85 procent van alle massa in het heelal is onzichtbaar, onbekend spul. Documentaire ‘Chasing Einstein’ slaagt er in het onderzoek naar deze donkere materie in beeld te brengen als een epische zoektocht, met een prominente rol voor Nederlandse wetenschappers.
Het is een beproefd recept: vlieg met je camerateam de wereld over om wetenschappers te interviewen en grote observatoria en laboratoria te bezoeken, snij er iconische beelden van statige universiteitsgebouwen en verre sterrenstelsels doorheen, oceanische muziek eronder, en het publiek zal na de aftiteling met gepast ontzag voor de zuivere wetenschap de zaal verlaten.
Zo gaat het ook in de documentaire ‘Chasing Einstein’, dat beter ‘Chasing Dark Matter’ had kunnen heten. Deze jacht voert de kijker langs onder andere Los Angeles, CERN en Leiden. Maar het is geen spoiler om hier te vertellen dat de prooi ontsnapt: op het eind heeft de wetenschap nog steeds geen flauw idee wat donkere materie is.
Hypothetisch spul
Donkere materie is het hypothetische spul in het heelal dat wel massa heeft, maar voor al onze telescopen en detectors onzichtbaar is. Vrijwel alle sterrenstelsels in het heelal roteren zo snel, dat ze meteen uit elkaar zouden spatten als er niet veel meer massa (dus zwaartekracht) in het sterrenstelsel zat dan overeenkomt met de sterren en gaswolken die daarin te zien zijn.
De eerste hints dat ongeveer 85 procent van alle massa in het heelal moet worden toegeschreven aan donkere materie zijn meer dan een eeuw oud, maar pas in de laatste decennia is het een hot topic geworden in de natuurkunde en astronomie. Het heersende idee is, dat donkere materie bestaat uit een nog onontdekt elementair deeltje dat overal in het heelal voorkomt. Dus moeten deze deeltjes ook voortdurend vanuit de kosmos op de aarde arriveren. Uit het feit dat ze ‘donker’ zijn, dat wil zeggen ongevoelig voor de elektromagnetische kracht, volgt dat ze vrijwel ongehinderd door normale materie heen dringen. Daarom staat in Gran Sasso, Italië, onder een 1400 meter hoge berg, een detector voor die donkere materie deeltjes. Overal elders zou gewone kosmische straling de uiterst gevoelige detector verblinden.
Lastige tante
Deze detector is in wezen een grote, tot vlak boven het absolute nulpunt afgekoelde bol gevuld met vloeibaar xenon, en het is de liefdesbaby van de Italiaanse natuurkundige Elena Aprile. Een lastige tante, die Aprile: zelfs met de camera erbij worden haar promovendi vinnig terecht gewezen over rondslingerende kabeltjes of slordig aangebrachte plastic riempjes. Maar ze durft zich in deze documentaire van een minder verheven kant te laten zien: “Ik heb m’n privé-leven en m’n huwelijk verkloot. Dat is vooral waar ik ‘s nachts van wakker lig. Verjaardagen van m’n kinderen gemist, omdat dit experiment al m’n tijd opvrat.”
Bijzonder is, dat in de documentaire het moment voorkomt, waarop het resultaat van de xenon-metingen bekend wordt gemaakt door een onafhankelijk team van data-analysten. Aprile en haar team zitten met flessen champagne voor het scherm met de skype-verbinding: gaan de jarenlange inspanningen resultaat opleveren? Doen ze een gooi naar de Nobelprijs?
En dan is wetenschap keihard, en een echte wetenschapper keihard voor zichzelf. “Het is duidelijk: er is geen ontdekking”, zegt Aprile tegen haar compleet ontredderde team als de eerste resultaten op het scherm komen. Er is niets gevonden, nog niet eens een hint van een donkere materie deeltje.
Opvolger van Einstein
Erik Verlinde verbaast dat niets. Volgens hem bestaan donkere materiedeeltjes niet, en is de werkelijke reden waarom we niet begrijpen dat sterrenstelsels niet uit elkaar vliegen, dat we een fundamenteel verkeerd begrip hebben van ruimte, tijd en zwaartekracht. Hij en de Nederlandse promovendus Margot Brouwer spelen een prominente rol in de documentaire.
Als Verlinde gelijk krijgt, is een Nobelprijs nog maar het minste wat je mag verwachten; dan zal ons complete beeld van de kosmos kantelen, en is hij de opvolger van Albert Einstein.
Helaas is het best mogelijk, dat het uitwerken en experimenteel testen van Verlindes theorie net zo lang gaat duren als het zoeken naar donkere materie. ‘Chasing Einstein’ trekt dan ook terecht geen conclusie over wie er gelijk heeft; de jacht op de donkere materie is een epische zoektocht waarvan het eind nog niet in zicht is.