De inhoud van de broodtrommel belandt bij menig scholier in de vuilnisbak. Zin in iets lekkers! Anouk Mesch vertelt wat jongeren helpt om daarbij gezondere en duurzamere keuzes te maken.
Een roze koek uit de automaat, een tosti hawaii uit de kantine, of toch maar in dat tussenuur naar de supermarkt lopen voor een frikandelbroodje? Middelbare scholieren hebben vaak en veel honger, en hebben daarbij heel wat te kiezen. Het aanbod is flink gevarieerd, maar over het algemeen weinig gezond en ook niet bepaald duurzaam. Hoe erg is dat? En kan het ook anders?
In deze aflevering van Oplossing gezocht is Anouk Mesch te gast. Zij onderzoekt aan Wageningen University & Research wat jongeren helpt om betere keuzes te maken op het gebied van voeding. Voor haar promotieonderzoek spreekt ze regelmatig met de jongeren zelf, die haar vertellen waarom zij bepaalde keuzes maken en wat hen zou helpen om gezondere en duurzamere keuzes te maken. De prijs van voedsel is uiteraard belangrijk, maar er speelt meer mee, vertelt Anouk aan podcast-hosts Robert Visscher en Nour Eldín Emara. Luister naar de aflevering in jouw favoriete podcastapp (Spotify, Apple) of kijk hierboven de video op Youtube.
Transcript
Oplossing gezocht - Gezonde keuzes in de kantine
===
Anouk: Ik denk ook als wij niks doen, dat tieners niet automatisch gaan leren om gezond en duurzaam te eten.
Robert: Stel je voor je staat in de supermarkt op je gemakje een croissantje te pakken als je plotseling omringd bent door een horde pubers. Om je heen graaien ze de vooraf ingepakte saucijzenbroodjes, frikandelbroodjes en chocoladecroissantjes weg. Wat achterblijft zijn de volkoren bollen en de meergranen broodjes. Nou, die zijn duidelijk niet in trek bij de jongeren. Op hun weg naar de kassa pakken ze allemaal nog één of twee blikjes energydrink mee. Een enkeling kiest nog een pak stroopwafels of een zak gemengde drop. En zo snel als ze gekomen zijn, heeft de meute de supermarkt ook weer verlaten. Zo, verzucht de caissière. De grote pauze hebben we ook weer gehad. Mijn naam is Robert Visscher.
Nour: En ik ben Nour Eldín Emara. En je luistert naar Oplossing Gezocht, dé wetenschapspodcast van NEMO Kennislink. In deze podcast zoeken we samen met de wetenschap oplossingen voor problemen.
Robert: Deze week zitten we aan tafel met Anouk Mesch, voedingswetenschapper aan Wageningen Universiteit en blogger voor Faces of Science. En we bespreken het eetgedrag van middelbare scholieren. Anouk, wat was jouw guilty pleasure nou op de middelbare school?
Anouk: Poeh. Nou, wij hadden in de kantine af en toe worstenbroodjes voor 40 cent en dan gingen we er wel allemaal even eentje halen.
Nour: Dat is gevaarlijk ja.
Anouk: 40 cent ook, dat was echt goedkoop.
Robert: Nam je er dan ook twee, of was dat dan niet...?
Anouk: Nee, daar kon ik me eigenlijk wel in inhouden.
Robert: Oh ja. Een broodje kroket tijdens de lunch, een roze koek in de pauze en na het laatste uur nog even een zakje chips. Middelbare scholieren eten vaak behoorlijk ongezond en niet duurzaam. Ze zijn daarin zeker geen uitzondering. Slechts weinig mensen lukt het om zich netjes aan de richtlijnen van het Voedingscentrum te houden. We blijken allemaal ons eetgedrag maar lastig te veranderen. Anouk, toch richt jij je in je onderzoek specifiek op middelbare scholieren. Een best wel lastige groep, lijkt mij. Maar waarom is dat? Waarom heb je voor die groep gekozen?
Anouk: Ja, je zei het net al, ze zijn geen uitzonderingen. De hele bevolking houdt zich... Nouja, niet de hele bevolking, maar veel mensen houden zich niet aan de richtlijnen die het Voedingscentrum stelt voor gezond en duurzaam eten. Maar we weten eigenlijk dat eetgedrag veel wordt... Of nou ja, voornamelijk nog wordt ontwikkeld in de jonge leeftijd. En er is best veel aandacht geweest voor hele jonge kinderen en kinderen op de basisschool. Maar middelbare scholieren, dat is inderdaad niet zo'n favoriete onderzoeksgroep. Er wordt ook echt wat minder onderzoek nog naar gedaan. En juist daarom vind ik het heel interessant. En ze beginnen eigenlijk zelf keuzes te maken. Dus het is ook een leeftijd waarin je kan beginnen om te kijken, hé wat eet jij nou zelf? Wat wil je nou zelf eten?
