Naar de content

Geen hinder van gebrek aan kennis

Verkeerd gedacht: het dunning-krugereffect

Jikke Lesterhuis voor NEMO Kennislink

Uit tal van experimenten blijkt dat mensen zichzelf voortdurend overschatten. Zijn we te dom om te beseffen hoe dom we zijn?

9 augustus 2024

In 1995 pleegde McArthur Wheeler twee bankovervallen in Pennsylvania. Enkele maanden later liep hij tegen de lamp, nadat beelden van een bewakingscamera op tv waren vertoond. Toen de politie hem daarmee confronteerde, riep Wheeler vol verbazing: “Maar ik had citroensap opgedaan!” Citroensap kun je namelijk gebruiken als onzichtbare inkt. Wheeler dacht daarom dat je met citroensap op je gezicht onzichtbaar bent voor camera’s.

Toen psycholoog David Dunning dit verhaal hoorde, kreeg hij een idee. Als Wheeler te dom was om een bank te beroven, dan was hij misschien ook te dom om te beseffen dat hij daar te dom voor was. Samen met zijn student Justin Kruger ging hij dit idee onderzoeken. Het tweetal kwam tot de conclusie dat incompetente mensen zichzelf vaak overschatten, omdat hun incompetentie ze belemmert bij het inschatten van hun eigen niveau. Dit staat nu bekend als het dunning-krugereffect.

Domme mensen zijn te dom om te beseffen hoe dom ze zijn. Het is een prachtige oneliner, en er lijkt geen speld tussen te krijgen. Maar klopt het wel?

Oorzaak of statistiek

Dat we vaak geneigd zijn om onszelf te overschatten, staat vast. Zo denkt 80 tot 90 procent van de automobilisten bovengemiddeld goed te zijn in autorijden. Ook als je mensen vraagt hoe goed ze zijn in lesgeven, leidinggeven of het maken van een IQ-test, schatten ze zich over het algemeen te hoog in.

Volgens Joël van der Weele, economisch psycholoog aan de Universiteit van Amsterdam, zie je dit vooral bij relatief makkelijke taken. “Als mensen bij een test veel vragen goed hebben, denken ze vanzelf dat ze beter scoren dan de rest. Terwijl bij een makkelijke test iedereen veel vragen goed heeft”, zegt hij.

Meer bij mannen en bij complotdenkers

Mannen overschatten zichzelf over het algemeen meer dan vrouwen. Van der Weele: “Dat zie je met name als je mensen vraagt naar vaardigheden die als typisch mannelijk worden gezien, zoals autorijden of wiskundige puzzels oplossen. Daar zijn wel wat speculatieve evolutionaire verklaringen voor, bijvoorbeeld dat mannen vroeger met elkaar moesten strijden voor vrouwen. Maar die zijn moeilijk te bewijzen.”

In 2018 bleek uit Amerikaans onderzoek dat er een verband is tussen zelfoverschatting en het geloven in complotten. Complotdenkers overschatten hun eigen kennis over politiek en overheidsbeleid meer dan andere mensen.

We zijn dus gauw geneigd onszelf te overschatten. En incompetente mensen doen dat doorgaans meer dan competente mensen. Maar de conclusie van Dunning en Kruger dat hun incompetentie daarvan de oorzaak is, gaat wellicht wat ver.

Er is namelijk ook een veel simpelere verklaring: hoe competenter je bent, hoe moeilijker het is om jezelf te overschatten. “Als je aan Tourwinnaar Tadej Pogacar vraagt of hij goed is in wielrennen, kan hij zichzelf bijna niet te hoog inschatten”, zegt Van der Weele. Of andersom: als je een leerling die een 2 haalt voor zijn proefwerk vraagt wat voor cijfer hij denkt te hebben, is de kans groot dat hij zichzelf overschat. Er zijn nu eenmaal weinig mogelijke cijfers onder de 2 en veel erboven.

De laatste jaren wijzen diverse onderzoeken erop dat dit statistische verschijnsel verklaart waarom met name incompetente mensen zichzelf overschatten. Maar ook deze onderzoeken staan ter discussie. Onder andere Dunning en Kruger zelf hebben met diverse technieken geprobeerd aan te tonen dat het door hen geformuleerde effect wel degelijk echt is. Controverse alom, dus. “Al met al ben ik er niet van overtuigd dat het dunning-krugereffect bestaat, omdat het moeilijk is om het van het statistische effect te scheiden”, zegt Van der Weele.

