Als individu kun je op allerlei manieren bijdragen aan het vergroenen van je directe omgeving. Maar welke maken echt een verschil? En hoe makkelijk zijn ze uit te voeren? In deze aflevering: de vijver.
Ik heb een vijver met daarin een bruine kikker, waterslakjes, allerlei insecten en een scala aan water- en oeverplanten. Musjes en muisjes komen er elke dag drinken en ik ‘heb’ zelfs een reiger. Het zet me aan het denken. Waar komt al dit leven ‘ineens’ vandaan? En nu het er is: hoe draag ik er zorg voor? Moet ik als kersverse vijvereigenaar nu wekelijks waterwaardes meten? En waarom gaat het zo vaak over groene initiatieven, maar krijgt zogenaamde ‘blauwe natuur’ zo weinig aandacht?
Blauwe natuur
Die laatste vraag weet Ralf Verdonschot snel te beantwoorden. De senior onderzoeker aquatische ecologie bij Wageningen Environmental Research merkt dat blauwe natuur niet bij iedereen populair is. Het heeft vooral te maken met het beeld dat mensen ervan hebben, legt hij uit. “Als we denken aan een plas of een sloot, dan zien we snel dat troebele, viezige water voor ons.” Dat hoeft echter helemaal niet zo te zijn. “Sterker nog: een gezonde vijver of beek is net zo helder als een aquarium.”
Het is jammer dat de meesten dat niet weten, aldus Verdonschot. “Op het moment dat je het onderwaterleven kan zien, is het namelijk een stuk aantrekkelijker om er iets mee te doen.” In mijn geval was de vijver een vrij impulsieve beslissing. Ik vond een gratis vijverbak en haalde die dezelfde dag op. Geen plan, geen plek en (nog) geen kennis: maar wel een doel. De zomer ervoor zat er namelijk een bruine kikker in de tuin. En de wilde ik graag een eigen plekje geven.
Hoewel ik mijn vijverproject dus begon voor die huiskikker, ben ik er door te tijd heen heel anders naar gaan kijken. Ik zag hoe fijn de musjes het vonden om er water te halen. Zeker in de winter, wanneer de kleinere drinkbakjes snel dichtvoren. In de zomer kwamen de kikker en ook een pad er verkoeling halen, en er waren ‘ineens’ allerlei libellen, vliegjes en gekleurde kevertjes die ik nog nooit had gezien. Waardoor ik als bioloog bijna in spontane regeneratie (theorie die stelt dat levende organismen kunnen ontstaan uit niet-levende materie, red.) zou gaan geloven.
Biodiversiteit
Een vijver geeft inderdaad snel een grote boost aan de biodiversiteit in je tuin, bevestigt Verdonschot. “Binnen een uur na aanleg kan er al leven in zitten. Dat zijn met name de insecten. Zo kunnen wantsen bijvoorbeeld tientallen kilometers reizen om water te vinden, zwevend in de lucht op zoek naar spiegelende reflecties.” En zijn er eenmaal insecten, dan is het ook weer aantrekkelijker voor andere dieren om naar de vijver toe te trekken.
Eigenlijk is het heel logisch, stelt Verdonschot. “Hoe meer variatie in je tuin, hoe meer variatie in het leven in je tuin.” Water heeft daarin wel meer voordelen dan bijvoorbeeld het planten van een nieuwe soort struik. Dat komt omdat het naast een habitat voor aquatisch leven ook een bron is van zowel drinken als eten voor landdieren, door de grote hoeveelheid insecten er leven.
Voor sommige tuineigenaren kunnen veel insecten onaantrekkelijk klinken, weet Verdonschot. Maar het tegenovergestelde is waar, verzekert hij me. “De dieren die daar weer op afkomen eten juist schadelijke dieren die altijd al in je tuin zaten.” Zo eten padden slakken, eten libellen muggen en verorberen salamanders muggenlarven. Een vijver aanleggen hoef je dus niet alleen te doen voor meer biodiversiteit, legt hij uit. “Het is ook handig voor een muggenvrije zomer.”

Kikker in de vijver van Myrte
Myrte NoweeGeduld
Dat aanleggen hoeft gelukkig lang niet zo lastig te zijn als sommige tuincentra doen geloven, beaamt Verdonschot. Eigenlijk heb je maar drie dingen nodig: een bak, wat waterplantjes en water. Dat was ook mijn aanpak. Ik koos een plek en groef – met de hulp van mijn konijnen – een groot gat. Ik plaatste de plastic bak en wachtte braaf totdat hij gevuld was met regenwater. Mocht je daar geen tijd voor hebben, dan mag je ook kraanwater gebruiken, vertelt de aquatisch bioloog me. Wat waterplantjes erbij en afwachten maar.
— Ralf VerdonschotOok met enkel een postzegeltje als achtertuin kun je iets doen voor het leven in de wijk
Planten kiezen vond ik overigens nog wel lastig. Ook hierin is de keuze namelijk reuze, maar dat moet je niet laten afschrikken, laat ik me vertellen. “Je hebt maar twee type planten nodig”, aldus Verdonschot. “Oeverplantjes en planten die zich onderwater wortelen. Het liefst kies je inheemse uit, maar als dat niet lukt is iets exotisch beter dan niets. Feitelijk boots je gewoon een natuurlijke situatie na.”
Net als in de natuur moet je vervolgens geduld hebben. Want hoewel het kan lijken alsof een vijver enorm veel onderhoud kost, pleit Verdonschot er juist voor dat je het zoveel mogelijk met rust laat. “Dat is voor sommige mensen wel lastig merk ik. Ze zien groen water en willen meteen ingrijpen, maar dat is nergens voor nodig. Dit is zelfs heel normaal in het begin. Het duurt simpelweg even voordat de vijver een natuurlijk evenwicht heeft gevonden.”
Balans
Ik begin me inmiddels steeds meer af te vragen of we niet te moeilijk doen. Vogelvoer, slakkenvallen, antimuggenspul en bestrijdingsmiddelen: hoe langer ik met de ecoloog praat, hoe meer ik me realiseer dat de natuur zichzelf prima in balans kan houden. Nog beter zonder inmenging van de mens. “Het is wel goed om íets bij te houden hoor”, nuanceert Verdonschot. “Let er bijvoorbeeld op dat er niet per ongeluk te veel voedingsstoffen in de vijver komen, zoals tuinmest of bladeren. Maar blijf er verder zo veel mogelijk vanaf.”
Inmiddels ziet de vijver er in mijn ogen – én die van de kikker – geweldig uit. Hoewel hij het eerste half jaar op wat plonsjes na het vogelbadje verkoos boven zijn potentiële paleis, is hij inmiddels helemaal genesteld. Zij (ik kwam er op dit moment achter dat ‘Roderick’ een vrouwtje is) heeft er zelfs een vriendje mee naartoe genomen om samen voor nieuw leven. Ik zie nu in dat water niet alleen functioneel is vóór natuur, het ís ook natuur.

De vijver in de tuin van Myrte
Myrte NoweeToch blijft het bijzonder. Zo groot is mijn watertje niet, maar het verschil in biodiversiteit in de tuin is enorm. “Dat komt omdat alle vijvers in een wijk bij elkaar opgeteld het leefgebied voor de dieren vormen”, vertelt Verdonschot. Je kan daardoor ook met enkel een postzegeltje als achtertuin iets doen voor het leven in de wijk. Zelfs als je écht geen groene vingers hebt en kiest voor een vogelbadje. “Het lijkt allemaal misschien klein, maar vele kleine postzegeltjes maken samen een groot leefgebied.”