Nour: Ja, en waarom is 't dan juist voor die middelbare scholieren zo lastig om gezonde en duurzame keuzes te maken?
Anouk: Ja, juist als je gaat uitproberen, wat kan ik nou eten, en je ziet zoveel verschillende voedselprikkels om je heen. Dus bijvoorbeeld inderdaad een croissantje in de supermarkt of je komt in de schoolkantine iets lekkers tegen, dan zie je zoveel voedselprikkels. En je bent ook nog best wel veel bezig met jezelf ontwikkelen. Je zelfregulatie is ook nog niet volledig ontwikkeld. Dus het maakt hun eigenlijk nog net iets gevoeliger dan een gemiddelde volwassene.
Nour: Ja, ik herkende het wel eigenlijk dat ik voor het eerst een portemonneetje meekreeg vanuit mijn ouders met een paar centen erin, mijn zakcenten en dan op de middelbare school inderdaad naar de kantine ging en een worstenbroodje ging wel vaak aan mij voorbij, maar ik denk van die Maoam, weet je wel, van die hele zoete snoep, daar was ik dan wel weer gevoelig voor. En jij, Robert?
Robert: Ja, appelkoeken.
Nour: Appelkoeken?
Robert: Ja, ik ben ietsje ouder dan jullie, ietsje. Waarom wordt er om gelachen? Maar nee. En dus je had nog niet zulke hele spannende dingen. Maar we hadden af en toe appelkoeken en volgens mij kostte dat één gulden of zo toen. En dat vond ik heerlijk. Ik weet ook niet of dat echt heel slecht was, maar goed was het ook niet.
Nour: Het klinkt gezond met appel.
Robert: Maar als ik nu bijvoorbeeld kijk, ik heb een zoon van van dertien en die kan dan naar drie cafetaria's. Ik woon ook in Rotterdam, dus het is ook een grote stad, maar die kan echt naar drie cafetaria's in de buurt, naar de supermarkt en dan staat er nog een of andere loempiazaak vlakbij. Dus ik denk ook van: die heeft zo'n aanbod nog voorbij de schoolkantine waar hij heen kan en vertelt ook regelmatig in geuren en kleuren waar die dan met nu zijn bankpasje dus niet dat kleine portemonneetje van jou, Nour, maar waar die dingen kan halen. Ja, en als we dan te vaak het woord patat horen vallen denken we wel van: nou...
Nour: Dan grijp je in.
Robert: Ja, nou grijp je in, maar dan probeer je dat een beetje te sturen. Ik denk dat bij pubers dingen verbieden sowieso niet werkt.
Nour en Anouk: Nee, nee.
Nour: Want we hebben het dus over autonomie gehad. Er is veel aanbod. Maar ik denk ook op sociaal vlak. Je bent nog heel erg gevoelig voor wat ook je andere vrienden doen. Dus als jouw vrienden een zakje chips gaan halen in de pauze, ga je dat de volgende pauze misschien zelf ook weer overwegen. Daarmee lijkt het me ook een hele interessante doelgroep.
Anouk: Ja, absoluut. Dus je ziet inderdaad dat ze elkaar natuurlijk beïnvloeden. Ze zijn best wel gevoelig voor: Wat koopt mijn vriend of vriendinnetje en wil ik dat dan ook? Maar ze delen ook eten. Ze gaan ook graag samen iets doen, dus ook weggaan van school om iets te halen is ook gewoon een sociale activiteit. Dan blijf je niet alleen achter in de aula, omdat jij toevallig had besloten om gezonder te gaan eten. Dat doe je waarschijnlijk niet.
Nour: Ja, mee eens. Ja.
Robert: We hebben het over ongezonde keuzes en met chips en patat en alles wat al voorbij is gekomen snapt iedereen dat denk ik ook goed, maar niet duurzaam kijk je ook naar hè? Waar hebben we het dan eigenlijk over?
Anouk: Ja, duurzaam eten, Dat is best wel een ingewikkeld concept, ook in de wetenschap. Er zijn eigenlijk heel veel aspecten die je kunt linken aan duurzaamheid, dus je kunt bijvoorbeeld denken aan wat we noemen de 'eiwittransitie'. Dus dat gaat over het vervangen van dierlijke eiwitten door meer plantaardige eiwitten, dus bijvoorbeeld vlees of zuivel door, nou ja, tofu of peulvruchten. Dus dat is een aspect waar je naar kunt kijken. Maar we denken ook aan seizoensgebonden eten, lokaal eten, überhaupt minder eten, kleinere porties. En we proberen ook als we met jongeren in gesprek gaan ook juist hun wat keuzevrijheid daarin te geven. Dat we niet dus opleggen, wat jij al zei, hè, iets opleggen dat gaat vaak niet zo goed in deze leeftijd. Dus dat je ook probeert te laten zien: dat kan op verschillende manieren. En zoek daar ook je weg in. Nour: Ja, en als je dan verschillende keuzes aanbiedt, is het wel belangrijk dat ze op de hoogte zijn van alle consequenties van die keuzes. Als we nou eerst focussen op ongezond eten, zijn jongeren nou over het algemeen een beetje op de hoogte van de negatieve consequenties die er ook aan vastzitten?
