Naar de content

'Generatie Y is conservatiever dan we denken'

Hoe werkgevers in de techniek meer jongeren kunnen aantrekken

www.techniekbeeldbank.nu

Millennials (jongeren geboren tussen 1985 en 2000) hebben de naam maar wat rond te fladderen en tegelijkertijd snel carrière te willen maken. Volgens onderzoeker Stephan Corporaal klopt dat beeld niet. Aan NEMO Kennislink vertelt hij over zijn bevindingen en wat werkgevers in de techniek daarmee kunnen.

29 mei 2017

Techniek is een steeds belangrijker onderdeel van ons bestaan geworden. Daarnaast hamert Nederland op technologische innovatie om zo internationaal met de kenniseconomie te scoren. Een tekort aan goede technici is dan ook een flink probleem.

www.techniekbeeldbank.nu

Je wilt zonnepanelen op je dak, maar daar is een enorme wachtlijst voor. En een Nederlands bedrijf kan een grote opdracht uit de Verenigde Staten krijgen, maar doordat ze hun prototype niet op tijd afkrijgen, gaat die aan hun neus voorbij. Het zijn zomaar twee scenario’s waar we in de toekomst op kunnen stuiten. Werkgevers in de techniek kampen namelijk met een tekort aan jonge arbeidskrachten.

Aan de beperkte instroom van jongeren in de techniek kleeft echter iets raadselachtigs. Jarenlang leek het grootste probleem te zijn dat onvoldoende jongeren kozen voor een technische of bètastudie. Om die reden investeerden de overheid en andere belanghebbenden in campagnes die jongeren stimuleerden zich toch vooral klaar te stomen voor een baan in de techniek of ICT.

Werkaanbod

Inmiddels stijgt het aantal jongeren dat in het voortgezet en hoger onderwijs voor een bèta-technisch profiel of opleiding kiest, zoals cijfers van het Platform Bèta Techniek ook vorig jaar bevestigden. Maar wat blijkt? Eenmaal klaar met hun opleiding mijden technisch-geschoolde jongeren vaak de techniek, ten gunste van andere sectoren. Hierdoor blijft het tekort aan jongeren in de techniek onverminderd groot.

Hoe kan dit? En wat kunnen werkgevers doen om deze jongeren wel aan te trekken? Deze vragen stelde Stephan Corporaal. Voor zijn promotieonderzoek onderzocht hij wat zijn generatiegenoten die een technische opleiding genoten nu belangrijk vinden in een baan – en in hoeverre het werkaanbod in de techniek tegemoetkomt aan die voorkeuren.

Daartoe ondervroegen hij en zijn onderzoeksteam honderden jongeren die een technische opleiding op (v)mbo, hbo of universitair niveau volgden over hun werkwensen. Vervolgens checkten ze bij jongeren die al in de techniek werkten, in hoeverre zij die voorkeuren zagen terugkomen in hun werk – en met welke issues zij zelf kampten. Om de afstand tussen interviewer en ondervraagde klein te houden, bestond het onderzoeksteam uit jonge onderzoekers: studenten van hogeschool Saxion. Werkgevers bleken erg geïnteresseerd in Corporaals bevindingen; om die reden verschijnen ze binnenkort ook in een (gratis) iBook.

Als we op onderzoek mogen afgaan, houden Nederlandse werkzoekenden van uitdagend en afwisselend werk, goede doorgroeimogelijkheden en vinden ze het daarnaast prettig autonoom te kunnen werken. Gelden die voorkeuren ook voor de jongeren die je ondervroeg?

“We ontdekten dat zij deze veelgebruikte werktermen vaak anders definiëren dan anderen. Neem het begrip uitdaging. Veel mensen linken dat aan nieuwe dingen leren. Jongeren doen dat ook, maar ze vinden daarnaast dat je bestaande kennis toepassen een belangrijke voorwaarde is voor uitdagend werk. Een ander voorbeeld is autonomie. Voor veel Nederlanders staat dat voor zelfstandigheid en vrijheid. Die begrippen associeren jongeren ook wel met die term, maar in hun definitie maakt duidelijkheid over de uit te voeren taken er ook deel van uit. Pas als je weet wat je moet doen, kun je autonoom werken, zo redeneren ze. Ze worden dan ook graag goed begeleid en houden wel van een beetje structuur. Wat dat betreft zou je jongeren best conservatief kunnen noemen.”

“Daarnaast hebben ze een andere kijk op doorgroeien. Die term staat voor hen niet per se voor opklimmen in de hiërarchie van een bedrijf. Ze associeren doorgroeien ook met andere functies bekleden op het niveau waar je al werkt, om zo je vleugels uit te slaan en weer meer bij te leren.”

In hoeverre komt werk in de techniek tegemoet aan deze wensen?

“Als het om de inhoud van het werk gaat, doen werkgevers het al best goed. Zo beoordeelden de starters die we interviewden hun werk doorgaans als interessant en uitdagend en hun taken als divers. Wel waren hogeropgeleiden op dit gebied wat tevredener dan lageropgeleiden.”

“Qua werkplek vonden ze het werk minder afwisselend. Ook voelen ze zich in de beginfase van een baan meestal in het diepe gegooid en kunnen ze opleidingsmogelijkheden vaak niet op waarde schatten, omdat ze door de bomen het bos niet meer zien. En zelf maar wat kiezen vinden ze eng, omdat ze liever geen fouten maken.”

