Scheikunde is vies en gevaarlijk en wetenschappers zijn een beetje gek. Vooroordelen? Natuurlijk. Maar bij Mad Science gebruiken ze dat juist als uitgangspunt om de nieuwsgierigheid van kinderen te prikkelen. Samen met een vierkoppig team deed NEMO Kennislink mee aan de themadag Halloween in Veghel.
In de KreaTech Fabriek in Veghel krijg je meteen zin om aan de slag te gaan. Het staat er vol met werktafels, gereedschap en knutselspullen. Normaal gesproken werken kinderen hier aan hun eigen kunstwerk of uitvinding van hout, metaal of elektra, maar vandaag staat wetenschap op het programma. Gekke wetenschap, want we gaan meedoen met de Mad Science Halloweendag. En wie gekke wetenschappers zegt, denkt natuurlijk meteen aan scheikunde! Proefjes doen met gevaarlijke stoffen! Joehoe! Misschien zijn we aan het eind van de dag allemaal wel zo gek dat we echte enge dingen kunnen doen, belooft professor Triple-L, onze Mad Science gastprofessor. Want het is tenslotte bijna Halloween en dan gaan gekke wetenschappers helemaal los.
Blauw ding
Het mag dan een gekke boel worden, professor Triple-L is glashelder over de regels. “Je moet eerst goed leren hoe het werkt in een laboratorium. Want we gaan straks werken met heel gevaarlijke stoffen en dan moet je wel weten wat je doet.” Dus gaat de groep eerst de basistechnieken oefenen.
Iedereen krijgt een eigen oefenlaboratorium: een dienblad met daarop een maatbeker, een maatcilinder, een roerstaafje en een erlenmeyer. En natuurlijk allemaal een veiligheidsbril. Eerst maar eens de namen van het ‘glaswerk’ (alles is van kunststof) oefenen. Maatbeker en roerstaafje, dat weet iedereen wel zo’n beetje. Maar na goed oefenen onder commando van de professor weet binnen de kortste keren ook iedereen dat het blauwe ding een erlenmeyer is.
Supergevaarlijk
Dan krijgt ieder groepje een beker water. Twintig milliliter in je maatbeker schenken is de opdracht. “Het is maar water, maar doe alsof het een gevaarlijke chemische stof is”, zegt professor Triple-L. “Dus netjes werken en niet knoeien.” De intentie is goed, maar niet knoeien, nou, dat is toch wel wat veel gevraagd.
Netjes werken is ook geen universeel begrip zo blijkt. Jongens en meisjes interpreteren dat heel anders. Waar de meisjes indrukwekkend precies de 20 ml-streep in de gaten houden, zijn de jongens wat losser uit de pols. Ergens tussen 20 en 25 vinden ze precies genoeg. “Er zit dus in ieder geval twintig milliliter in”, aldus Igor (8). Dan is het tijd voor de pipet. Myrthe (8) oogt als een ervaren laborant. “Ik heb dit al vaker gedaan, dit is echt niet moeilijk.” Ook Mad Science kent ze al, evenals haar tafelgenootje Frédérique (10) die enthousiast vertelt dat vandaag haar derde keer is. “Het is echt heel leuk, ik heb het ook bij ASML eens gedaan.”
Pipetten zijn bedoeld om nauwkeurig te werken, maar inventieve geesten weten wel beter. Je kunt ze namelijk ook ontzettend goed gebruiken om water in je neus te spuiten of in elkaars haar. De professor, die duidelijk vaker met dit bijltje heeft gehakt, weet de meute op sympathieke wijze goed bij de les te houden. Nu iedereen de basistechnieken onder de knie heeft, is het tijd voor echte proefjes met echte gevaarlijke stoffen. Er worden bakjes met doorzichtige en gekleurde vloeistoffen uitgedeeld en bakjes wit poeder. Hoewel het verdacht veel op suiker en zout lijkt, laten de wetenschappers-in-spe zich niet in de luren leggen. “Dit is allemaal supergevaarlijk hoor, wat hier staat”, weet Harry (6) te melden aan de kritische vragensteller.
Vies slijm
Maar het is niet zo eng dat ze er niet mee durven werken. Integendeel, er wordt gemengd en geroerd dat het een lieve lust is. Zeker omdat de professor heeft laten zien dat je heel vies slijm kunt maken! En als je maar lang genoeg alles roert, wordt het vanzelf heel smerig, zo maken we op uit alle enthousiaste geluiden. “Getver, wij hebben hersenen gemaakt”, roept een groepje. “Ach gast, dat van ons is véél smeriger”, klinkt het van een andere tafel. Ze hebben allemaal gelijk, de bruisende, bleekroze brouwsels zien er stuk voor stuk misselijkmakend uit.
PAF!
Geen scheikunde zonder ontploffing, dus op naar buiten voor een knalproef. Iedereen vult een reageerbuisje tot de helft met een ‘gevaarlijke, chemische vloeistof’, maar gelukkig kun je gewoon met je duim het buisje dichthouden. Buiten duwt de professor een dopje met wit poeder op ieder buisje en dan schudden maar. PAF! Een paar keer schudden is voldoende om de dop een flink eind weg te schieten. Gejoel alom. “Raak die fiets!”, “Mik op die man!” Maar wie uiteindelijk het meest schrikken zijn de mini-Mad Scientists zelf. Stiekem is het toch best spannend, zo’n ontploffing van dichtbij.
Bij Mad Science staat entertainment hoog in het vaandel, maar er zit meer achter dan louter effectbejag, iets wat bij scheikundeproefjes gemakkelijk kan doorslaan. Na de lunch duiken we echt de chemie in. We leren over atomen, over hoe sommige atomen elkaar heel leuk vinden en hoe dat zelfs kan leiden tot moleculen. Het periodiek systeem komt voorbij en de kinderen leren dat H2O water is. Dat O voor oxygen staat en dat wij dat zuurstof noemen. En dat je goud kunt herkennen aan de afkorting Au. “Dus als iemand AU! zegt, bedoelt ie gewoon goud.” De professor deelt vervolgens de opdrachten uit: moleculen bouwen. Iedereen gaat aan de slag om koolstofdioxide, zuurstof, ammoniak en azijnzuur te maken. Niet slecht voor kinderen tussen de zes en twaalf jaar. Ze gaan ongelooflijk serieus aan de slag. Met de spaghetti en tumtums…