Anouk: Ja, daar komen ze, of tenminste, als ik dat hen vraag, dan komen ze daar vaak wel redelijk met wat ideeën over waarom je gezond zou moeten eten.
Nour: Wat noemen ze dan zoal?
Anouk: Ja, ze denken wel heel veel aan gewicht.
Nour: Ze willen niet dik worden.
Anouk: Ja. Maar ook wel aan gezondheidsconsequenties op langere termijn. Ze weten niet alles te noemen, maar ze hebben wel zo het idee van: Nou, ik moet gezond eten, want dan blijf ik langer gezond.
Nour: Oké. Ja.
Anouk: Dus dan geven wij ook nog wat meer uitleg over het ontwikkelen van leefstijl-gerelateerde ziektes, zoals diabetes of hart- en vaatziekten. Dat heeft een link met voeding, niet alleen, maar een link. Dus dat leggen we uit. Maar waar ze vaak niet aan denken is bijvoorbeeld dat ook door gezond te eten je ook gewoon wat lekkerder in je vel zit. Dus dat is ook een wat positievere benadering dan alleen maar focussen op gewicht natuurlijk. Ik probeer ook wel aan te geven: nou als jij je gezond eet, dan voel je je ook wat fitter.
Nour: Ja.
Robert: Dat is wel slim. In plaats van dat je eigenlijk bijna dreigt met: oh, dan kun je deze ziekte krijgen, of straks ben je hartstikke dik, wat een heel vervelend gevoel ook oproept en misschien ook wel afschrikwekkend is, maar dat je zegt van : hey, je voelt je beter in je vel. Je ziet er misschien voor jezelf beter uit, moet je ook weer mee uitkijken, maar in ieder geval met dat soort dingen kan ik me voorstellen.
Anouk: Ja. Ja, dat klopt. En die ziektes zijn voor hun nog heel ver weg meestal. Tenzij er natuurlijk een familielid of zo een ziekte heeft, maar vaak is dat voor hen nog zo abstract dat ze iets hebben van: ja, dat is nu niet zo relevant.
Nour: En over ver weg en abstract gesproken. Als we dan naar de duurzaamheid kijken van verschillende opties, in hoeverre is men daarvan bewust wat de consequenties daarvan kunnen zijn van niet duurzaam eten?
Anouk: Ja, dat is zeker voor hen een moeilijker begrip. En als wij dat ook vroegen als we in de klas waren, dan verschilde dat heel erg per school wat leerlingen daarvan wisten. Soms echt vrij weinig. Soms konden ze nog best wel wat vertellen over: dat heeft wat invloed op het klimaat en dat heeft dus te maken met transport, maar ook met bijvoorbeeld het houden van veel vee. Soms kwam dat eruit, maar heel vaak ook eigenlijk niet. En verwarden ze dat ook nog wel eens met duur. Dat was ook heel bijzonder. Maar ja.
Nour: Bijzonder inderdaad.
Robert: Daar heb je iets uit te leggen, toch?
Anouk: Ja, absoluut. Absoluut. En daarnaast proberen we bij duurzaamheid ook nog wel het linkje te maken naar maatschappelijke consequenties. Dus bijvoorbeeld ook: Nou, wat vergoeden we eigenlijk voor de producten die we kopen. Dus buiten we geen mensen uit? En halen we überhaupt niet het eten ergens weg? Daar zijn jongeren dan bijvoorbeeld ook wel weer gevoelig voor.
Nour: Oh ja.
Anouk: Dus dat is dan wel interessant.
Nour: Ja, misschien nog niet van op de hoogte. Dit is ook iets wat ik me eigenlijk nu pas echt realiseer. Dat er nog een heel verhaal schuilgaat achter de bananen die je in de winkel koopt.
Anouk: Ja, precies. Ja.
Nour: Wat zou er mis gaan als we op dezelfde voet zo door zouden gaan?
Anouk: Nou, ik denk dat ons voedselsysteem zeker problematische gevolgen heeft voor het klimaat. Dus ik vind het lastig om te voorspellen hoe dat eruitziet. Maar ik denk wel dat dat grote risico's meebrengt voor de wereld waarin die tieners überhaupt gaan leven. Maar ik denk ook als wij niks doen, dat tieners niet automatisch gaan leren om gezond en duurzaam te eten.
