Plastic dat in de supermarkt om paprika's en komkommers zit, is vaak een doorn in het oog van de milieubewuste consument. Dat moet toch anders kunnen! Maar is dat ook zo?
Op een gewone dinsdagmiddag lopen buurtbewoners door een Amsterdamse Albert Heijn. Om veel schouders hangt een linnen boodschappentas. De supermarkt ligt in de Rivierenbuurt, een wijk die in de volksmond bekendstaat als yuppenbuurt (naar de afkorting van young urban professionals). Veel van de clichés zijn waar: je vindt er veel bakfietsen, hippe barretjes waar koffie met havermelk wordt gedronken, en de e-bikes zoeven je om de oren. Binnen in de supermarkt pakt een mevrouw in sportkleren een eetrijpe avocado in plastic uit de schappen. Verder zit er plastic om sperziebonen, snijbonen, bleekselderij, Chinese kool, puntpaprika’s, radijs en vele andere groenten. Ook de voorgesneden groenten zijn verpakt in plastic.
Het is een doorn in het oog van veel milieubewuste consumenten, weet Ulphard Thoden van Velzen van de Wageningen University & Research. “Dat komt allereerst doordat het plastic zichtbaar is. Hoeveel milieudruk het weggooien van bedorven levensmiddelen veroorzaakt, is dat niet. Wat ook niet zichtbaar is voor een klant, is de CO2-uitstoot die ermee gemoeid gaat. Het is daarom in het publieke debat een ongelijke vergelijking.”
Schildpad
Thoden van Velzen is één van de grootste plasticgoeroes van Nederland. Al sinds 1995 doet de wetenschapper onderzoek naar het voormalige wondermiddel.
Destijds was er een andere mindset dan nu, legt hij uit. “Plastic was
toen niet oneindig goed, maar wel heel duidelijk een oplossing voor veel
maatschappelijke zaken. Het is erg functioneel en zorgt ervoor dat
producten langer goed blijven.” Hij verbaast zich erover hoe één foto van een schildpad die vastzat in een sixpackring, genomen halverwege het vorige decennium, het hele publieke debat over plastic deed ontploffen.
Toegegeven, het is een bijzonder vervelend gezicht: de sixpackring knijpt de schildpad rond het midden van het schild af, dat daardoor de vorm heeft van een 8 in plaats van een mooie ovalen o. Toch lijkt de wereldwijde reactie die op de foto volgde, er eentje die vooral is gebaseerd op emoties, niet op een rationele afweging, zo ziet Thoden van Velzen. “Die foto zorgde voor een schok in de wereld. Bij een paar superconcerns vielen de marketeers van hun stoel: dit gaan we helemaal anders doen. Op allerlei plekken moest plastic worden uitgebannen. Bierbrouwers gingen helemaal over op karton. Het betekende dat in Europa grote kartonfabrieken werden bijgebouwd. Als gevolg daarvan is er op grote schaal ontbost, om nog te zwijgen over de hoeveelheid water die er nodig is voor de productie van karton. Ook dat is het gevolg van het antiplasticsentiment. Het is hartstikke hard nodig dat er minder plastic wordt gebruikt, maar we moeten goed nadenken over andere problemen die we daarmee vergroten.”
Komkommertijd
Hij neemt een winterkomkommer als voorbeeld. “De komkommers zijn dan slap en de marktvraag is niet groot, zodat je langere doorlooptijden hebt in supermarkt. Als je gaat uitrekenen hoeveel CO2-winst je boekt in wintermaanden door een komkommer in plastic te doen, dan weet je niet wat je ziet.” Elk product dat geproduceerd wordt, dus ook een komkommer, vergt energie. “Afhankelijk van de soort energie die je gebruikt, levert dat meer of minder CO2-uitstoot op. De productie van kaskomkommers resulteert in meer uitstoot dat de open veldteelt. Maar ook bij open veldteelt wordt brandstof gebruikt. Hoe verder je in de toeleverketen komt, des te meer vrachtwagens er hebben gereden en koelmachines er hebben gedraaid en des te hoger de energie die nodig was voor productie. In de wintermaanden is het daarom zeer raadzaam er folie om te doen, zodat meer komkommers de klant bereiken.”
