Naar de content

Gouden tijden voor de Gouden Eeuw

Een interview met deskundige Maarten Prak

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De Gouden Eeuw staat in de spotlights bij Kennislink. En niet alleen bij ons: de NTR/ VPRO zendt een serie uit over de befaamde zeventiende eeuw en daar zijn ook een boek en een tentoonstelling in het Amsterdam Museum aan gekoppeld. Maarten Prak vertelt over zijn rol als adviseur voor de televisieserie.

22 januari 2013

Het begon allemaal met een probleem. Als historicus weet Maarten Prak, hoogleraar Economische en Sociale Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, als geen ander hoe je de zeventiende eeuw levendig beschrijft. Hij heeft er meerdere boeken en artikelen over geschreven, voor zowel een breed publiek als voor vakgenoten. Maar televisie is anders. Daar heb je bewegend beeld voor nodig en dat is er nu eenmaal niet uit de Gouden Eeuw. Om toch televisie te kunnen maken over die periode waren er twee opties.

Maarten Prak: “De keuze was het naspelen van scenes uit de zeventiende eeuw of een razende reporter inzetten. Het werd het laatste, met Hans Goedkoop. Hij ging op zoek naar interessante mensen die, bewegend in beeld en op plekken die een belangrijke rol hebben gespeeld, over deze periode vertelden. Daarnaast is de link die de serie naar de actualiteit legt heel belangrijk.”

“Neem bijvoorbeeld Ben Knapen, voormalig staatssecretaris Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, uit de derde aflevering. Hij heeft een boek over Johan van Oldenbarnevelt geschreven en hij kan vertellen over de hedendaagse Europese Unie. Door hem te interviewen over beide onderwerpen kreeg je een natuurlijke overgang.”

Wat deed u nog meer, naast deskundigen aandragen?
“Ik moest kijken of alles feitelijk klopte. De makers van de serie zijn wel historici maar geen periodespecialisten. Ik heb veel met de redactie gepraat over de onderwerpen en mijn boek Gouden Eeuw. Het raadsel van de Republiek is door hen gebruikt als naslagwerk. Het voelt eigenlijk een beetje als of mijn boek is verfilmd,” grijnst Prak.

“De structuur binnen de afleveringen kreeg ook veel aandacht: daardoor blijft de informatie beter hangen. De serie heeft ook een didactische functie en daarom was de structuur heel belangrijk. Ik heb elke aflevering minstens drie keer gezien en onder andere daarover becommentarieerd. Mijn vrouw keek namelijk mee en die snapte er soms niets van. Te weinig interne samenhang.”

Geeft de serie een goed beeld van de 17e Eeuw?
“Dit is het beste beeld wat we op grond van onze kennis en het budget konden maken voor de mensen die we willen bereiken: het wordt uitgezonden op prime time dus de serie is voor een groot publiek. Maar wat je nooit kunt overbrengen op TV is hoe oncomfortabel de zeventiende eeuw was. Vergeet niet dat de mensen in een Kleine IJstijd leefden: het was een stuk kouder dan nu.”

“Daarnaast konden ze zich daar een stuk minder tegen weren dan wij nu, op de bank in onze verwarmde en geïsoleerde huizen. De huizen uit die tijd, ook van de rijken, konden amper verwarmd worden. De kleding en schoenen van de meeste mensen waren van slechte kwaliteit. Kreeg je kwalen dan betekende dat eindeloos pijn lijden of een onverdoofde behandeling bij de chirurgijn.”

“En wat dacht je van de stank uit die tijd? Die zou voor ons nu niet meer te verdragen zijn. De grachten waren de open riolen van de huizen die er aan stonden. Uitwerpselen werden door arme mensen, die geen sanitaire voorzieningen in hun kleine krotwoning hadden, verkocht aan boeren uit de buurt. Maar tot het zover was stond het vaak dagen te stinken in een emmer in de hoek. Mensen woonden op en door elkaar, samen met het ongedierte. Matrassen van stro vol beestjes, luizen op je hoofd en overal ratten.”

“Zelf stonken de zeventiende-eeuwers ook want ze gingen weinig in bad. Dit gold voor zowel rijke als arme mensen: men dacht dat baden ongezond was. De huizen, die van de rijken dan, werden wel van top tot teen schoon geboend. Maar de schone huizen konden de stank van buiten niet tegenhouden, zeker niet in de zomer. Door de warmte stonken de grachten nog erger en verkasten de beter gesitueerden massaal naar hun buitenhuizen buiten de stad.”

“Je kunt het vergelijken met de ongeplaveide en drukke straten in het hedendaagse India. Dat komt nog het meest in de buurt van een Hollandse stad in de Gouden Eeuw. Voor ons is het ondragelijk smerig en stinkend maar dat kun je niet overbrengen op televisie. Net als het lawaai. Ook dat moet oorverdovend zijn geweest. Overal reden karren en liepen paarden, honden en andere beesten die ook weer rotzooi en uitwerpselen achterlieten. Geen pretje dus.”