Nour: Nee. En wat voor consequenties heeft het voor die tieners zelf dan?
Anouk: Ja. Grote kans op dus leefstijlgerelateerde ziektes als er veel ongezond wordt gegeten. Ja, dat is denk ik wel voor hen direct het grootste gevolg.
Nour: Volgens mij zitten we nu al in een gigantische obesitas-epidemie. En dat wordt niet minder kan ik me zo voorstellen.
Anouk: Nee.
Robert: Kortom, middelbare scholieren maken lang niet altijd gezonde en duurzame keuzes als het op eten aankomt. En dat is een probleem, zowel voor hun eigen gezondheid, nu en later, als voor de planeet. We gaan daarom op zoek naar manieren om jongeren te stimuleren om betere keuzes te maken als het gaat om hun eetgedrag. Zodat ze dat frikandelbroodje eens laten liggen en toch gaan voor een broodje hummus. Anouk, wat zeggen de jongeren zelf als je ze vraagt wat ze zou helpen om gezonder en dus ook duurzamer te eten? Wat zeggen ze dan?
Anouk: Hetgene wat ik het vaakst hoor is het probleem met de prijs. Dus ze geven eigenlijk wel aan: nou de gezonde optie is gewoon heel duur. Of vooral: ik krijg veel minder voor mijn geld. Dat is het vaak. Dat gevoel hebben het vult minder. Ik betaal er veel meer voor. Ik krijg een klein broodje.
Robert: Maar dat is interessant, want jij zei in het begin, jouw guilty pleasure was dat worstenbroodje en je wist nog hoe duur die was. Ik wist nog hoe duur die appelkoek was. Nog in guldens zelfs. Maar dat... Grappig, dat speelt dus ook bij hen heel erg een rol. Dat zakje chips vult heel erg en het is supergoedkoop. En dat gezondere broodje, laten we maar even zoiets noemen. Dat vinden ze eigenlijk dan te duur. In verhouding ook.
Anouk: Ja.
Robert: Oké.
Anouk: Ja, dat is wel de eerste... Het eerste waar ze zelf aan denken. Nou geven ze er wel vaak bij aan: Het klopt niet, zeg maar. Het klopt niet altijd. Als je verder gaat in het gesprek dan geven ze wel aan: Ja oké, maar dat is wat duurder, maar dat vind ik heel erg lekker. Dus het is niet direct dat ze de allergoedkoopste optie per se kiezen, maar het is wel iets dat heel erg in hun opkomt en dus waar ze ook wel... Want we hebben ook leerlingen gevraagd om zelf met ideeën te komen. Wat maakt het nou makkelijker voor jullie om gezond en duurzaam te eten? En dan zeiden ze toch wel vaak: Oh, er moeten echt... De prijzen van gezonde en duurzame opties moeten omlaag en die van ongezonde en niet-duurzame opties omhoog. Tenminste, een deel van de leerlingen wilde dat, een deel ook niet. Maar dat is wel het eerste waar ze aan denken.
Robert: Wat zijn nog andere dingen die ze noemen?
Anouk: Sowieso het aanbod. Bijvoorbeeld in de kantine, geven ze wel eens aan. Dat is gewoon niet lekker. Of het is dus een te kleine portie. Dus daar hebben ze dan ook nog wel eens ideeën over hoe dat dan beter kan. Zodat ze überhaupt ook op school iets kunnen krijgen wat ze lekker vinden.
Robert: Ja.
Anouk: Maar er waren ook wel wat hele andere ideeën, zoals samenwerkingen met lokale voedselproducenten. Bijvoorbeeld een boer die dan producten komt verkopen op de school.
Robert: Oh, wat een leuk idee!
Anouk: Ja, dus een paar van die creatieve ideeën zaten er ook tussen. Ja.
Nour: En welke van deze ideeën zijn misschien stiekem al gewoon werkelijkheid? Zijn er wat jou betreft ook voor scholieren wel interessante, goedkope, lekkere snacks voor tussendoor?
Anouk: Ja, ik denk dat je bijvoorbeeld... Stel je koopt een wortel en je dipt dat in hummus, dan hoeft dat niet zo duur te zijn bijvoorbeeld.
Nour: Ja, ja, Dat is misschien puur gewoon even gewenning. Even een cultuurverandering voor mij.
Anouk: Ja.
Robert: Grappig dat je dit noemt. Ik ben helemaal geen middelbare scholier natuurlijk, Maar voor mij was dit echt een lifehack. Ik zag dit een collega van mij doen, Ruth. En ik dacht nou, het slaat echt nergens op, wortel en hummus. En toen dacht ik toch: ik ga het thuis gewoon eens proberen. Het is echt heel erg lekker.
Anouk: Ja.
Robert: Nou ja, goed.
