Nadenkend over mijn goede voornemens voor het jaar 2019, raakte ik afgeleid door de herkomst van deze woorden. Volgens de Dikke van Dale is een voornemen gewoon een plan, of het plan hebben om. Terwijl goed ‘met positieve kwalificatie is’. Plannen met positieve kwalificatie dus, die hebben we allemaal genoeg!
Wat een bevrijdende gedachte: het vieren van je verjaardag, of op vakantie gaan (allemaal plannen met positieve kwalificatie), kunnen dus opeens dienst doen als goede voornemens. Jammer genoeg is dit natuurlijk niet wat men bedoelt met een goed voornemen. Gek genoeg is de betekenis van twee woorden dus niet de optelsom van die twee woorden, de betekenis van woorden is dus niet direct af te leiden uit de woorden zelf. Een vrij contra intuïtieve gedachte in eerste instantie: als de betekenis van een woord niet in het woord zelf ligt, waarin dan?
Lastige goede voornemens
Het antwoord op die vraag werd goed samengevat door taalwetenschapper John Firth: ‘You shall know a word by the company it keeps’. Oftewel, betekenis komt voort uit context. Als wij het over goede voornemens hebben in het kader van de jaarwisseling, dan hebben we het over plannen die eigenlijk gezond of goed voor ons zouden zijn maar die we lastig vinden om te doen. Dat bepaalt de betekenis van een goed voornemen.
Nog even over dat woordje ‘goed’, toen ik toch bezig was met de van Dales heb ik het maar meteen even opgezocht in het etymologisch woordenboek. Dat blijkt dus afkomstig van het woord god; van oudsher betekent goed dus eigenlijk ‘zoals god’, of ‘goddelijk’.
Wetenschappers suggereren nu om de lat vooral niet te hoog te leggen als je wil dat je goede voornemen kans van slagen heeft. Ooit moesten goede voornemens dus echt goddelijk zijn, tegenwoordig moet je de lat vooral laag leggen, dus wie weet in wat voor context we het dan over een paar honderd jaar gebruiken. Maar voor nu nog even, goed nieuwjaar allemaal en succes met alle goddelijke voornemens!
In reactie op deze blog schreef Janna een nieuwe blog, zie hier