Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Geliefd in de pub en gehaat door dictators: historici

Voor mij was geschiedenis geen studiekeuze

Baudouin via Flickr CC BY-NC-ND 2.0

Historicus Adriaan Duiveman heeft er niet aan getwijfeld in zijn examenjaar: het moest en zou geschiedenis worden. En eigenlijk wist hij dat al veel eerder, toen hij als kind door zijn geboortestad – het middeleeuwse Kampen – heen liep. Historici voelen een honger naar kennis en begrip van de samenlevingen en culturen om hen heen. Dat maakt ze geliefd bij pubquizteams, en gevreesd door dictators.

6 maart 2020

Tijdens een van mijn eerste hoorcolleges als student geschiedenis liet de docent middeleeuwse geschiedenis een vakantiefoto zien. Ze stond daarop voor een ruïne. ‘Historicus-zijn houdt niet op als je je kantoor of deze collegezaal verlaat,’ vertelde ze. Ik vond dat toen nogal vermoeiend klinken. Ik had ontzettend veel zin in mijn studie, maar ik had ook veel andere interesses buiten het verleden. Toch moet ik haar inmiddels een beetje gelijk geven. De studie geschiedenis is niet zomaar een studie. Ongemerkt bekijk je van alles – zelfs Temptation Island – door een geschiedkundige bril. En ja, historicus ben je ook op vakantie.

Ik vind het altijd raar als mensen zeggen dat geschiedenis hun ‘passie’ is. Dat klinkt alsof je op je zolder de Slag bij Waterloo hebt nagebouwd met poppetjes en piepschuim. En dat je dan met Napoleons tweekantige steek op je hoofd je minutieus beschilderde troepen commandeert. Een historicus wil niet in het verleden wonen, want elke zweem van romantiek wordt er snel van afgepeuterd in de studie. ‘Passie’, nee, dat is het niet. Wat dan wel? Het is niets anders dan honger. Honger naar kennis en begrip van de wereld om je heen.

In mijn geboortestad Kampen hoef je niet lang te zoeken naar de middeleeuwen of de vroegmoderne tijd.

Door Uberprutser - via wikimedia commons, CC BY-SA 4.0,

Van kleine verhalen naar grote patronen

In Kampen hoef je niet lang te zoeken naar de middeleeuwen of de vroegmoderne tijd. De stad waar ik ben geboren en opgroeide was ooit een Hanzestad, dus onderdeel van een uitgestrekt, Europees handelsnetwerk. In de hoge, oude panden aan de Oudestraat is dat verleden nog terug te zien. Hier werd ooit geld verdiend, en goed ook. Als je de boeken van Thea Beckman hebt gelezen, dan ben je mijn geboortestad al vaker tegengekomen. Je liep langs de IJssel waarop de schilder Hendrick Avercamp zijn schaatsende stelletjes schilderde in De stomme van Kampen. Of je nam een kijkje in de Schepenzaal waar een hond werd veroordeeld tot bedevaartstocht in Het wonder van Frieswijk. Herkenbaar?

Verhalen als deze hebben ooit mijn interesse voor geschiedenis getriggerd. Verhalen van mensen zoals jij en ik, maar dan eeuwen geleden, in een wereld die compleet anders was dan de onze. Dat fascineerde me, en dat fascineert me nog steeds. Maar het stopt niet meer bij het ene verhaal.

Tijdens je studie word je uitgedaagd om nog een stap verder te zetten. Je moet de verhalen gebruiken als een sleutel naar grotere patronen: culturen en samenlevingen. Mensen leven nooit geïsoleerd. Jouw keuzes – van je boodschappen tot je studie – worden je gegeven door de mensen om je heen. Jouw verhaal vertelt uiteindelijk dus ook iets over de verhalen van andere mensen, en uiteindelijk over het verhaal van de hele samenleving.

Wanneer moet je (niet) geschiedenis studeren?