Nour: Of gewoon een stuk fruit natuurlijk, in plaats van die zak chips. Maar fruit is tegenwoordig ook al wel duurder dan dat zakje chips denk ik.
Anouk: Ja, dat klopt, maar als je een hele zak appels koopt volgens mij, dan valt het eigenlijk ook wel weer mee.
Nour: Dan ben je weer goedkoper uit. Ja, ja, ja. Nee, dat is waar. En wat kunnen scholen dan vervolgens doen om hierbij te helpen?
Anouk: Ja, veel, denk ik. Scholen die denken nu eigenlijk vaak toch wel als ze iets met voeding willen doen, aan iets van een les om leerlingen wat meer kennis mee te geven. Dat is natuurlijk een mooie start, maar ik denk dat je veel breder kunt denken. Dus het is voor leerlingen nu bijvoorbeeld heel erg gek dat je dan in de les wat leert over: je moet gezond eten en dan vervolgens kijk je om je heen in de school en dan zie je iedereen allemaal snacks eten. Dus het is voor leerlingen ook denk ik heel belangrijk om wat meer consistentie daarin te krijgen. Dus dat er eigenlijk het goede voorbeeld ook wordt uitgestraald door leerkrachten bijvoorbeeld, maar ook op evenementen op school. En dat ze in de kantine dus ook natuurlijk gezonde en duurzame producten terugzien.
Robert: Maar zeg je hiermee eigenlijk ook een beetje dat die docenten dus ook wel eens gewoon zo'n zakje chips zitten te eten, of...
Anouk: Ja, dat weet ik natuurlijk niet, maar ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Ja, het is wel... Ik denk... Je moet proberen inderdaad op school om dat dan overal uit te stralen.
Robert: Ja, dat zeg je: je wilt een soort cultuur of zo? Zo moet je het misschien noemen? Waarin je samen zegt: dit is waar wij voor gaan op school. Zoiets? Ja?
Anouk: Dat is natuurlijk ideaal als dat lukt. Maar dan blijft het natuurlijk wel dat leerlingen ook gewoon buiten school komen. Dus dat je ook niet een soort paradijs kunt creëren in de school. En dan ze maar los laten gaan buiten de school. Dat is dan weer het risico ervan.
Nour: Dat is wat scholen zouden kunnen doen. Ik ben benieuwd. In andere landen wordt hier vast ook over nagedacht. Zie je nog mooie voorbeelden uit andere landen waar wij iets van kunnen leren?
Anouk: Ja. In Engeland wordt er bijvoorbeeld heel veel gedaan op dit thema ook, wel voornamelijk op de basisschool. Dus ik weet ook niet zo goed hoe dat doorwerkt op de middelbare school. Maar daar heeft Jamie Oliver zich bijvoorbeeld heel erg ingezet voor het meer...
Nour: Bekende kok.
Anouk: Ja, bekende kok. Voor gezondere en duurzamere maaltijden. Nou het helpt denk ik sowieso om een bekend figuur daarvoor neer te zetten, want heel veel mensen kennen dit, vertellen mij dat ook vaak als ik praat over mijn onderzoek. Maar wat zij ook wel proberen is dus om schoolmaaltijden te hebben, maar daarbuiten ook andere aspecten van de school erbij te betrekken. Dus bijvoorbeeld het hebben van een moestuin of ook dus voedingslessen. Zij... In Engeland proberen ze dus ook echt om verschillende aspecten in de school aan elkaar te koppelen. Ja, nu moet ik wel zeggen. Ik ben dus net in Berlijn geweest voor mijn onderzoek en daar werd ook onderzoek gedaan naar gezonde en duurzame schoolmaaltijden. En ze zagen eigenlijk dezelfde problemen als wij in Nederland zien. Dus dat leerlingen dan niet op school eten, maar gewoon ergens anders hun eten gaan halen.
Robert: Ja, ik heb in Berlijn gewoond. Als je denkt de stad van de curryworst en de flamkuchen... Dan heb je het ook wel even over geniale snacks. Maar misschien ben ik nu helemaal de verkeerde kant op aan het praten, Anouk. Maar qua verleiding is het wel...
Anouk: Ja.
Robert: Toch? Want ik kan me... We hadden het er net ook even over met mijn zoon hè: je kan over de kantine praten waar daar je aanbod is. Dan bepaal je dingen in de school zelf. Maar het is ook eigenlijk een beetje wat eromheen is toch? Dus als daar een hele goede snackbar zit, of misschien niet eens heel goed, maar wel een snackbar heel dichtbij. Wij hadden vroeger alleen een tankstation waar je dan nog een mars kon kopen of zo. Maar dat speelt denk ik ook een rol, toch? Dus wat zit er in de buurt van de school?