Jezelf voor de gek houden

Onze zelfoverschatting komt dus niet per se voort uit onvermogen om onszelf te beoordelen. Waar komt deze neiging dan wel vandaan? 

Van der Weele zoekt de verklaring in motivated cognition. Dat is een overkoepelende psychologische term die stelt dat we onze overtuigingen deels baseren op wat ons goed uitkomt. Volgens dat uitgangspunt schatten we onszelf doorgaans wat te hoog in, omdat we het een prettige gedachte vinden of omdat het ons voordeel oplevert.

Dat voordeel zit dan in onze omgang met anderen, stelt Van der Weele. Dat volgt onder meer uit onderzoek waarover hij in 2019 publiceerde. Daarin moesten proefpersonen een IQ-test doen en daarna geld inzetten op hun eigen resultaat. Zoals verwacht schatten de meeste mensen zichzelf in als bovengemiddeld slim.

Zelfoverschatting heeft voordeel in sociale situaties

— Joël van der Weele

Vervolgens hoorden de proefpersonen hun score en volgde het tweede deel van het experiment. Daarin moesten ze andere mensen overtuigen van hun eigen intelligentie – wederom met geld als beloning. Sommige proefpersonen wisten al vóór het experiment dat ze dit moesten doen, anderen kregen het pas na het eerste deel te horen. Wat bleek: de mensen die wisten dat ze anderen van hun slimheid moesten overtuigen, schatten zichzelf nog hoger in dan de mensen die dat niet wisten. Alsof ze zichzelf eerst voor de gek moesten houden voordat ze ook anderen voor de gek konden houden.

Bovendien zat er nog een twist in het experiment. Sommige deelnemers kregen een hogere score te horen dan ze daadwerkelijk in de IQ-test hadden behaald. Deze mensen kwamen vervolgens intelligenter over dan degenen aan wie juist een lagere score was verteld. Dit resultaat stond los van hun daadwerkelijke intelligentie.

Jezelf verkopen

Kortom: als je mensen wilt laten zien dat je slimmer bent dan je bent, helpt het als je eerst jezelf daarvan overtuigt – iets wat je makkelijker afgaat na positieve feedback. “Dat steunt het idee dat zelfoverschatting voordeel heeft in sociale situaties”, zegt Van der Weele. “Zelfverzekerde mensen worden vaak als competenter ingeschat. Het heeft dus waarde om een zelfverzekerde uitstraling te hebben.”

Volgens Van der Weele zit de drang om onszelf te verkopen mogelijk diep in ons geworteld. “Dit past bij de bredere psychologische theorie dat we een ‘ingebouwde persvoorlichter’ in ons brein hebben. Die zorgt ervoor dat je je automatisch zo goed mogelijk presenteert aan anderen.”

Torso van witte man die zijn blauwe overhemd opentrekt met daaronder een Superman-pak.
Willowpix voor iStock

Wil je anderen overtuigen van je eigen kwaliteiten, dan is het vermoedelijk wel cruciaal dat je er écht in gelooft. “Jezelf beter voordoen lijkt vooral een goede strategie als je die onbewust toepast”, zegt Van der Weele. “Ons experiment steunt het idee dat we onze zelfverzekerdheid onbewust manipuleren, al is daar wel nog meer bewijs voor nodig.”

Zelfoverschatting temperen

Hoewel zelfoverschatting je dus kan helpen, zitten er ook nadelen aan. “Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat bovenmatig zelfvertrouwen op de financiële markt slechte resultaten oplevert”, zegt Van der Weele. “Het is nuttig om zelfverzekerd te zijn, maar in te hoge mate leidt het ook tot fouten.”

Hoe voorkomen we dat we té zelfverzekerd worden? Volgens Van der Weele helpt het om stil te staan bij onze algemene neigingen die zelfoverschatting in de hand werken. “We kijken bijvoorbeeld altijd vooral naar wat we goed hebben gedaan. Mislukkingen komen door iemand anders of door pech.”

De volgende stap is om die tekortkomingen te bestrijden. “Zorg dat je informatiedieet realistisch is. Als je bijvoorbeeld ergens de baas bent, hoor je vaak niet van anderen welke fouten je maakt. Je moet daarom actief vragen om feedback”, zegt Van der Weele.

Met een zelfbewuste blik en een beetje hulp van anderen kun je dus wel degelijk zelfoverschatting herkennen en temperen. Want in tegenstelling tot wat Dunning en Kruger dachten, zijn we wellicht niet te dom om te beseffen hoe dom we zijn. We zijn eerder te slim om te laten zien hoe dom we zijn.

Bronnen