Amerikaanse wetenschappers hebben een test ontwikkeld om mond- en keelkanker in een vroeg stadium te diagnosticeren. Het enige wat ze van de patiënt nodig hebben, is een beetje spuug. Het Amerikaanse voedsel- en geneesmiddelenbureau (FDA) bestempelde de test als veelbelovend.
Keelpijn, opgezette klieren en pijn of moeite met slikken. Bijna iedereen heeft er wel eens last van. Meestal gaat het om een simpele verkoudheid, maar dit zijn ook typische symptomen van mond- en keelkanker. Niet gek dus dat veel patiënten pas in een laat stadium gediagnosticeerd worden. Per jaar constateren artsen keelkanker bij vierhonderd Nederlanders na een onderzoek in de mond of keel. Op dat moment is de kanker in veel gevallen zodanig gevorderd dat behandelingen slecht aanslaan. Bijna de helft van de patiënten leeft na diagnose niet langer dan vijf jaar.
Gedrag als voorspeller
Amerikaanse onderzoekers ontwikkelden een test die mond- en keelkanker in een vroeg stadium moet aantonen, zodat artsen tijdig een behandeling kunnen starten. Bij de test halen ze een beetje speeksel uit de mond van de patiënt en bestuderen ze de micro-organismen erin. De samenstelling van de micro-organismen in het speeksel, én hun gedrag verschilt tussen gezonde mensen en patiënten met mond- of keelkanker. De moleculaire processen van die microben zijn dan nét iets anders. Dat bleek toen wetenschappers het speeksel van 71 mond- en keelkankerpatiënten vergeleken met die van 171 gezonde proefpersonen.
Om een voorstelling te maken bij het gedrag van micro-organismen, kun je ze zien als een groot koor, waarbij ieder koorlid een boek vol liederen heeft. In een lichaam waar een tumor groeit, zullen sommige zangers trieste nummers zingen uit het boek, andere zingen klassieke muziek. In een gezond lijf zingen de meeste zangers juist pop- en rocknummers. Op basis van de liederen die je hoort, weet je dus in welke omgeving het koor zicht bevindt: een gezonde omgeving, of een omgeving met tumoren.
Echte micro-organismen geven hun gedrag niet weer met gezang. Toch achterhalen wetenschappers dat gedrag door te onderzoeken welke eigenschappen (genen) actief zijn. Wanneer een gen aanstaat, vertaalt het micro-organisme dat stukje DNA naar het genetische molecuul RNA. Dat is de boodschapper die de cel vertelt welke processen er moeten plaatsvinden (welke liederen er gezongen moeten worden). Dat RNA halen de wetenschappers uit de micro-organismen in het spuug van de patiënt en lezen het af met een speciaal apparaat. Zo krijgen ze, met de hulp van computers, een goed beeld van welke micro-organismen aanwezig zijn en hoe ze zich gedragen.
Op weg naar goedkeuring
Bij iedere test vergelijkt de computer de micro-organismen en hun gedrag met die van patiënten en gezonde personen. Lijken ze het meest op die van mond- en keelkankerpatiënten, dan is de test positief. Helaas is de kankertest niet honderd procent nauwkeurig. De eerste studie – die nog door collega-wetenschappers moet worden beoordeeld – geeft aan dat de test bij ruim acht op de tien patiënten de aanwezigheid van een tumor aantoont, en hem bij de overige twee over het hoofd ziet.
“Toch is dat een goede score,” vindt Marcel de Zoete, microbioloog en universitair hoofddocent aan het UMC Utrecht. Hij is zelf niet betrokken bij het onderzoek, maar werkt ook aan de relatie tussen microben en ziekten. “Het betekent dat tachtig procent van de patiënten eerder een diagnose en behandeling kan krijgen.”
Ook andersom is de test weleens onjuist: hij detecteert dan kanker bij een gezond persoon, een ‘vals positieve uitslag’. Bij 91 proefpersonen representatief voor de (Amerikaanse) bevolking was de test slechts twee keer onjuist. Maar bij hoogrisicogroepen zoals vijftigplussers, (ex-)rokers of patiënten met hart- en vaatziekten, zag de test tien keer vaker een tumor, terwijl die er niet was. Daarom zullen artsen na een positieve uitslag extra lichamelijk onderzoek moeten uitvoeren zoals een endoscopie, biopt of MRI.
Voorlopig is de kankertest nog niet op de markt, maar in mei ontving hij wel de zogenoemde Breakthrough status van het FDA, het Amerikaanse voedsel- en geneesmiddelenbureau. Daarmee erkent het bureau onder andere dat de kankertest een veelbelovende methode is met duidelijke voordelen, dat het een verbetering is op bestaande diagnoses en dat er nog geen goed alternatief voor de test bestaat. Deze status betekent niet dat de methode is goedgekeurd voor gebruik, maar het Amerikaanse bureau zal de methode daardoor wel sneller beoordelen.
Kip-eiprobleem
Of een tumor het gedrag van micro-organismen aanpast of dat het gedrag van micro-organismen juist tumorgroei mogelijk maakt, is nog onduidelijk. In dat laatste geval zouden wetenschappers aan het gedrag van micro-organismen kunnen voorspellen of een persoon verhoogde kans heeft op mond- en keelkanker.
“Maar zo ver is het onderzoek nog niet,” waarschuwt De Zoete. “We moeten dan eerst mensen en de micro-organismen in hun mond lange tijd volgen om te achterhalen welke van de twee de oorzaak is.” Als dan inderdaad blijkt dat bepaalde micro-organismen en hun gedrag de boosdoener zijn, kunnen wetenschappers actie ondernemen. “Bijvoorbeeld door bepaald gedrag van bacteriën te remmen met stofjes of specifieke bacteriesoorten weg te vangen met probiotica of zeer selectieve antibiotica,” aldus De Zoete.