Glas lijkt in de publieke perceptie een duurzamere verpakking dan plastic. Maar klopt dat ook? NEMO Kennislink scheidt beide afvalstromen, op zoek naar de groenste keuze.
In een kleine Albert Heijn in Amsterdam staan veel verschillende soorten mayonaise in de schappen. Je vindt er onder meer organische, vegan en biologische mayo. Wat opvalt is dat het ene merk kiest voor een plastic verpakking, terwijl een ander merk dezelfde hoeveelheid mayonaise in een glazen pot stopt. Op het eerste gezicht lijkt glas voor de milieubewuste consument de meest duurzame keuze: glas krast minder, je hoeft het minder snel te vervangen (als je het niet laat vallen), en het is oneindig te recyclen. Glasbakken, waar wordt gesorteerd op kleur, wekken de indruk dat het met recyclen wel snor zit.
Dat leidt er volgens Peter Rem, emeritus hoogleraar resources & recycling aan de TU Delft, mede toe dat glas over het algemeen inderdaad als beter wordt beschouwd dan plastic. “Het klopt dat dit sentiment er is. Dat heeft, denk ik, ook te maken met de producenten die erachter zitten. Een glasproducent is vaak een onverdachte partij en niet iemand die dagelijks in de krant komt door schadelijke zaken.” Kunststoffabrikanten valt die bedenkelijke eer wel ten deel, aldus Rem. “Als je de krant openslaat, zie je regelmatig een artikel over de kwalijke gevolgen van kunststofproductie. De ene keer is ergens de grond chemisch vervuild, dan weer zit er PFAS in zeeschuim. Dat is bedreigend. Als mensen zich onzeker voelen over hun toekomst, dan hebben ze de neiging om het onbetrouwbare zo veel mogelijk uit te sluiten.”
— Rob Versfeld
Maar hoe pakt de vergelijking uit als de feiten het winnen van het sentiment? Bijvoorbeeld op de mayo-afdeling van die kleine Amsterdamse supermarkt, waar dezelfde hoeveelheid mayonaise zowel in glas als plastic wordt verpakt. Hier geldt dat als de glazen verpakking herbruikbaar is en vaak genoeg wordt gebruikt, dit de duurzaamste optie is, aldus Rob Versfeld van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. Veel glazen mayonaisepotten zullen echter na éénmalig gebruik in de glasbak eindigen. “Dan is plastic een duurzamere keuze”, stelt de onderzoeker.
Hergebruik
Volgens Versfeld staat statiegeldglas, voor welk product dan ook, aan de top van de glas-en-plastic-duurzaamheidspiramide. “Het glas wordt niet omgesmolten en slechts omgespoeld voor een volgende gebruikscyclus, dus dit is het beste voor het milieu. Dit noemen we overigens geen recycling, maar hergebruik.”
Na hergebruik is het recyclen van glas door het in de glasbak te gooien over het algemeen het beste voor het milieu, vertelt Versfeld. Van het ingezamelde glas worden scherven gemaakt, die worden gebruikt bij het maken van nieuw glas. “Dit levert veel energie- en grondstoffenbesparing op. Omdat er geen kwaliteitsverlies is tijdens het recyclen, kan glas in theorie oneindig vaak opnieuw worden gebruikt.” De bottleneck van glas is volgens Versfeld het gewicht. “Glazen verpakkingen zijn gemiddeld zeven keer zwaarder zijn dan een plastic variant, waardoor het transport het milieu meer belast.”
Goedkope tuinstoelen
Kijk je puur naar plastic, dan is het recyclen van statiegeldplastic het beste. “In tegenstelling tot statiegeldglas wordt statiegeldplastic versnipperd en omgesmolten”, verduidelijkt Versfeld. “Het voordeel is dat er een heel pure stroom van één soort plastic ontstaat: een plastic drankverpakking wordt weer een nieuwe plastic drankverpakking. Er is dus geen verlies in de kwaliteit van het plastic.”
Wat geldt voor statiegeldplastic, geldt helaas niet voor al het andere plastic: meestal wordt de kwaliteit van het plastic met elke recycleronde minder. Versfeld: “De meeste plastic verpakkingen worden via de container voor plastic, metalen en drinkpakken of via het restafval afgedankt.” Die recycleketen is veel slechter dan die van glas. “Dat komt onder meer doordat er honderden soorten plastic zijn, die allemaal apart gerecycled zouden moeten worden om een dicht systeem te krijgen, zonder dat de kwaliteit afneemt. Maar in Nederland halen sorteermachines meestal alleen de plasticsoorten PET, PE en PP eruit, omdat het sorteren in meer verschillende soorten niet economisch rendabel is.” Het ‘mengplastic’ eindigt vaak in de vorm van bermpaaltjes of goedkope tuinstoelen. “Daarnaast is momenteel de afzetmarkt voor het gerecyclede plastic erg slecht. Hierdoor investeren bedrijven niet in machines die plastic kunnen recyclen.”
Belevingswereld
Om te bepalen of glas of plastic duurzamer is, is het belangrijk te kijken naar wat je uitgangspunt is, legt Rem uit. “Omdat het duidelijk is dat onze huidige manier van consumeren niet duurzaam is, worden vragen als deze vaak op een toekomstig moment geprojecteerd. De vraag of ik vandaag beter kan kiezen voor een plastic verpakking of voor glas is een andere dan: als we uiteindelijk duurzaam consumeren, gebruiken we dan plastic of glas, of geen van beide? Sommige materialen kunnen met behulp van innovaties in de toekomst werkelijk duurzaam worden, terwijl andere materialen altijd niet-duurzame aspecten zullen blijven behouden.” De energie die nodig is voor de recycling van glas, is duurzaam op te wekken. “Terwijl de fossiele plastics nooit duurzaam kunnen worden, omdat olie nodig is voor de productie en plastics deels in de oceanen terechtkomen. Het plaatje verandert nog meer als we andere duurzaamheidsaspecten meenemen, zoals geopolitieke conflicten als oorlogen over fossiele grondstoffen.”
De vraag of plastic of glas duurzamer is, vinden wetenschappers heel belangrijk, terwijl het vaak een illusie is dat de consument na een drukke werkdag de meest duurzame mayonaiseverpakking kiest, stelt Rem. Hij ziet dan ook dat veel wetenschappers het verlangen van consumenten naar duurzaamheid overschatten; de prijs is voor veel mensen belangrijker. “We vergeten dat burgers meer om hun eigen energieverbruik geven dan om de vervuiling van oceanen. En ze leveren een glazen statiegeldverpakking vaak niet in uit duurzaamheid, maar uit zuinigheid. Willen wij als wetenschappers begrijpen waarom een burger kiest voor een verpakking, dan moet die belevingswereld meer onderdeel worden van wetenschappelijk onderzoek.”