”, legt De Vet uit. De Fleet Cleaner is zo’n twee meter breed.
De smurrie die de robot van de boot haalt, gaat naar een bijboot. Daar wordt het gefilterde water weer in zee geloosd. “De algen en mossels vangen we op”, zegt De Vet.
De Vet en Noordstrand kwamen al op het idee voor de Fleet Cleaner tijdens hun studie maritieme techniek aan de TU Delft. “Bedrijven vertelden ons dat ze stonden te springen om zo’n oplossing. De afgelopen jaren hebben we de Fleet Cleaner ontwikkeld. Het was met name lastig om de sterkte van de magneten te bepalen en ervoor te zorgen dat ze ook langs krommingen van het schip konden.”
Biologisch afbreekbare ‘couveuse’
Voor de Green Challenge is nog een Nederlandse onderneming genomineerd. Land Life Company maakt de Cocoon, een soort ‘couveuse’ voor net geplante bomen. “Wij richten ons op gebieden die ontbost zijn. Vaak zijn dat nu droge gebieden waar de omstandigheden niet goed genoeg meer zijn voor een zaadje om uit te groeien tot een boom. Onze Cocoon beschermt daarom de zaailing”, zegt mede-oprichter en –eigenaar Jurriaan Ruys van Land Life Company.
De Cocoon ziet er uit als een omgekeerde paddenstoel en is volledig biologisch afbreekbaar. “Het helpt de zaailing om door de eerste zomer heen te komen. In de onderkant zit 23 liter water. We planten de bomen wat lager in de grond, zodat het overdag koel is en ‘s avonds warm blijft.”
“De bovenkant beschermt de zaailing tegen wind en direct zonlicht. Deze ‘couveuse’ voor kleine boompjes zorgt er ook voor dat onkruid niet in staat is om te groeien. Vaak groeit dat namelijk het eerste jaar harder dan de zaailing. Deze concurrent slurpt het water op en staat dan in het licht”, vertelt Ruys.
Helemaal nieuw is de aanpak niet, weet Ruys: “In China en India helpen bewoners al duizenden jaren net geplante zaadjes door droge seizoenen heen door ze in klei te poten.”
In acht landen plantte het bedrijf al Cocoons. “We zijn met name actief in Californië (Verenigde Staten), Spanje, Mexico en Zuid-Afrika. Ten noorden van Kaapstad gaan we binnenkort langs de Breede Rivier zaadjes planten. Door ontbossing neemt de rivier veel modder mee. Dat verandert het ecosysteem en boeren hebben er benedenstrooms last van, omdat er veel modder mee komt. Met de Cocoons willen we daar de natuur herstellen.”