Anouk: Ja, absoluut. Dus daar zie je ook binnen Nederland natuurlijk veel verschillen in. Nou is het wel zo dat denk ik bijna overal in Nederland wel iets te vinden is rond de school.
Robert: Ja.
Anouk: Dus dat probleem is eigenlijk...
Robert: Dat is ook niet toevallig denk ik toch? Dat is een goede markt, waarschijnlijk voor een ondernemer in snackbarren, dat soort dingen.
Anouk: Ja, zeker. En het blijft natuurlijk ook gewoon een dichtbevolkt land, dus überhaupt zul je snel eten tegenkomen.
Nour: Dat bevestigt ook wel het idee dat dus alleen schoollunches niet genoeg zouden zijn, maar eigenlijk een soort grotere integrale aanpak nodig is. Een soort cultuurverandering zou ik zeggen.
Robert: Of zou je moeten zeggen van: er kunnen geen snacks... Misschien zit ik nu raar te denken hoor. En een verbod, ik weet niet of dat het goed werkt, maar valt daar iets aan te doen? Want binnen de school kun je natuurlijk van alles bepalen, maar daarbuiten komen de leerlingen natuurlijk ook gewoon.
Anouk: Ja. Ja, daar wordt ook onderzoek naar gedaan. Naar een verbod voor fastfood rond de school. Ik weet daar de resultaten niet van. Maar ja, ik denk... het lost in die zin natuurlijk wel op dat leerlingen niet tijdens hun pauze ergens heen kunnen. Maar ik denk wel dat je er ook rekening mee moet houden dat je in deze leeftijd ook wel wil dat leerlingen daar een beetje mee leren omgaan. Want de rest van Nederland ziet er nog wel zo uit. En dan hoop je natuurlijk dat daar ook verandering in komt. Maar ik weet niet of we er vanuit kunnen gaan dat de generatie die ik nu spreek al straks in een voedselomgeving leeft die alle gezonde en duurzame opties stimuleert.
Robert: Ja.
Nour: Ja, dus je kunt ze niet volledig afschermen denk ik. Wat dus wél kan is in ieder geval ingrijpen in die schoollunches en die misschien aanbieden. Hebben we ook gevraagd aan onze luisteraars van: goh, zie je daar nou heil in als we schoollunches zouden aanbieden? Met als antwoordopties: Ja, tuurlijk. Geef ze een broodjes buffet. Of één stapje verder: Ja, geef ze meteen een warme maaltijd mee. Ja of: nee, laat ze lekker zelf gewoon wat eten meenemen. En dan zie je toch wel verschillende soorten reacties. Onze luisteraars op Twitter, die zijn eigenlijk wel verdeeld, Die zien in alles wel een oplossing. Op Instagram is de helft van onze luisteraars wel overtuigd: Geef ze gewoon een warme maaltijd. Geef ze gewoon meteen dat zetje in de rug. En het andere gedeelte is dus verdeeld over het broodjesbuffet en toch liever niet. En op Facebook ging iedereen helemaal los. Daar had iedereen wel een eigen mening over van aan de ene kant: ja ik ga voor de broodjes. Ik weet niet of deze persoon ook zou verwachten dat die broodjes zou gaan krijgen, maar die was er heel enthousiast over. En we vroegen er ook op door en die gaf aan: ja, veel kinderen krijgen gewoon geen goed ontbijt alleen al mee vanuit huis. En het zou ook wat kunnen doen aan de ongelijkheid tussen arme en rijke kinderen, dus dat lijkt me ook een hele goede insteek.
Robert: Ja.
Nour: Ook mensen aan de andere kant die zeiden: ja, sommige ouders zijn gewoon te lui, het spijt me, om die broodjes te smeren, dus laat ze daar maar gewoon eerst zelf op ingrijpen en dan zien we wel of ze nog echt een schoollunch nodig hebben ja of nee. En dan is er tot slot nog een groep die wat meer logistiek denkt en denkt: ja, warme maaltijden, dat is misschien wat complex om aan te bieden. Maar broodjes zijn dan misschien een goede tussenweg. Dat zijn ongeveer het scala aan antwoorden die we terugkregen. Ik begreep dat er eerder, Anouk, ook al eens een poll is uitgezet onder een blog die je had gedaan. Hoorde je toen vergelijkbare reacties of...?
Anouk: Ja, ik denk qua verhoudingen tussen die opties in ieder geval wel. De reacties die daarop volgden, dat waren ook voornamelijk mensen die vonden dat we te veel verantwoordelijkheid bij de school leggen. Als er lunch... als we verwachten dat scholen lunch bieden.
Nour: Ja.
Anouk: Dat is ook nog wel een reactie die we wel eens horen inderdaad op het onderzoek überhaupt van waarom zou de school daar zich mee bemoeien?
Nour: Ja, kan je je daarin vinden?
