Wat hebben Vladimir Poetin, Recep Erdogan en Xi Jinping gemeen? Ze zijn allemaal gek op geschiedenis. Ze zetten het verhaal van het verleden van hun land sluw naar hun hand. Dat laat historicus Ivo van de Wijdeven zien in het boek ‘De macht van het verleden’. Vooral het hoofdstuk over hoe Rusland het verhaal over het eigen verleden vertelt is interessant.
Nederlanders zijn altijd een dapper volkje geweest dat voor vrijheid streed. Zo vochten we honderden jaren geleden tegen de Spanjaarden, die ons probeerden te overheersen en het katholicisme op een brute manier wilden opleggen. Daarna kwam de Gouden Eeuw, waarin Nederland een van de meest welvarende landen ter wereld werd en vrijwel iedereen welkom was om hier in vrijheid te leven. Wat was het leven toen goed.
Tja, als je het op deze manier bekijkt, dan heeft ons land een geschiedenis om trots op te zijn. Het is een verhaal van Nederlanders die voor zichzelf opkomen om in een vrij en tolerant land te leven. Dit beeld is niet per se onjuist, maar wel behoorlijk onvolledig. Want de donkere kanten uit onze geschiedenis zijn weggelaten uit dit verhaal.
Vijandbeeld
Zo’n eenzijdig verhaal met de nadruk op een roemrijk verleden kan heel krachtig zijn. Vooral om nationalistische gevoelens op te wekken. Bij een stoer, prachtig land wil iedereen wel horen. Dat is niets nieuws, met name sinds de negentiende eeuw focussen politici zich vooral op een opgepoetste historische canon. Ook nu nog speelt dit een grote rol. Machthebbers gebruiken het verleden voor hun politieke gewin. Daar gaat De macht van het verleden van historicus Ivo van de Wijdeven over. Hij schrijft over geschiedenis als politiek wapen in Rusland, Polen, Turkije, China en Engeland.
Vanwege de oorlog met Oekraïne is het deel over Rusland in het boek het meest interessant en actueel. De machthebbers gebruiken het verleden om een vijandbeeld op te roepen. Zo schetsen Poetin en zijn kliek een beeld van Oekraïne waar op dit moment nare mensen aan de macht zouden zijn, wat als legitimatie moet dienen voor de oorlog. Tegelijkertijd wordt Rusland neergezet als machtige overwinnaar. Poetin benoemt vaak dat Rusland een duizendjarige geschiedenis heeft van sterke leiders.
Dat verhaal begint al in 862 wanneer de vikinggroep Roes zich vestigt in Novgorod. Hier verwijst de naam Rusland naar. In 882 werd de stad Kiev (in het huidige Oekraïne) veroverd, wat de basis legde voor Kiev Roes, een Middeleeuws Kievs rijk waarmee veel Russen zich nog steeds identificeerden. Een van de redenen waarom Oekraïne door veel mensen nog altijd als een onderdeel van Rusland wordt gezien.
Bloedvergieten
Het gaat te ver om hier alles op te noemen, maar wat volgde waren allerlei oorlogen en conflicten met onder meer Mongolen, Zweden, Frankrijk en Duitsland. Steeds is het verhaal van Poetin dat Rusland ijzersterk is, maar ook veel heeft geleden. De vijandigheden tussen Rusland en het Westen zijn er niet zo maar, laat Van de Wijdeven zien. In de ogen van Poetin is het Westen onbetrouwbaar. Dat volgt uit dat verhaal van duizend jaar lang conflicten met allerlei volken en landen. Eerder waren dat Napoleon Bonaparte, Adolf Hitler of Djenghis Khan. Nu is het volgens hem de NAVO die zijn land bedreigt.
Maar Rusland wordt niet alleen voortdurend aangevallen. Er is ook veel om trots op te zijn, volgens Poetin. Al duizend jaar bieden de Russen immers weerstand en daar legt hij dus veel nadruk op. “Het is vergelijkbaar met een overwinning van het nationale voetbalteam. Ook al sta je zelf niet op het veld, toch kun je ongegeneerd blij zijn met de prestaties van het team en dat gevoel omzetten naar positiviteit en vertrouwen. Voor miljoenen Russen speelt Poetin nu de rol van dat voetbalteam”, schrijft Van de Wijdeven treffend.
Van de Wijdeven gaat met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van Rusland. Het is een verhaal vol bloedvergieten, manipulatie en het opwekken van gevoelens van nationale trots. Van de Wijdeven is een kundig historicus en weet knap een rode draad aan te brengen, zodat je als lezer niet verdwaalt in een wirwar van ruzies door de eeuwen heen.
Datzelfde geldt voor de hoofdtukken over China, Polen, Verenigd Koninkrijk en Turkije. Bij al deze landen wordt doelbewust zeer selectief naar het eigen verleden gekeken, zodat een verhaal ontstaat waar de machthebbers trots op zijn. Van de Wijdeven laat overtuigend zien dat dit nu nog steeds gebeurt en niet iets is wat alleen vroeger plaatsvond.