Zeewier kan CO₂ uit de lucht halen en vastleggen, al zijn de mogelijkheden begrensd. Maar zeewierteelt maakt de planeet ook op andere manieren groener, onder meer als voedsel van de toekomst.
Op zijn telefoon laat Reinier Nauta, onderzoeker van de afdeling Marine Research van de Wageningen University & Research (WUR), een Chileense boer zien die een zeewiersoort in zee plant. Met het zeewier wordt een plantaardig alternatief voor gelatine geproduceerd. In een andere video tillen twee Indonesiërs, getooid met een ronde hoed met spitse punt zoals die soms op rijstvelden wordt gedragen, grote rollen zeewier. Op een foto staat een zeewierboerin op een uitgestrekt, hagelwit en net ondergelopen stuk zand op het Tanzaniaanse eiland Zanzibar. Op de achtergrond liggen lijnen in het laagstaande water, waaraan zeewier is vastgeknoopt.
Zeewier levert niet alleen van dit soort prachtig plaatjes op. Het helpt ook in de strijd tegen klimaatverandering. Zeewier absorbeert CO₂ en groeit ervan. Een internationaal team van onderzoekers berekende recent dat zeewier veel CO₂ opslaat, namelijk 56 miljoen ton – meer dan veel experts eerder dachten. Volgens dagblad Trouw is de hoeveelheid CO₂ die zeewier uit de lucht haalt en vastlegt, ‘minstens zo groot als de uitstoot van heel Nederland’.
Maar we moeten ons qua directe CO₂-winst door zeewierboerderijen op zee echter niet rijk rekenen, zegt Robbert Jak, eveneens verbonden aan Marine Research van de WUR. Een soort Amazonewoud onder water behoort niet tot de mogelijkheden. Deels komt dit door de beschikbare ruimte op zee. “Zeewier concurreert met de scheepvaart en sleepnetvisserij. Als zeewier aan lange lijnen hangt, komen die lijnen in de war met sleepnetten.” En er is nog een ander probleem: naast CO₂ neemt zeewier stikstof en fosfor op. Nu is daar een overschot van in ons kustwater. “Maar ga je echt hard opschalen, dan ontstaat er een tekort. De zeewierteelt gaat dan in het ecosysteem concurreren met microalgen, die hier ook van afhankelijk zijn. Die microalgen zijn de basis van de voedselketen.” Gesloten zeewiersystemen op land zou je in theorie wel onbeperkt langs de kust kunnen plaatsen, verduidelijkt Jak.
Kweekvijvers
Nauta ondersteunt de zeewierboeren in Indonesië, Chili en Tanzania die hij op zijn telefoon laat zien. Met enige regelmaat gaat hij er langs, om mee te denken, advies te geven en samen te werken. Over het telen van zeewier bestaat maar weinig kennis, legt Nauta uit.
Op het vasteland van Tanzania kan je gebruikmaken van kweekvijvers, waarin je zeewier, schelpen, vissen en andere zeedieren kweekt. Op het eiland Zanzibar loont het om horizontale lijnen voor de kust te installeren, waar zeewier aan hangt. Deze twee methoden, hanglijnen en kweekvijvers, zijn wereldwijd de belangrijkste methoden om zeewier te kweken, vertelt Nauta. “Ik geloof in een samenwerking in combinatie met onderzoek, want alleen een wetenschappelijk artikel is moeilijk te lezen voor een lokale boer.”
Als voorbeeld noemt hij grote kweekvijvers in Indonesië, waarin garnalen worden geweekt. “Vroeger gooiden ze daar veel voer, pesticiden en herbiciden in. Het afvoerputje van zo’n vijver bestaat echter uit het koraalrif en mangrovebos, dus het kweken had daarop een vernietigend effect. We zijn met lokale boeren aan de slag gegaan en lieten zien dat je, door het voer en bestrijdingsmiddelen weg te laten en zeewier toe te voegen, net zoveel inkomsten hebt en een reductie van 60 tot 80 procent van de kosten.”