Anouk: Nee. Ja, ik snap dat... We kunnen niet alle verantwoordelijkheden voor alle maatschappelijke problemen bij de school leggen. Maar je verwacht ook wel heel veel van leerlingen zelf denk ik op die leeftijd als je zegt: nou het is allemaal jullie probleem, zoek het maar uit. En zeker omdat leerlingen inderdaad vanuit verschillende thuissituaties komen. Dus dat zorgt wel voor ongelijkheid.
Nour: Ja, ja.
Robert: Maar wat tof, Anouk, dat er zoveel reacties op komen. Ook op zo'n blog van jou, maar ook weer op een poll die wij doen over dit onderwerp. Mensen vinden er iets van, toch? Ik kan me voorstellen dat dat voor jou als onderzoeker heel gaaf is.
Anouk: Ja.
Robert: Misschien ook soms een beetje lastig, maar ook wel heel gaaf.
Anouk: Ja, absoluut. Het is natuurlijk fantastisch dat mensen er zo geïnteresseerd in zijn. En blijkbaar is het ook iets waar heel veel mensen een mening over hebben en waar mensen zich iets bij voor kunnen stellen. Iedereen heeft natuurlijk wel op school gezeten, of heeft dan... kent iemand die nu in die leeftijd zit. Dus ze kunnen er heel goed een beeld bij vormen. En dat maakt het denk ik zo makkelijk voor mensen om daar iets van te vinden, ja.
Robert: Ja. En ook juist leuk voor die tieners. Want dat zij ook daar heel graag over mee willen praten en willen meedenken.
Anouk: Ja, ja.
Nour: Ja. En uiteindelijk is het ook wel een belangrijke taak voor de politiek. Want we hebben het natuurlijk gehad over wat je er zelf aan kunt doen. Welke rol scholen kunnen spelen. Maar ook in de politiek wordt hier natuurlijk breed over nagedacht om die sociale ongelijkheid tegen te gaan. En een van de veelgehoorde opties is een suikertaks. Dat dat misschien zou kunnen helpen. Hoe schat jij dat in? Zou dat nog kunnen bijdragen aan dit probleem?
Anouk: Ik heb daar zelf geen onderzoek naar gedaan. Naar de suikertaks. Maar het is wel... Er zijn wel resultaten dat het wat oplevert. Ik denk, het past natuurlijk heel goed bij die optie die de jongeren eigenlijk aangeven van ja, we willen graag dat dat ongezonde wat duurder wordt. Of eigenlijk vooral het gezonde goedkoper.
Nour: Ja.
Anouk: Ja. Dus wellicht levert dat wat op. Maar ik kan dat ook niet helemaal voorspellen.
Robert: Een eenvoudige oplossing die ervoor zorgt dat alle middelbare scholieren alleen nog gezonde en duurzame snacks en maaltijden naar binnen werken, bestaat niet. Maar we kunnen wel werken aan een omgeving waarin de jongeren bewuster kiezen en de gezondere keuzes makkelijker te maken zijn met betaalbare opties en minder verleidingen. Wat denk jij dat jongeren zou helpen om gezondere voedingskeuzes te maken? En zou jij daar zelf als jongeren vroeger ook op hebben zitten te wachten? Wij zijn erg benieuwd! Deel jouw ervaringen met ons via @nemokennislink op X en Instagram. We kijken nu een stap vooruit in de tijd naar het eetgedrag van middelbare scholieren in de toekomst. Is het doel nu dat we over een, laten we zeggen een jaar of dertig, op de schoolpleinen alleen nog jongeren zien die zo'n wortel met hummus eten, of een bakje salade, of... Is dat het ultieme doel?
Anouk: Ik denk dat dat een ideaalbeeld is, maar ik denk... Die leeftijd van jongeren is ook zo gekenmerkt door zich een beetje afzetten. En dat moeten we denk ik ook niet willen verbieden. Dat hoort ook bij de leeftijd. Dus af en toe iets uitproberen, een andere keuze maken is oké, denk ik.
Robert: Of zouden we juist die ouders dan al die gezonde dingen moeten... Of ongezonde dingen moeten laten eten dat de jongeren denken: dat is helemaal niet cool, ik ga juist... Of denk ik nu te ver door?
Anouk: Nou, er zijn natuurlijk wel jongeren die bijvoorbeeld qua duurzaamheid denken: ik wil nu vegetarisch eten of ik wil veganist zijn en dat juist een soort gebruiken inderdaad als een manier ook van eigen identiteit vormen of zich afzetten. Kijk, dat is maar een klein deel van de bevolking. Maar nou ja, dat kun je proberen. Ja, dat zou kunnen, maar dan heb je natuurlijk een heel groot probleem met de rest van de bevolking.
