Wat hebben Groningse overstromingsverhalen, palen in dijken en recente klimaatrechtzaken met elkaar te maken? Ze draaien om solidariteit en schuld. Historicus Adriaan Duiveman interviewde religiewetenschapper Arjan Sterken en jurist Sanne Biesmans over hoe we overstromingen voorkomen.
Ooit stonden de akkers vol wiegende graanhalmen en de weiden vol grazende koeien. Nu is er water. In de Dollard, een brak meer tussen Groningen en Duitsland, komen Eems en Waddenzee samen. Volgens schippers kan je de klokken van de kerktorens in het verzonken Reiderland nog horen luiden vanonder de golven.
Hoe en wanneer de overstromingen er plaatsvonden, is onbekend. De Groningers vertellen er wel verhalen over. Boerderijen en akkers werden volgens hen verzwolgen omdat één rijke boer lui en asociaal was. Zijn naam: Tidde Wyneda.
Tijdens een stormachtige nacht klopten de buren aan bij Tidde. Ze moesten de zeewering verstevigen en Tidde moest, net als iedere boer, meehelpen. Maar de grootgrondbezitter vertikte het. Hij zou gezegd hebben dat hij pas in actie kwam wanneer het water ‘speerhoog’ op zijn land stond. Toen dat gebeurde, was het te laat. De zee brak de dijk, stuwde door de opening en sleurde koeien, dorpen en mensen mee. De breuk zat in het dijkdeel waarvoor Tidde verantwoordelijk was. Hij overleefde de ramp, maar moest berooid en vernederd aankloppen bij een klooster voor onderdak.
Verhalen zonder auteur
In de Volksverhalenbank van het Meertens Instituut staan meerdere versies van het verhaal. De details verschillen, maar de grote lijnen van het plot komen overeen. Hoe oud het verhaal precies is, blijft onduidelijk, maar Groningers vertellen het al eeuwen. Waarom? Folklorist en religiewetenschapper Arjan Sterken, verbonden aan de Radboud Universiteit, weet het: Tiddes lot was een les voor de lokale boeren.
In de werkkamer van Sterken liggen tapijten op de grond en ligt tapijt op tafel. Aan de muren eindeloze rijen met boeken: dikke banden met Sanskriet, Saksisch en oud-Fries. Een plank staat vol paperbacks over ontmoetingen met aliens. “Ik geef het vak ‘nieuwe religieuze bewegingen’, en daar hoort dit bij,” legt Sterken enthousiast uit. “Verhalen over UFO-ontvoeringen zijn een vorm die religie en mythologie tegenwoordig krijgen.” Het flakkerende licht van de kaarsen op tafel schijnt op prenten met Hindoegoden en oude kaarten van Groningen. “Maar die is nep hoor.” Sterken wijst naar een Afrikaans masker naast het raam. “Gemaakt voor de toeristen.”
Sterken promoveert op bovennatuurlijke wezens in legenden, mythen en sagen. In die context werkt hij ook met de Volksverhalenbank. Sterken: “Wat heel specifiek is voor folkloredingen, is dat ze niet door individuen zijn gemaakt. Ze leven in een gemeenschap, en ze worden doorgegeven binnen die groep.” Voor volksverhalen geldt dit ook. “Er is nooit één duidelijke, oorspronkelijke auteur. Ze worden mondeling verspreid.”
Dit maakt het lastig om te achterhalen hoe en wanneer de verhalen zijn ontstaan. “Toch laten volksverhalen zien waar een gemeenschap mee bezig was in een periode,” vertelt Sterken. “Geschiedenis gaat vaak over ‘grote mannen’, het liefst van adel. Volksverhalen zijn daarentegen documenten over gewone plattelandsbewoners: ze gaan over hun zorgen, over waar hun leven om draaide.”
Het verhaal over Tidde laat ook zien wat voor de boeren rond de Dollard belangrijk was. Het gaat over de dreiging van het water, en hoe je daar mee moest omgaan. Dat kon alleen maar samen, en dat is volgens Sterken de boodschap van het Groninger volksverhaal. “Zorg voor het landschap, zorg voor je gemeenschap, zorg dat je buren veilig zijn, want anders eindig je als Tidde.”
Recht van de dijk
Volksverhalen die bij het haardvuur werden verteld lieten zien wat van een boer verwacht werd. Maar deze legenden waren niet genoeg om solidariteit achter de dijk te garanderen. Er waren wetten nodig. Overal in de Nederlandse delta stichtten boeren (en soms ook edellieden) waterschappen, zoals de heemraden in Holland of dijkrechten in Groningen. De precieze terminologie verschilt, maar deze instituties hadden één gedeelde taak: met regelgeving overstromingen voorkomen.
Ingelanden – de boeren in een waterschap – waren elk verantwoordelijk voor een stuk dijk. Zij moesten zorgen dat hun deel sterk genoeg was om de winter te doorstaan. Waterschappen ontwikkelden uitgebreide rechtssystemen om er voor te zorgen dat iedereen zijn of haar dijkdeel ook echt onderhield. Dijkbrieven stelden wetten vast en bestuurders inspecteerden regelmatig de dijken. Als het onderhoudswerk niet gedaan bleek, kreeg de dijkplichtige een bevel of een boete.
Het stuk dijk dat een boer moest onderhouden lag niet eens altijd aan zijn eigen land. Boeren die landinwaarts woonden moesten ook bijdragen, en rijkere grondbezitters moesten grotere delen onderhouden dan kleinere boeren. Op sommige dijken zie je nog eeuwenoude, hardstenen palen met daarop cijfers en letters. Deze palen verdeelden de dijkstukken. Het dijkrecht was tastbaar.