Europa
De reden dat Nauta’s werk zich steeds meer verplaatst naar warmere (en armere) oorden is een simpele: in Europa wil het niet of nauwelijks lukken om zeewier commercieel te telen. Want ondanks dat je het kan gebruiken in tandpasta, tampons, bioplastics, slagroom, snoepjes, soepen, zalfjes, en er zeepjes van kan maken, gebruiken we zeewier in Europa relatief weinig. “In zepen zitten nu bijvoorbeeld nog veel restproducten uit olieraffinaderijen. Het is veel beter om deze te vervangen door een natuurlijk en biologisch afbreekbaar product. De kostprijs is alleen nog erg hoog, mede doordat de technologie en kennis nog niet genoeg ontwikkeld zijn voor een efficiënte productie. Om hier wat aan te doen en meer cashflow te krijgen, zal het bedrijfsleven in moeten stappen. Grote jongens als Nestlé en Unilever zijn weleens met me meegegaan naar boerderijen. Er is dus wel wat interesse, maar ook een afwachtende houding.”
Een gemiste kans, zegt Nauta. Want zeewier zou ook het nodige kunnen betekenen voor de geneeskunde. “We weten dat in zeewier allemaal bioactieve stoffen (stoffen die een effect hebben op organismen, red.) zitten, die gezond zijn voor mensen en dieren. We weten alleen nog niet precies welke stoffen het zijn en hoe die werken. De potentie voor farmaceutische producten lijkt hoe dan ook groot, want waarschijnlijk zitten er veel stoffen in die we als medicijn kunnen gebruiken. Zo wordt er al onderzoek gedaan naar extracten van zeewier die mogelijk Alzheimer tegengaan.” Hoe komt het dan dat we nog zo weinig over deze bioactieve stoffen weten? Volgens Nauta heeft dit twee oorzaken: er is nog weinig onderzoek gedaan en we moeten voor een groot deel nog achterhalen uit welke moleculen zeewier bestaat. “Dat onderzoek is lastig, omdat bij onderwaterorganismen de moleculen vaak moeilijk zijn te ontsluiten.”
Mooi product
Jak legt uit dat je zeewierteelt vooral moet zien in een totaalpakket: het zorgt op meerdere manieren voor een groenere planeet. “Een voordeel van zeewierteelt op zee is dat het zeewier hangt, waardoor je de bodem niet beschadigt en niet concurreert op de bodem. Daarnaast levert het goede eiwitten, waardoor het bijvoorbeeld als vleesvervanger nuttig is. Zeewier staat op een lage plek in de voedselketen; voor een kilo vlees moet een koe veel grazen en er is een stal nodig, terwijl zeewier direct gebruikt kan worden. Zeewier past daarom in ons beeld van voedsel van de toekomst, net als mosselen, insecten en garnalen. Het is echt een heel mooi product.” Jak werkte mee aan een project waarbij zeesla, dat valt onder zeewier, werd opgevist en verwerkt tot onder meer vleesvervangers.
Nauta vult aan dat zeewierproductie ook kan leiden tot een lagere ‘watervoetafdruk’ van landen en regio’s. Te veel gebruik van zoetwater kan leiden tot uitputting van waterbronnen, droogte en verzilting, wat schadelijk is voor ecosystemen en biodiversiteit. Behandeling en distributie van water kost daarnaast veel energie, die vaak komt uit fossiele brandstoffen, waardoor meer CO₂ wordt uitgestoten. Ook bij de productie van sommige gewassen en vlees wordt veel water gebruikt. “Zeewier legt niet alleen koolstofdioxide vast; het grote voordeel van zeewier is dat er geen zoetwater nodig is. En zoetwater is ontzettend schaars op deze wereld. Voor de productie van 1 kilo biefstuk is zelfs 15.000 liter water nodig. Door alle verschillende groene voordelen heeft zeewierteelt ons heel veel te bieden.”