Geschiedenisstudenten zijn veelgevraagde pubquizteamleden, en dat is niet voor niets. Ze staan er om bekend dat ze veel weten, en dan vooral veel nutteloze dingen. Ik ben zelf niet zo’n levend feitjesarchief, maar ik ken er inderdaad meerdere. Door hun honger naar begrip van samenlevingen, zijn historici vaak heel breed geïnteresseerd en nieuwsgierig naar alles. Het is dus niet zo gek dat veel historici doorstromen naar de journalistiek of eens die toekomstdroom hadden. Mede-historicus en -face Jorrit Steehouder wilde het als tiener, en ook ik zag mezelf later stukjes pennen voor een landelijke krant.

Geschiedenisstudenten zijn veelgevraagde pubquizteamleden. Ze staan er om bekend dat ze veel weten, en dan vooral veel nutteloze dingen.

Baudouin via Flickr CC BY-NC-ND 2.0

Volg jij het nieuws? Lees je opiniebladen of blogs? Luister je wel eens een podcasts? Kijk je af en toe een lezing of explainer op YouTube? Verdwijn je regelmatig in een Wikipediavortex? Gewoon, omdat je het zo interessant vindt? Tof, overweeg dan geschiedenis!

Doe je geen van de bovenstaande dingen? Of graaf je je alleen in op één heel specifiek onderwerp, zoals de tweede wereldoorlog? Dit klinkt hard, maar bespaar jezelf onnodige studieschuld en kijk verder bij andere studies.

Geschiedenis is een relatief zware opleiding vergeleken met de andere geesteswetenschappen. Het aantal contacturen is laag, dus het grootste deel van de week moet jij helemaal jezelf motiveren om de boeken en artikelen te lezen voor de hoor- en werkcolleges. Er vallen veel studenten af omdat ze dit onderschatten.

Voor elke opleiding heb je intrinsieke motivatie nodig, maar bij geschiedenis misschien nog wel een beetje extra. Want ook al vind je veel interessant, er gaan onvermijdelijk vakken zijn waar je echt even door heen moet buffelen. Geen interesse? Dan moet je die maar maken.

Wat levert het je op?

Van al mijn medestudenten was er maar één die zei dat hij ooit rijk wilde worden met zijn studie. Hij is inmiddels aardig op weg, maar als het zijn enige doel was geweest had hij beter een andere opleiding kunnen kiezen. Bij geschiedenis word je – tenzij je onderzoek blijft doen, zoals ik – niet opgeleid tot een specifiek beroep. Toch is de arbeidsmarktpositie van historici niet zo slecht als je misschien dacht.

Vrijwel al mijn studievrienden hebben inmiddels een baan op niveau. Dat heeft soms wel even geduurd, en dat ging niet altijd vanzelf. Vaak was datgene wat zij naast hun studie deden – zoals bestuurs- en commissiewerk – net zo belangrijk als hun diploma. En nee, geen van hen is geschiedenisdocent geworden.

De studie geschiedenis is dus geen enkeltje UWV, maar voor het grote geld en een baangarantie moet je het ook weer niet gaan studeren. Waarom dan wel?

Geschiedenis is – met een mooi Duits, historisch woord – pure Bildung. Het woord Bildung is niet echt lekker te vertalen naar het Nederlands, maar het betekent zoiets als de vorming van een kritisch denkvermogen. Tijdens je studie ga je je beseffen dat alles een geschiedenis heeft. Dat betekent ook dat alles ooit anders was, en – daar zit de crux – dat alles dus ook anders kan worden.

Met collega Fons Meijer mocht ik laatst de bekende historicus en journalist Rutger Bregman interviewen. In het interview noemde hij de geschiedwetenschap ‘ondermijnend’. ‘Ze laat zien dat alles ook anders zou kunnen: de manier waarop we de samenleving hebben ingericht, of de economie. Het is niet voor niets dat dictators snel hun eigen versies van het verleden willen,’ stelde Bregman. ‘Historici zijn staatsgevaarlijk.’

Kortom, de studie geschiedenis maakt je gewild bij pubquizteams en gevreesd door autoritaire staatshoofden. Dat wil jij toch ook?

ReactiesReageer