Florence Nightingale is een lichtend voorbeeld voor verpleegkundigen en gezondheidswetenschappers. Met hulp van wetenschap verbeterde ze de erbarmelijke levensomstandigheden van soldaten. En daarmee is ze een groot voorbeeld voor mij.
Op de vraag een voorbeeld in mijn vakgebied aan te dragen, kan ik als (oud-) verpleegkundige en gezondheidswetenschapper niet om deze vrouw heen: Florence Nightingale.
De meeste mensen kennen haar waarschijnlijk als het lichtend voorbeeld voor verpleegkundigen wereldwijd. De dag van de verpleging valt op haar verjaardag en zij was degene die het beroep van verpleegkundige transformeerde van dokterssloof tot een waar vak met eigen verantwoordelijkheden en methodieken. Ze emancipeerde de verpleegkundige van ondergeschikt aan de dokter tot naaste collega.
Pionier
Maar naast het feit dat ze een belangrijke pionier was op het gebied van verpleegkunde, heeft ze ook belangrijke toevoegingen gedaan in de wetenschap. De meest memorabele periode in haar leven was ten tijde van de Krimoorlog halverwege de 19e eeuw.
Als jonge verpleegkundige bood zij haar diensten ten behoeve van de gewonde Engelse soldaten. Met haar talenten wist zij het plaatselijke ‘veldhospitaal’ optimaal te organiseren. Opvallend genoeg vonden in haar hospitaal de meeste overlijdens plaats… Maar dat kwam niet zeker niet door Florence haar onkunde in verplegen.
Je zou verwachten dat in een oorlog de meeste slachtoffers vallen door oorlogsgeweld. Immers, het meest voorname doel van soldaten die tegen over elkaar staan is het uitschakelen van de tegenstander. En zoals je dagelijks op het nieuws kunt zien gaat dit met veel geweld.
De Krimoorlog was niet anders: er stonden circa een miljoen Turkse (Ottomaanse), Franse en Britse strijders tegenover ongeveer 700.000 Russen. De officieren die dit leger bestierden waren er dan ook van overtuigd dat oorlogshandelingen de hoofddoodsoorzaak was.
Erbarmelijke omstandigheden
Daar dacht Florence in haar veldhospitaal anders over. Waar de officieren over het algemeen prima hadden, meededen aan jachtpartijen en uitstekend te eten hadden, waren de omstandigheden waarin de voetsoldaten verkeerden een stuk erbarmelijker. Het was in die tijd wat minder gebruikelijk om ver vooruit te denken in het plannen van een strategie.
Daarom nam men weinig voorraden mee, en ook weinig tot geen medische voorzieningen (Florence meldde zich vrijwillig aan om te helpen, nadat zij van een journalist hoorde hoe de omstandigheden ter plekke waren). Daarnaast dachten officieren ook weinig na over de wel heel slechte weersomstandigheden. Kortom, voetsoldaten hadden nogal wat te lijden tijdens de Krim-oorlog, naast het feit dat ze een bloedige oorlog uitvochten.
Florence had al gauw het heldere inzicht dat het grootste fysieke soldatenleed niet bestond uit oorlogshandelingen, maar ontstond door de slechte omstandigheden waarin soldaten leefden. Ze vond niet direct een gewillig gehoor met haar relaas, maar dankzij de kracht van wetenschap haalde zij toch haar gelijk. Eén van haar andere verdiensten was het gebruik en inzichtelijk maken van statistisch materiaal. Daarmee toonde ze op overtuigende wijze aan dat de meeste doden door ‘te voorkomen of te verzachten zymotische (door infecties veroorzaakte) aandoeningen’ kwamen.
Histogram
Dit kun je zien op de ‘Nightingale roos diagram’, die we later zijn gaan kennen als een histogram. Interessant genoeg liet Florence enig venijn toe in haar toelichting door te benadrukken dat dus de meeste doden te voorkomen waren geweest… Zoals je kunt zien zijn het aantal doden door deze te voorkomen aandoeningen vele malen groter dan de doden door oorlogsgeweld: de blauw/grijze taartpunten zijn beduidend langer dan de rode taartpunten die slaan op doden door oorlogsgeweld.
Dankzij haar inzichten en overtuigingskracht werden de omstandigheden onder soldaten aanzienlijk verbeterd. Des te meer laat het zien dat vanzelfsprekendheid (in oorlog vallen de meeste doden door geweld) met een zekere mate van scepsis benaderd moet worden. Een inzicht dat Florence Nightingale nog maar eens benadrukte en waar we nu ook nog echt iets aan hebben. Vooroordelen en vanzelfsprekendheid proberen we nog steeds te bestrijden met een gezonde portie wetenschap.