Oude zwart-wit foto van het Oude stadshuis en de Waag op de Dam

Het oude stadhuis van Amsterdam, gravure van kort na de Alteratie van Amsterdam (ca. 1615).

wikimedia commons

Wat vindt u het mooiste moment uit de serie?
“Het mooiste moment? Mmm, dat is wel de emotie van mensen als het over de Gouden Eeuw gaat. Bijvoorbeeld de re-enactmentgroep die veldslagen uitbeeldt in aflevering 3. De man die Maurits ‘speelt’ is daar heel serieus over en zegt geëmotioneerd dat hij nog niet eens in de schaduw van de grote man kan staan. Mooi! Dat gevoel kun je niet overbrengen via geschiedenisboeken op school.”

Wat hebt u eigenlijk met de Gouden Eeuw? Waar komt de fascinatie vandaan?
“Nou, dat is eigenlijk tweedelig. Ten eerste bestonden de actuele problemen van nu ook al in de zeventiende eeuw. Denk aan de migratie met daar bijhorende vreemde godsdiensten en rare gebruiken. Moesten deze andersgelovigen integreren of niet?

“De tweede generatie verstond de oorspronkelijke taal al niet meer en wilde de kerkdiensten in het Nederlands. Nu gebeurt hetzelfde met moslims, dat maakt de Gouden Eeuw zo interessant. Ook herkenbaar is de discussie over uitkeringen: wie heeft daar recht op? En worden uitkeringstrekkers er niet lui van? Ten tweede is dat wat we tegenwoordig herkennen als typisch Nederlands, vaak begonnen in de zeventiende eeuw.”

Tulpenvaas

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

“Neem de tulp: Nederland staat internationaal bekend als tulpenland. Dit komt door de tulpenspeculatie in de Gouden Eeuw. De tulp was ineens overal! Boeren gingen ze kweken, speciale Delfts Blauwe vazen om ze stuk voor stuk in te zetten werden ontworpen enzovoort.”

“De tulp was rond 1560 al bekend in Nederland maar het duurde een tijdje voordat het echt aansloeg. De mensen wisten in eerste instantie ook niet wat het was en wat ze er mee moesten. Ze dachten dat het een soort uien waren en gebruikten het om mee te koken. Totdat iemand een paar bollen had begraven en er prachtige bloemen uit de grond kwamen.”

“Nu is 90 procent van de wereldbloemenmarkt in Nederlandse handen. 90 Procent!! Dat is dus heel bijzonder voor zo’n klein landje. Een ander mooi voorbeeld is de ringlijn in de Randstad: die begint ook in de Gouden Eeuw, met de trekvaart. De trekschuiten hadden een regelmatige en betrouwbare dienstregeling (inclusief boekjes met vertrek- en aankomsttijden) zodat je heel gemakkelijk een reis kon plannen. Je reisde van stad naar stad in een comfortabele boot in plaats van een hobbelende koets en doorkruiste zo razendsnel de Randstad. Dit fascineerde buitenlanders enorm.”

Denkt u dat de 17e eeuw een breekpunt vormt?
“Op een bepaalde manier wel. Nederland werd letterlijk en figuurlijk een nieuw land. Hele gebieden werden drooggemalen en toegevoegd aan het landbouwarsenaal, de grachtengordel van Amsterdam is toen ontstaan, de periode bulkt van de aansprekende gebouwen en grote schilders. Iconische zaken waar Nederland bekend om is, gaan terug naar de 17e eeuw en we grijpen ook graag terug op die tijd.”

“Neem bijvoorbeeld Uitgeverij Elsevier. In de zeventiende eeuw bestond ook een bedrijf met die naam. Toen het huidige Elsevier in de 19e eeuw werd opgericht, besloten ze een naam uit de roemruchte Gouden Eeuw te nemen om het nieuwe bedrijf extra cachet mee te geven.”

Zo blijven Nederlanders steeds teruggrijpen naar de Gouden Eeuw en is deze succesvolle periode van onze geschiedenis nog steeds mateloos populair.

Over Maarten Prak

Maarten Prak is hoogleraar Sociale en Economische geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in de Gouden Eeuw.

Zijn boek Gouden Eeuw. Het raadsel van de Republiek uit 2002 is nu opnieuw uitgekomen, met toegevoegde hoofdstukken over Literatuur & Letteren en Wetenschap & Filosofie en in meerdere talen (voor de liefhebber zelfs in het Chinees). Het boek is geschreven voor bovenbouwscholieren, studenten en verder iedereen die wil weten hoe het ook alweer zat in de Gouden Eeuw.