— Els Du BoisPapier is in de publieke perceptie duurzamer, maar ik pleit voor plastic tasjes
Zo’n plasticje werkt echter ‘als een rode lap op een stier bij de milieubewuste consument’, zegt de Wageningse wetenschapper. “Het gevaar treedt op dat supermarkten de folie eruit doen en daarmee meer CO2 de lucht in sturen. Dan wint marketing het van duurzaamheid.” De irrationaliteit kan ook een andere kant op gaan, weet Thoden van Velzen. “Een ander dilemma is dat sommige mensen niet gediend zijn van onverpakte producten. Die willen geen aubergine waar iemand anders met de vingers aan heeft gezeten, omdat ze heilig overtuigd zijn dan ziektes op te lopen.”
Herbruikbare zakjes
De doorsnee Belgische supermarkt niet veel verschilt van de Nederlandse, denkt wetenschapper Els Du Bois van de Universiteit Antwerpen. Zij doet onderzoek naar circulair gebruik van plastic en naar het ontwerp van alternatieven voor plastic voor eenmalig gebruik. Ook in Vlaanderen spelen discussies over plastic. Een aantal jaar geleden was er in België een grote actie, waarbij supermarkten zo veel mogelijk losse herbruikbare zakjes verkochten, die klanten bij een volgend bezoek weer kon meenemen naar de supermarkt. Ter plaatse konden ze de zakjes vullen met producten die in bulk in kratten lagen. “Hoewel er voor een groot deel een gewoonteverandering werd gerealiseerd, nam het enthousiasme en de communicatie van de supermarkten wel duidelijk af. Het is nooit volledig doorgetrokken, waardoor het assortiment in bulk beperkt blijft en de kans bestaat dat de gerealiseerde gedragsverandering zal afnemen.”
Du Bois ziet net als Thoden van Velzen dat er ook in België ‘heel veel in papier wordt aangeboden’, ook als groenteverpakking. “Dat is jammer, want papieren tasjes zijn vaak groter en zwaarder dan plastic tasjes. Voor dezelfde sterkte heb je namelijk veel meer papier nodig. Toch is papier in de publieke perceptie duurzamer. Ik pleit in plaats daarvan eerder voor plastic tasjes. Uiteraard het liefst herbruikbaar.”
Volgens de experts is er nog een wereld te winnen: soms kunnen we écht met veel minder kunststof af. Du Bois: “Voorgesneden salade moet sowieso in plastic; dat kan niet anders. Er liggen grote mogelijkheden als we simpelweg minder voorsnijden.” Beide wetenschappers kijken ook met verbazing naar de ‘on the go-mentaliteit’, zoals Du Bois het noemt. “De papieren of kartonnen wegwerpverpakkingen absorberen vaak half je maaltijd”, stelt ze. “Je kan een veel smakelijkere en duurzamere eetervaring hebben als je bijvoorbeeld een herbruikbare container gebruikt. Dat komt de kwaliteit ten goede en voorkomt dat een verpakking de levensduur van een paar minuten heeft.”
Himalaya
Een rationele afweging wordt ‘zelden meer gemaakt’, vindt Thoden van Velzen. Het plastic moet eruit. Punt. “Op het moment dat kunststof eruit gaat die de houdbaarheid van groenten verkort, zonder alternatieven om derving te beperken, veroorzaakt dat alleen maar meer milieunadelen. Het is de afweging tussen plasticvervuiling van de planeet ten opzichte van de CO2-uitstoot.” Dat is ook een rekensom die overal ter wereld anders uitpakt, legt Thoden van Velzen uit. Zo kennen we in Nederland een vrij gesloten afvalbeheerssysteem, wat van grote invloed is op het lot van jouw komkommerplastic. “Het enige kunststof dat hier in het milieu terechtkomt, is in feite wat mensen zelf in de grachten, riolen en op wegen gooien. Wij kennen geen Australische of Chinese situaties, waarbij afval wordt gestort en bij een regenbui de zee in drijft.”
Gesloten systeem of niet, er zijn nog grote wetenschappelijke onzekerheden, zo geeft hij toe. Zo doen wetenschappers levenscyclusanalyses om de milieudruk van diensten en materialen te berekenen. Die rekenmethode is niet onfeilbaar. “Belangrijk zaken kunnen we nog niet goed berekenen, zoals het effect van plasticvervuiling voor de planeet en het effect van microplastics, die tot aan de Zuidpool, Noordpool en Himalaya worden gevonden. Als wetenschappers maken we ons daar in toenemende mate zorgen over.”