Hoe kunnen werkgevers hierop inspringen?

“De behoefte aan duidelijkheid en structuur is het sterkst als de jongere pas voor het bedrijf werkt. Werkgevers doen starters dan ook een groot plezier met een buddy: een begeleider waar de starter terechtkan voor zaken die niet direct met de inhoud van het werk te maken hebben. Van navigeren in de bedrijfspolitiek tot aan begeleiding in het kiezen van opleidingen. Daarnaast is een duidelijk inwerkplan een must.”

“Om in de vraag naar diversiteit te voorzien kunnen werkgevers minder in vastomlijnde functies denken. Bedrijven die career tracks aanbieden, blijken gemakkelijker jongeren te trekken. Bij zo’n traject snuffelt de jongere aan allerlei functies en daaraan gekoppeld, volgen ze een op maat gemaakt opleidingstraject. Als dat geen optie is, kunnen organisaties ook anders inspelen op die behoefte aan afwisseling. Bijvoorbeeld door tijdens een overleg de mogelijkheid tot functieroulatie te bespreken of door jongeren soms op een nevenvestiging of bij een klant te laten werken.”

Waar op deze foto de jongeren de meerderheid vormen, is het in de meeste bedrijven andersom. Jongeren waarderen hun oudere collega’s om hun kennis en hulpvaardigheid, maar ervaren een generatiekloof als het erom gaat de laatste ontwikkelingen en trends op hun vakgebied te volgen en toe te passen.

techniekbeeldbank.nu

Welke andere issues ervaren jongeren die in de techniek werken?

“Ze zijn doorgaans erg tevreden over hun leidinggevenden en beoordelen hun collega’s als zeer behulpzaam. Maar ze worstelen af en toe met het leeftijdsverschil in teams. Ze vinden dat oudere collega’s soms minder leergierig zijn en niet zo geneigd zich te willen blijven ontwikkelen. Dat frustreert ze af en toe. En het leeftijdsverschil en de andere interesses die daaraan kleven, maakt het lastiger om met collega’s na werktijd wat te ondernemen, zo menen ze. Een ander issue was dat ze het jammer vinden dat ze vaak niet zo goed weten wat er een bedrijf speelt of waarom er bepaalde beslissingen worden genomen.”

Wat kunnen bedrijven hieraan doen?

“Zet jonge werknemers nu en dan bij elkaar. Zo lijkt het jongeren leuk samen te werken aan een project, of gezamenlijk activiteiten te ondernemen, zoals een werkbezoek. Daarnaast moeten jongeren en het management soms bij elkaar komen, zodat jongeren beter weten wat er speelt, hoe ze het doen en meer leren van seniors. Daarbij moet het dan niet om saaie Powerpointpresentaties gaan, maar om informele bijeenkomsten, zoals bijvoorbeeld een sessie met wat biertjes en een pizza.”

“Verder vragen ze werkgevers om flexibeler om te springen met de werktijden en te zorgen voor goede ICT-voorzieningen. In sommige bedrijven is het internet maar beperkt toegankelijk of is het niet mogelijk om vanuit huis je bedrijfsemail checken. Voor jongeren die opgegroeid zijn met internet is dat lastig te begrijpen.”

We hebben het tot nog toe gehad over de wensen van aankomende werkzoekenden. Zijn verwachtingen van werkgevers in de techniek een obstakel voor een soepele doorstroming vanuit opleidingen? VMBO’ers die een technische opleiding volgen hebben grote moeite een stageplek te vinden – terwijl op dat niveau het tekort aan instromers het grootst is.

“De vraag van werkgevers sluit inderdaad niet altijd naadloos aan bij de inhoud van opleidingen. De snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën speelt daarin soms een rol. Maar wat stages betreft, zijn er ook praktische belemmeringen. Stagiaires begeleiden kost relatief veel tijd. Zo mogen stagiaires in de metaaltechniek om veiligheidsredenen niet alleen gelaten worden. En VMBO’ers zijn vaak wat minder zelfstandig, wat de tijdsinvestering groter maakt. Door de geringe instroom van nieuwe werknemers is de druk op een team vaak al groot – en kunnen werkgevers soms domweg geen personeel missen om stagiaires in te werken. Ook in dit opzicht speelt het tekort aan nieuwe instromers werkgevers parten.”

Tijdens je onderzoek merkte je dat jongeren wel tips hadden voor werkgevers om effectiever jongeren te werven. Kun je daar wat over vertellen?

“Vacatureteksten bevatten vaak algemene termen als ‘goede doorgroeimogelijkheden’ en ‘uitdagend werk’. Maar dat zegt jongeren niet zoveel. Ze willen weten wat het werk van dag tot dag inhoudt. Zo vinden ze het prettig in een blog of via Facebook een werknemer te kunnen volgen en te zien welke uitdagingen die nou tegenkomt en hoe die zijn werk ervaart. Eerlijkheid is daarin essentieel, de ondervraagde jongeren waren behoorlijk wars van ‘promopraatjes’. Ze willen weten hoe het er écht aan toe gaat.”

ReactiesReageer