Toekomst
Jurist Sanne Biesmans werkt in het Nijmeegse Grotiusgebouw, een modern kolos van glas en natuursteen. Het lijkt alsof een ruimteschip is geland op de campus. Waar Sterken zich bezighoudt met het verleden, kijkt Biesmans dan ook naar de toekomst. Maar die toekomst is niet zo mooi als de futuristische tempel van de rechtenfaculteit.
Biesmans promoveert op de vraag of en hoe bedrijven in de rechtszaal verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor aankomende klimaatrampen. Biesmans: “Ik onderzoek buitencontractuele aansprakelijkheid. Het simpelste voorbeeld daarvan: als jij iemand het ziekenhuis in slaat, dan kan het slachtoffer de kosten daarvan verhalen op jou.”
Dat is gelijk wel een heel grimmig voorbeeld. Lachend: “Ja, dat is meestal zo in dit gebouw.”
Juristen houden van definities en secure formuleringen. Er komt dan ook heel wat juridisch jargon langs: rechtsnorm, rechtssubjectiviteit, maatschappelijke betamelijkheid. Maar de basis is simpel, aldus Biesmans. “Ik bestudeer of het veroorzaken van klimaatverandering een ‘onrechtmatige daad’ is; iets doen of nalaten in strijd met het recht waardoor iemand anders schade lijdt.” Een jurist zou Tiddes verwaarlozing van de dijk dan ook aanduiden als een onrechtmatige daad.
Valkenburg versus Shell
Onderzoekers linken de klimaatcrisis aan de recente watersnood in Limburg. De hevige regenval die leidde tot de overstromingen was niet voorgekomen zonder het broeikaseffect. Deze natuurramp is dus niet ‘natuurlijk’, zo liet filosoof Boris van Meurs ook al zien. Een slachtoffer in Valkenburg zou daarom vervuilende bedrijven kunnen dagen in de rechtbank. “Maar dat is in theorie,” benadrukt Biesmans, “er zijn heel veel complicerende factoren. Als je bijvoorbeeld Shell aanspreekt, dat misschien ergens tussen de één of twee procent van de wereldwijde uitstoot heeft veroorzaakt, dan kan je ook maar één of twee procent van jouw schade bij Shell verhalen.”
Het helpt ook niet dat er tot nu toe nauwelijks nog klimaatzaken zijn. Een Peruaanse boer stapte twee jaar geleden naar de Duitse rechter met een claim tegen een grote energieproducent. Omdat een gletsjer waar hij onder woont smelt, moet hij dure voorzorgsmaatregelen nemen tegen overstromingen. De vervuilers, zo menen hij en zijn advocaat, moeten daaraan bijdragen. De zaak loopt nog en Biesmans kijkt uit naar de uitspraak.
“Het is nu nog allemaal ongeschreven recht, wat ik onderzoek,” legt ze uit. Er zijn hier nog geen dijkbrieven en dijkpalen. “Als onderzoeker doe ik nu eigenlijk wat een rechter zou doen in een klimaatzaak. Zonder geschreven recht zoekt een rechter naar aanknopingspunten. Je gaat niet zomaar je vinger in de lucht steken en denken, dit is ‘m: een klimaatwet. Dus je kijkt als rechter naar ander recht, vergelijkbare casussen, mensenrechten, soft law – dat zijn bijvoorbeeld documenten van de VN over hoe ondernemingen zich zouden moeten gedragen.” Een van de belangrijke aanknopingspunten waar Biesmans naar kijkt is het kelderluikarrest (zie kader).
Bevel stopt uitstoot
Gaat haar onderzoek dan eigenlijk over wie verantwoordelijk is voor klimaatrampen? Biesmans kijkt bedenkelijk. “Als jurist heb ik moeite met zo’n ‘spreektaalterm’. Een betere vraag is: wie kan je verantwoordelijk houden? Het is ingewikkeld om de uitstoot van een bedrijf te koppelen aan de schade van een persoon. Dat is een stap die nog nooit gezet is in de rechtspraak.” De scheur in Tiddes dijk maakte duidelijk wie verantwoordelijk was voor de overstroming, maar in hedendaagse klimaatzaken is de oorzaak-gevolgrelatie veel complexer.
Om het nog ingewikkelder te maken, kijkt Biesmans niet alleen naar geleden schade, maar ook naar toekomstige schade; schade die nog niet heeft plaatsgevonden. “Ik bestudeer of je een bevel kan krijgen als bedrijf. Wanneer je een onrechtmatige daad pleegt of dreigt te plegen, dan kan de rechter zeggen ‘dit mag je dus niet doen’.” Op die manier kunnen toekomstige rampen voorkomen worden.
Tidde Wyneda werd gestraft voor zijn luiheid door een overstroming, maar hij sleurde zijn buren mee in de ellende. Met waterschappen en dijkrecht probeerden boeren dat soort scenario’s te voorkomen. Tegenwoordig proberen rechters, advocaten en juristen ook wettelijke kaders te creëren om klimaatrampen te vermijden. Biesmans: “Rechtszaken kunnen een goede stok achter de deur zijn voor bedrijven. Er hoeven dan niet constant procedures gevoerd te worden, de dreigende werking doet ook al heel veel.’”
En wat kunnen bedrijven doen om de procedures te voorkomen? Biesmans, resoluut: “Minder broeikasgassen uitstoten.”