Hoe herstel je kwetsbaar koraal? Door de eitjes van gezonde riffen op te pompen en te transporteren naar gebieden waar koraal afsterft. Nederlandse en Australische wetenschappers lieten bij het Great Barrier Reef zien dat het oppompen mogelijk is.
Je vindt er kleurrijke vissen, haaien, schildpadden en meer koraal dan waar dan ook ter wereld: het Great Barrier Reef. Dit gebied voor de oostkust van Australië bestaat uit maar liefst 2900 riffen. Maar deze smalle, langgerekte ondiepten in de Stille Oceaan worden bedreigd, onder meer door water dat lokaal heel warm wordt. Koraal bestaat uit diertjes, zogeheten poliepen, en algen, die via fotosynthese het koraal van energie voorzien. Als de temperatuur te hoog wordt, dan gaan de algen weg en sterft een deel van het koraal af.
Bessen en druiven
Om daar wat aan te doen, sloegen Australische en Nederlandse onderzoekers de handen ineen. Ze bedachten samen een plan na een oproep aan wetenschappers van de Australische staat Queensland, waar het Great Barrier Reef voor de kust ligt. Hun oplossing was om de eitjes van gezond koraal op te zuigen, te kweken tot larven en dan weer uit te zetten op riffen waar het koraal (bijna) is verdwenen. “Op die manier geven we de natuur een duwtje in de rug. We kijken dan specifiek naar riffen waar het koraal niet zelf meer kan herstellen”, zegt Mark van Koningsveld, hoogleraar Havens en Scheepvaartwegen van de TU Delft.
Twee weken lang testte hij in het Great Barrier Reef met collega’s de nieuwe methode. En ze hadden succes. Het lukte niet alleen om de eitjes te lokaliseren, maar ook om ze op te pompen aan boord van een schip. Vervolgens slaagden de onderzoekers er ook in om ze te ontwikkelen tot larven en te laten hechten op speciale tegeltjes waardoor ze later uitgezet kunnen worden. Daarmee is het de proef geslaagd.
Al eerder maakten en testten de wetenschappers bij de TU Delft meerdere pompsystemen. “Koraaleitjes zijn heel kwetsbaar, dus moesten we tests doen in Nederland met iets dat vergelijkbaar is. Onze proeven deden we daarom met bessen, erwten en druiven.”
Helikopter
Om er zeker van te zijn dat de pompen echt goed werkten, waren nog wel de veldtests down-under nodig. Dus vertrokken de waterbouwkundigen van de TU Delft en baggerbedrijf Van Oord naar Australië om proeven te doen bij het Great Barrier Reef. Dat ze er de laatste twee weken van november waren, was geen toeval. Slechts een keer per jaar treedt het zogeheten ‘coral spawning’ op, dan laat het koraal massaal eitjes los. En daar was het natuurlijk allemaal om te doen. De coral spawning gebeurt op het Great Barrier Reef altijd ergens binnen vijf dagen na volle maan in de maand november.
Het onderzoeksteam voer tijdens deze periode met een onderzoeksschip over het Great Barrier Reef. Tegelijkertijd zocht een helikopter vanuit de lucht naar de coral spawning, waarbij grote wolken met eitjes op het water liggen. Zodra de helikopter dit opmerkte, gaf de piloot dit door aan het onderzoeksschip en spoedde een klein bootje erheen. Dit sleepte een systeem mee waarmee normaal gesproken wordt voorkomen dat olievlekken zich uitbreiden, maar dat nu de eitjes bij elkaar moest houden. Zodra deze boot ‘beet’ had, ging het onderzoeksschip met de pompsystemen aan boord erheen om de eitjes op te zuigen.
De wetenschappers maakten twee verschillende systemen. De eerste met een zogeheten hidrostalpomp. “Daar zit een schroef in die draait en op die manier gaat het water van de ene naar de andere kant. De eitjes stromen langs de schroef. Ze overleven dat niet allemaal, maar er gaan er nog heel veel langs.”
Het tweede systeem had een membraanpomp met een compressor die alles vacuüm trekt. “Twee wisselende membranen creëren dan een onderdruk en zuigen zo het water aan boord. Dit werkt iets minder vloeiend dan de hidrostalpomp.”
Eitjes pompen
Wat werkte het beste? Dat kan Van Koningsveld nog niet zeggen. Beide aanpakken worden nog bestudeerd. Maar hij verklapt al weg dat zowel de hidrostal- als de membraampomp de klus succesvol klaarden. “We zijn zeer tevreden over de eitjes die we aan boord konden krijgen. Met beide aanpakken lukte het om grote hoeveelheden te verpompen.”
Dat is een grote opluchting voor de wetenschappers, want zonder deze resultaten had het plan geen enkele kans van slagen. Grote hoeveelheden eitjes pompen is immers cruciaal, omdat dit het startpunt is van deze nieuwe aanpak. Dat de verpompte eitjes zich nog goed ontwikkelden tot larven en ook nog hechtten is een tweede belangrijke resultaat. “Uiteindelijk zullen de larven losgelaten worden op gebieden waar nieuw koraal moet groeien. Daarvoor is het natuurlijk belangrijk dat de larven zich ook kunnen hechten”, zegt Van Koningsveld. Overigens beschadigen de onderzoekers met deze aanpak niet het gezonde rif. Ze nemen slechts een heel klein deel van de eitjes mee.
Vissen in allerlei kleuren
De vraag is nog wel of het wenselijk is dat koraal uit het ene deel van het Great Barrier Reef verplaatst wordt naar een ander stuk. “Daarom werken we samen met Australische wetenschappers. Zij hebben daar veel verstand van. We hebben het hier wel over gebieden waar helemaal geen koraal meer groeit. Dus wat heb je dan liever: dat er helemaal niks is of dat er iets groeit dat uit een ander gedeelte van het Great Barrier Reef komt?”
Inmiddels is Van Koningsveld weer in Nederland. Het Great Barrier Reef was de indrukwekkendste plek waar hij ooit wetenschappelijk onderzoek deed. Maar tegelijkertijd was het ook flink aanpoten. “We stonden met allemaal apparatuur op dat schip en dan is het toch heel spannend of je wel echt die eitjes gaat vinden en ze succesvol op kan pompen. Zodra dat lukte was het hard werken om alle tests te doen en ervoor te zorgen dat het goed verloopt. Maar natuurlijk kijk je dan ook om je heen. We zaten op een gezond stuk van het rif en zagen schildpadden, vissen in allerlei kleuren en haaien door het koraal zwemmen. Uiteindelijk doe je het allemaal om dat moois te behouden.”