Robert: Dat snap ik. Ik denk, ik stel hem een beetje flauw in, maar misschien is het wel... Moeten we het ook weer niet te extreem voorstellen. Dit was natuurlijk een beetje een prikkelende vraag en je zal vast over dertig jaar ook niet iedereen met sla in de weer zien. Maar wel dat die optie er is en dat die mogelijkheid er is. En misschien één keer in de week of wat vaker dan nu. Dat is misschien wel realistisch, toch?
Anouk: Ja, dat hoop ik wel, ja.
Nour: Robert, hoe zie jij die balans eigenlijk voor je voor jouw kinderen? Hoe zorg jij voor een goede balans tussen gezond en ongezond eten?
Robert: Poeh. Ja, ik denk dat je... Ik geloof dat je kinderen uiteindelijk gewoon moet loslaten, dus je moet ze goede dingen meegeven. En ik denk dat je vooral, zeker als ze tiener zijn, probeert om ze goede afwegingen te laten maken en goede keuzes te laten maken. En ik geloof dus niet in van alles en nog wat verbieden, maar meer dat je ze op dat moment ook al wel zo hebt opgevoed dat ze wel snappen wat een betere keuze voor hun eigen gezondheid is en een minder... En ik vind dat je dus af en toe ook gewoon... haal lekker dat patatje, weet je wel. Want juist dat dat niet een ding wordt. Dus hij heeft dan patatje döner. Ja, we mogen natuurlijk helemaal geen reclame... We mogen alle reclame maken die we willen, maar dat is dan in Kralingen. Laat ik het ook maar gewoon zo noemen. Dat is dan volgens hem de lekkerste patat overal. Dus dan moet hij dat daar ook halen. En dan denk ik: nou prima. En dat doet hij één keer in de maand of zo geloof ik nu. Dus dan zeggen wij er ook niet eens wat van. Ik denk dat is helemaal goed. Maar ik denk dat je gewoon een beetje vinger aan de pols moet houden en een beetje moet kijken. En natuurlijk, ja, dat klinkt echt lekkerder dan die wortel. En dat snap ik ook wel, dat snappen we allemaal wel, toch?
Nour: Maar dit is eigenlijk in lijn met, Anouk, wat jij zegt: je kunt niet volledig afschermen, want dan wordt het juist nog erger wanneer iemand eenmaal volledig autonoom is en zelf keuzes kan gaan maken, dan misschien wel in een extreem ongezonde hoek blijft zitten.
Anouk: Ja, dan wordt het natuurlijk super interessant ook om alles uit te gaan proberen dat je nog niet hebt gehad. Dus nee, dat zou ik ook niet aanraden.
Robert: Doet me een beetje denken aan vroeger bij ons, dat de kinderen wie het verboden werd om te gaan roken, dat dat juist degene waren die vaak gingen roken. Terwijl mijn ouders zeiden ja, je weet hoe verschrikkelijk slecht het voor je is, je bent gek als je het doet. Maar ja, succes ermee. Je kan het toch gewoon stiekem ergens doen? Nee, ik dacht er niet over om te gaan roken bijvoorbeeld. Nou ja. Maar het hangt natuurlijk ook van het type kind af, ouders.
Anouk: Ja.
Robert: De band en relatie die je hebt.
Iedereen: Ja.
Nour: Met al dat spreken over eten krijg ik inmiddels ook alweer een beetje honger. Het is ook bijna lunchtijd. Ik vraag me tenslotte, Anouk, nog even af als jij straks naar het station toe loopt en langs die ToGo-winkel loopt, wat haal je daar dan uit het schap? Wat gaat het worden?
Anouk: Oeh ja, ik moet toegeven, ik heb inderdaad geen lunch mee, dus ik moet even de voedselomgeving hier gaan verkennen. Ja, ik denk een broodje en ik eet dus wel vegetarisch, dus ik kan een hoop al niet eten, dus dat helpt.
Nour: Juist.
Robert: Ja, dat helpt ja. Tot zover deze aflevering van Oplossing Gezocht over het eetgedrag van middelbare scholieren.
Nour: Over twee weken zijn we weer bij je terug met een ander onderwerp, een ander probleem, een andere oplossing, maar wel dezelfde hosts.
Robert: Met mij dus, Robert Visscher.
Nour: En met mij, Nour Eldín Emara.
Robert: Met dank aan onze gast Anouk Mesch en de redactieleden Dimitri van Tuijl, Elvira Elzinga, Eva Poort en Erica Renckens. Wil je meer weten over onze wetenschapsjournalistiek? Abonneer je dan op deze podcast via jouw favoriete podcast-app. Volg ons op Instagram en X en bekijk onze website nemokennislink.nl. Tot de volgende keer!
Luister de afleveringen van het tweede seizoen van de podcast Oplossing Gezocht terug. Over de macht van tech en data, de taal van dieren en van politici, en over pesten.